Richtlijn: Borstvoeding (2015, multidisciplinair)

4. Borstontsteking

Inleiding

Bij een borstontsteking (mastitis) streeft de zorgverlener naar een vlot herstel door een doeltreffende behandeling, zodat de continuïteit van de borstvoeding niet in gevaar komt.

Advisering

  • Beoordeel samen met de moeder de aanlegtechniek, de duur en de frequentie van het voeden en geef adviezen om melkstase (stilstand van de melk) te voorkomen. Overweeg consultatie van een lactatiekundige.
  • Leg uit dat het continueren van de borstvoeding belangrijk is voor het herstel van de borst. Stoppen met borstvoeding tijdens een borstontsteking werkt abcedering juist in de hand. Leg eveneens uit dat het drinken aan een aangedane borst onschadelijk is voor moeder en kind.
  • Adviseer warmtecompressen voorafgaand aan voeding ter bevordering van dilatatie van melkgangen en daarmee ontlediging van borst3
  • Overweeg pijnstilling met behulp van ijskompressen na de voeding en paracetamol of ibuprofen.
  • Laat de baby de borsten zo goed mogelijk leegdrinken. Leg uit dat het kind de borst kan weigeren, doordat moedermelk uit een ontstoken borst anders kan smaken. De moeder kan eventueel nakolven om haar borsten nog verder te legen. 
  • Leg de moeder uit dat zij stuwing kan voorkomen door haar kind eerst aan de aangedane borst aan te leggen. Het is belangrijk daarbij te voorkomen dat de andere borst overvol raakt.
  • Adviseer de moeder om haar baby bij voorkeur minstens iedere twee uur aan te leggen of te kolven als de baby niet wil drinken.
  • Raad de moeder aan om rustig aan te doen, omdat daardoor haar welbevinden en herstel bevorderd worden. Er is onvoldoende bewijs voor het nut van bedrust.
  • Bij geen vermindering van klachten na 24 uur of bij een acuut begin van klachten met algemeen ziek zijn of koorts in aanwezigheid van tepelkloven of bij abces wordt gestart met antibiotica of verwijs naar de huisarts3.
  • Zie ook de NHG standaard ‘Zwangerschap en kraamperiode’ uit 2012.3

Lees verder voor de onderbouwing

 


Pagina als PDF