6.5.4 Contactmoment 54-66 maanden

JGZ-richtlijn Opsporen oogafwijkingen

Opsporen oogafwijkingen

Visus verwijsindicaties

Op deze leeftijd wordt de visus met de E-Haken kaart (of Landolt–C kaart tot vervanging) uitgevoerd, waarnaast ook anamnese wordt gedaan. Bij twijfel over uitslag opnieuw testen binnen 3 maanden. Bij twee keer twijfel doorverwijzen, zie tabel B8 .

In de volgende situaties wordt, gezien de noodzaak om indien nodig op tijd te kunnen starten met amblyopiebehandeling, bij twijfel over de uitslag van de visusmeting niet opnieuw testen, maar meteen doorverwezen: Symptomen die kunnen wijzen op een verminderd gezichtsvermogen

  • Knijpen met de ogen bij kijken op afstand
  • Dingen altijd heel dichtbij houden om ernaar te kijken
  • Veel knipperen en knijpen om objecten te kunnen zien
  • Niet langere tijd met kleine voorwerpen kunnen spelen
  • Regelmatig hoofdpijn in loop van de dag
  • Veel struikelen, zonder dat er sprake is van onbesuisd gedrag of een afwijkende grove- en/of fijne motorische ontwikkeling
  • Dicht bij TV/spelcomputer/boek zitten omdat het kind het niet kan zien als verder weg gezeten moet worden
  • Scheelzien: permanent of wisselend aanwezig.
  • Nystagmus
  • Amblyopie bij familielid in 1e​ ​of 2e​ ​graad
  •  Hoge myopie (> -6) of hypermetropie (> +5) bij familielid
  • Ex-prematuren, dysmaturen en kinderen met (multiple) beperkingen of een gehoorstoornis

 

Tabel B8 Verwijscriteria visus met E-Haken en LEA Symbolen op 54-66 maanden

 

VOD ≤0.12 0.16 0.2 0.25 0.3 0.4 0.5 0.63 0.8 1.0
VOS                      
≤0.12   O O O O O O O O O O
0.16   O O O O O O O O O O
0.2   O O O O O O O O O O
0.25   O O O O O O O O O O
0.3   O O O O O O O O O O
0.4   O O O O O O O O O O
0.5   O O O O O O O O O O
0.63   O O O O O O O T T T
0.8   O O O O O O O T V V
1.0   O O O O O O O T V V

V= Voldoende visus
O= Onvoldoende visus, verwijzen
T= Twijfel visus, binnen 3 maanden visus herhalen. Bij twee keer twijfelen het kind verwijzen.
*Bij elk kind en elk oog doortesten tot ​hoogst haalbare visus​ met een maximum van 1.0, dus niet stoppen bij visus van 0.8

Bij hertest vanwege onvoldoende visus: beide ogen herhalen maar starten met oog dat slechtste visus had bij het vorige onderzoek.

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen