3.2.3 Tremor (Trillen, beven)

JGZ-richtlijn Houding en bewegen

Houding en bewegen

Beschrijving aandoening

Een tremor is een onbedoelde en oncontroleerbare ritmische beweging van een ledemaat of deel daarvan. Een tremor kan in elk deel van het lichaam en op elk moment optreden, en wordt ook wel trillen of beven genoemd. Een tremor kan geïsoleerd voorkomen of onderdeel zijn van een klinisch syndroom. Vanaf de leeftijd van 4 à 5 weken is een tremor bij spontane motoriek bij een niet-huilend kind een alarmsymptoom [19].

Er wordt onderscheid gemaakt in verschillende types tremoren:

  • Rusttremor: dit is een trillende beweging die aanwezig is wanneer het lichaamsdeel in rust is;
  • Actietremor (of kinetische tremor): dit is een trillende beweging die aanwezig is wanneer het lichaamsdeel in beweging is. Een actietremor is weer onder te verdelen in twee subtypes:

         – Houdingstremor: de trillende beweging is aanwezig bij het volhouden van een bepaalde beweging of houding;
         – Intentietremor: de trillende beweging is vooral aanwezig bij doelgerichte bewegingen.

Een tremor kan verschillende oorzaken hebben. Zo ontstaat een intentietremor vaak als gevolg van een probleem in de kleine hersenen. Een houdingstremor wordt vaak veroorzaakt door een ‘essentiële tremor’. Dit is een aandoening die vaak familiair voorkomt. Een rusttremor kan een aanwijzing zijn voor een stofwisselingsziekte.

Epidemiologie

Het is op dit moment niet bekend hoe vaak een tremor bij jeugdigen voorkomt.

Gevolgen

Een tremor kan aanleiding geven tot problemen met bijvoorbeeld eten en drinken (knoeien), tekenen en schrijven (bibberige lijnen). De tremor kan toenemen bij spanning of bij gebruik van cafeïne (cola, chocolade, thee, koffie).

Behandeling

De behandeling is afhankelijk van de aard en de oorzaak van de tremor. Vaak is het echter niet mogelijk om de oorzaak van de tremor te behandelen of weg te nemen. Soms kan dan gebruik worden gemaakt van medicatie. Ook kunnen hulpmiddelen worden ingezet zoals een verzwaarde pen of verzwaard bestek. Een ergotherapeut kan helpen bij het zo goed mogelijk uitvoeren van de dagelijkse of schoolse activiteiten en kan adviseren over het gebruik van kleine hulpmiddelen.

Taken JGZ
Wijze van signaleren:

Een tremor kan bij kinderen tot 4 jaar worden ontdekt naar aanleiding van het Van Wiechen onderzoek. Daarna is actief opsporen niet nodig.

Lichamelijk onderzoek: 

Kinderen tot 4 jaar: Voor het ontdekken van een tremor is tot de leeftijd van 52 weken onder andere kenmerk 52 (Beweegt armen goed) van belang. Op latere leeftijd kan een tremor worden gezien bij de fijne motoriek kenmerken (zoals bijvoorbeeld 11: doet blokje in/uit doos; 13/15/16: blokjes stapelen). De beschrijving van de diverse kenmerken van het Van Wiechen onderzoek zijn te vinden op de website van het NCJ Deze linkt opent in een nieuw tabblad en in het boek ‘Ontwikkelingsonderzoek in de jeugdgezondheidszorg’ [18].

Jeugdigen vanaf 4 jaar: De jeugdarts3 observeert of er sprake is van een tremor in rust, bij bewegen en bij het uitvoeren van handelingen. Laat de jeugdige bijvoorbeeld zijn beide handen en armen uitstrekken, iets tekenen of een voorwerp pakken.

Beleid tot de leeftijd van 18 jaar (op basis van consensus werkgroep):
Indien er sprake is van een tremor bij een niet-huilend kind dat ouder is dan 5 weken dan dient te worden verwezen naar de kinderarts.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback