Richtlijn: Borstvoeding (2015, multidisciplinair)

15. Medicatie en borstvoeding

Inleiding

Veel medicijnen komen in de moedermelk terecht. Sommige geneesmiddelen kunnen een (al dan niet nadelig) effect hebben op het kind dat borstvoeding krijgt. Andere kunnen een nadelig effect hebben op de melkproductie. In verreweg de meeste situaties gaat geneesmiddelengebruik door de moeder echter goed samen met het geven van borstvoeding. Voorwaarde is dat de zorgverlener voor het juiste geneesmiddel kiest.

Advisering

  • Weeg in elk individueel geval het belang van borstvoeding af tegen de noodzaak en de risico's van het geneesmiddel.
  • Deel de bovengenoemde afweging met de moeder. De zorgverlener die de moeder een geneesmiddel voorschrijft of aanbeveelt, is verantwoordelijk voor een toereikende informatievoorziening. Dit stelt de moeder/ouders in staat tot het nemen van geïnformeerde beslissingen.
  • Wees alert op het feit dat zelfzorgmedicatie (medicijnen en voedingssupplementen)), ook schade kunnen berokkenen. Wijs een borstvoedende moeder op de mogelijke risico’s van het gebruik.
  • Neem, indien medicijngebruik onvermijdelijk is, in de afwegingen de volgende punten mee:

• De mogelijkheid om een geneesmiddel te kiezen dat veilig is voor het kind;
• Mogelijk nadelige effecten voor het kind. Deze zijn mede afhankelijk van de eigenschappen en de dosering van het medicijn in combinatie met de rijpheid (prematuur, a term), de conditie, de leeftijd en het gewicht van de baby, het aantal voedingen per etmaal en de duur van de therapie;
• De al dan niet aanwezige vaardigheid van de baby om op een andere manier dan uit de borst melk tot zich te nemen. Dit moet worden wordt gewaarborgd alvorens te starten met medicatie die niet kan worden gecombineerd met de borstvoeding en waarvoor geen veilig alternatief beschikbaar is.

  • Soms is het onontkoombaar een geneesmiddel te kiezen dat is gecontraïndiceerd voor de baby. Leg de moeder uit dat zij tijdelijk de borstvoeding kan onderbreken. Informeer de moeder over de duur van deze onderbreking (verschilt per geneesmiddel). Tijdens deze periode wordt de melk afgekolfd en weggegooid. Bij langdurig gebruik van een gecontraïndiceerd geneesmiddel is het aan de moeder om te bepalen of zij kiest voor (langdurig) kolven (zodat daarna de borstvoedingsrelatie kan worden hervat) of dat zij besluit de borstvoedingsperiode te beëindigen.
  • Voor advies over (specifieke) medicatie in combinatie met borstvoeding: raadpleeg Lareb, LactMed, of een apotheker of kinderarts.

Lees verder voor de onderbouwing


Pagina als PDF