Richtlijn: Borstvoeding (2015, multidisciplinair)

Onderbouwing

Conclusies

Samen slapen met de baby, zowel in dezelfde kamer als in hetzelfde bed, heeft mogelijk een positief effect op de borstvoedingsduur7;9;18. Er zijn echter ook onderzoeken die deze relatie niet vinden7;19;20. Niveau 4
Rooming-in is geassocieerd met bescherming tegen wiegendood1;10. Niveau 3
Bedding-in is geassocieerd met een risico op overlijden bij kinderen tot vier maanden2;11;5. Niveau 2

Toelichting

Er wordt onderscheid gemaakt tussen slapen in hetzelfde bed (bedding-in: het delen van een bed met een of twee ouders) en slapen in dezelfde kamer als de ouders (rooming-in: het delen van een kamer waarbij het kind in zijn eigen wieg of bed ligt). Redenen voor samen slapen in een kamer kunnen zijn: adequaat reageren op voedingssignalen en ander gedrag van de baby, troosten, geruststelling van de ouder(s) en ouder-kindbinding. Bovendien maakt samen in een kamer slapen het geven van nachtvoedingen gemakkelijker.

Er is literatuur beschikbaar over de voor- en nadelen van samen slapen. Onderzoeksuitkomsten over samen slapen spreken elkaar tegen, omdat de studies vanuit verschillende invalshoeken zijn opgezet en uitgevoerd. In deze onderzoeken ontbreekt ook een heldere omschrijving van wat onder samen slapen wordt verstaan. Evenmin was duidelijk of dit continu gebeurde of dat de duur van het samen slapen per nacht en de frequentie ervan per week varieerde. Ook is geen precieze definitie van borstvoeding gehanteerd: het was niet duidelijk of de baby uitsluitend borstvoeding kreeg of borstvoeding in combinatie met kunstmatige zuigelingenvoeding.

Samen slapen en borstvoeding

Uit onderzoek in slaaplaboratoria en met video-opnamen in de thuissituatie blijkt dat bij bedding-in de baby vaker even kort wakker wordt (een beschermingsfactor tegen wiegendood), meer aanraking door de moeder ondergaat, een groter aantal borstvoedingen krijgt dan wanneer hij alleen ligt en sneller en frequenter antwoord van de moeder op prikkels krijgt13;14. Een onderzoek uit de VS wees uit dat baby’s die regelmatig bij hun ouders in bed liggen, nachtvoedingen krijgen die drie keer langer duren. Zij kregen bovendien twee keer vaker per dag borstvoeding, en de borstvoedingsperiode duurde ook langer7. Ook in een longitudinale studie in Engeland vond een sterkte correlatie tussen bedding-in en het geven borstvoeding18. Een longitudinale cohortstudie van 350 moeder-kindparen toonde aan dat rooming-in bij drie maanden geassocieerd is met een langere borstvoedingsduur9. In andere studies (een prospectief cohort onderzoek en een case-control studie) werd geen verband gevonden tussen samen slapen (roomimg-in of bedding-in) en de prevalentie van borstvoeding en borstvoedingsduur19;20. Samen slapen in dezelfde kamer en samen slapen in hetzelfde bed hebben mogelijk een positief effect op de borstvoedingsduur.

