Richtlijn: Houding en bewegen (2020)

5. Samenwerken - Aanbevelingen

Inleiding

Dit thema bevat aanbevelingen over samenwerken met andere professionals en organisaties rond het thema houding en bewegen.

Goede samenwerking en afstemming tussen de verschillende disciplines die in de eerste en tweede lijn betrokken zijn bij de signalering, verwijzing, diagnostisering, behandeling en nazorg van jeugdigen met houdings- en bewegingsafwijkingen en sport- en beweegprofessionals zoals vakleerkrachten in het bewegingsonderwijs is essentieel. Een goede samenwerking en afstemming garandeert de continuïteit in de zorg voor jeugdigen en ouders. Daarnaast komen goede samenwerking en afstemming ten goede aan de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Ook kunnen problemen met houding en beweging samenhangen met andere problematiek. In dat kader kan samenwerking met bijvoorbeeld integrale vroeghulp van belang zijn.

Kenmerkend voor de JGZ-professional is de integrale visie, dat wil zeggen: de JGZ-professional kijkt niet alleen naar lichamelijke, psychische en sociale aspecten van de jeugdige, maar ook naar het sociale en fysieke leefmilieu van de jeugdige. In deze integrale werkwijze werkt de JGZ-professional samen met andere professionals die betrokken zijn bij de jeugdige en/of zijn leefomgeving, bijvoorbeeld het onderwijs en wijk- en buurtteams.

Aanbevelingen

  • Als JGZ-professional werk je samen met ouders en jeugdigen en heb je mogelijk een adviserende rol naar scholen en kinderopvang.
  • De JGZ-professionals kennen de sociale kaart van het lokale sport- en beweegaanbod incl. buitenlocaties bijv. parken etc. waar je goed kunt sporten en bewegen. De JGZ, vakleerkrachten in het bewegingsonderwijs, buurtsportcoach, trainers, coaches etc. kunnen een goede rol vervullen in het in beweging krijgen van de jeugd. De buurtsportcoach kan een belangrijke rol spelen bij het maken van een verbinding tussen sport – en beweegaanbieders en andere sectoren in de zorg zoals de JGZ.
  • Neem als JGZ-organisatie het initiatief om met andere partijen samen te werken die betrokken zijn bij het bewegen van kinderen, zoals kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, scholen, na- en voorschoolse opvang, leerkrachten Lichamelijke Opvoeding, gemeentelijke sportconsulenten, sportverenigingen, andere lokale sportaanbieders, geboortezorgprofessionals, buurtsportcoaches, de JOGG-regisseur in JOGG-gemeenten en huisarts [47, 49]. Als JGZ kan je een verbindende factor zijn in de keten van de beweegstimulering. Bijvoorbeeld in het kader van Gezonde School en Gezonde Kinderopvang.

Meer informatie over de aanbevelingen staat in de onderbouwing van dit thema.


Pagina als PDF