Het op gang komen van de lactatie is een natuurlijk proces, dat start tijdens de zwangerschap. Na de geboorte van de placenta komt de melkproductie volop op gang. De zorgverlener is op de hoogte van en geeft uitleg over de basisprincipes van borstvoeding: voeden op verzoek (geen beperking in duur en frequentie) en goed aanleggen. Bij voeden op verzoek voedt de moeder haar kind wanneer de baby voedingssignalen geeft.
Borstvoedingsproblemen zijn vaak gerelateerd aan niet goed, niet vaak genoeg of niet lang genoeg aanleggen [3];[4];[5];[6];[7]. De zorgverlener moedigt moeder en kind aan om tijdens het huid-op-huidcontact direct na de geboorte de borstvoedingsrelatie op gang te brengen. Wanneer dit moment om medische redenen moet worden uitgesteld, dient het zo spoedig mogelijk te worden ingehaald. Een goede start bevordert de duur van de borstvoedingsperiode en de frequentie van het aantal voedingen per etmaal. Een doeltreffende houding van moeder en kind bevordert vervolgens het juiste ‘aanhappen’ aan de borst, waardoor de baby in staat is om goed te zuigen, de toeschietreflex uit te lokken en voldoende melk binnen te krijgen [6].