Preventie van wiegendood/sterfte in bed

Uit Duits onderzoek naar wiegendood blijkt borstvoeding bij te dragen aan de preventie van wiegendood (SIDS, Sudden Infant Death Syndrome). Dit effect houdt aan zolang het kind borstvoeding krijgt6. Een systematische review uit 2007 over bedding-in en het risico op wiegendood onderscheidt de volgende beschermende factoren: het krijgen van borstvoeding en de precieze leeftijd van het kind (ouder dan vier maanden)4. Volgens McKenna et al. treedt er bij kinderen die uitsluitend borstvoeding krijgen en die in hetzelfde bed als de ouders slapen, een verandering van het slaap-waakritme op. De wekbaarheid van moeder en kind wordt verhoogd; het kind wordt sneller wakker en de (zogende) moeder is zich beter bewust van de aanwezigheid van haar kind. Dit biedt bescherming tegen wiegendood8. De verhoogde ‘arousability’ van borstgevoede kinderen is aangetoond met polysomnografie (slaaponderzoek) bij 43 gezonde à terme geboren kinderen. De conclusie was dat borstgevoede kinderen in de leeftijd van twee à drie maanden makkelijker wakker worden (een lagere ‘arousal threshold’ hebben) tijdens de actieve slaap dan kinderen die kunstmatige zuigelingenvoeding krijgen. Een lagere ‘arousal threshold’ geldt als een beschermingsmechanisme tegen wiegendood12. Uit de studie van Ruys et al. blijkt echter dat de kans op wiegendood nauwelijks verandert als er borstvoeding wordt gegeven5. Ook toont dit onderzoek aan dat het nadelige effect van bedding-in zo sterk is, dat dit niet opweegt tegen het beschermende effect van borstvoeding op wiegendood. Bedding-in geeft voor baby’s de volgende risico’s: oververhitting, bedekking, verstrikking door dekens, matras en kussens, en uit bed vallen11;15. Onveilige slaapomstandigheden bij bedding-in verhogen de kans op sterfte bij baby’s tot de leeftijd van vier maanden2;11;5. Uit onderzoek van de landelijke Werkgroep Wiegendood blijkt dat het risico op wiegendood groter is naarmate de baby jonger is. De odds ratio (95% betrouwbaarheidsinterval) daalt van 9.1 (4.2-19.4) op de leeftijd van 1 maand tot 1.3 (1.0-1.6) op de leeftijd van 4-5 maanden5. Meerdere onderzoekers menen dat gedurende de eerste zes levensmaanden een eigen bedje in de ouderslaapkamer voor een baby de veiligste slaapplek is.

Behalve borstvoeding wordt ook rooming-in geassocieerd met een beschermend effect tegen wiegendood1;10. Uit een case-control studie in Nieuw-Zeeland bleek dat ouders die hun slaapkamer met de baby deelden, vaker babygeluiden en -bewegingen rapporteerden. Het is aannemelijk dat deze ouders lichter slapen en zich meer bewust zijn van de activiteit van hun baby. Zij zijn beter in staat om te reageren en hulp te bieden als de baby dat nodig heeft. De onderzoekers van deze studie suggereren dat rooming-in geadviseerd moet worden, in ieder geval totdat de baby zes maanden oud is. Dit is de leeftijd waarop de piekincidentie van wiegendood is gepasseerd10. De Stichting Wiegedood in Nederland houdt dit advies ook aan.

In de praktijk zullen veel ouders een ontroostbare baby in bed nemen of in slaap vallen met een baby aan de borst15. De American Academy of Pediatrics meldt als risico’s voor zuigelingensterfte: meerdere mensen die het bed delen, het bed delen met broers of zusjes, oververmoeidheid van de ouder(s), roken en alcohol- en drugsgebruik. Ook het dekbed, zachte matrassen of kussens vormen een risico. Niet alleen bij in hetzelfde bed slapen bestaat het risico op overlijden. Ook bij het zittend geven van de nachtvoeding(en) in een stoel of op de bank bestaat het risico dat moeder in slaap valt en haar baby onbedoeld bekneld raakt tussen de kussens, tegen de zijkant van de bank wordt gedrukt of op de grond valt16. McKenna schreef het boek ‘Slapen met je baby’ (Nederlandse vertaling door M. Vanderveen-Kolkena), waarin medische en sociale discussiepunten over samen slapen besproken worden. Het boek informeert ouders over veilige en onveilige slaapomstandigheden, zowel qua rooming-in als bedding-in. Ook gaat het boek in op de controverse ten aanzien van bedding-in17. UNICEF UK Baby Friendly Initative heeft in samenwerking met de ‘Foundation for the Study of Infant Deaths’‟ een folder (alleen Engelstalig) uitgebracht over veilig slapen met de baby voor moeders die borstvoeding geven. Ook de (Engelstalige) site Infant Sleep Information Source biedt informatie voor ouders en zorgverleners over veilig slapen voor baby’s.


Pagina als PDF