Tabel 2.1 Overzicht van genetische, biologische en omgevingsfactoren die in verband worden gebracht met een taalachterstand.
Aannemelijk |
Mogelijk |
Geen of onvoldoende bewijs |
|
Risicofactor |
Taalproblemen in de familie | Gedrags- of ontwikkelingsproblemen bij het kind |
Meertalige opvoeding |
Lage sociaaleconomische status van de ouders | Geen borstvoeding | ||
Perinatale problemen (bijv. prematuriteit, laag geboortegewicht, complicaties bij geboorte) | Tweede kind of hoger | ||
Mannelijk geslacht | |||
Beschermende factor |
Hogere mate van welbevinden bij de moeder | ||
Informele speelafspraken met andere kinderen | |||
Wordt dagelijks voorgelezen of kijkt een prentenboek | |||
Bezoekt kinderopvang | |||
Geen effect |
Otitis Media met Effusie (OME, oftewel vocht achter het trommelvlies)* |
*De praktijkervaring van logopedisten is dat kinderen met veelvuldig OME wellicht op een gegeven moment voldoende scoren op taalbegrips- en taalproductietesten, maar vaak nog problemen hebben met de auditieve vaardigheden (luistergerichtheid, discriminatie, luisterhouding).