2.3 Natuurlijk beloop

JGZ richtlijn Heupdysplasie (2018)

Heupdysplasie

DDH is een dynamische aandoening, die zich op diverse manieren kan presenteren en ontwikkelen. DDH kan al in utero ontstaan, maar ook pas in de zuigelingen- of peutertijd. Daarnaast kan zowel spontaan herstel optreden als verslechtering tijdens de eerste levensmaanden. 

Neonataal luxeerbare heup 

Het natuurlijke beloop van de neonataal luxeerbare heup is in de meeste gevallen gunstig. Ongeveer 60 80% herstelt zich spontaan. De overige gevallen gaan zonder behandeling over in een dysplasie en eventueel in een (sub)luxatie [23]. 

Dysplasie zonder luxatie 

Het natuurlijke beloop van een dysplasie van de heup zonder (sub)luxatie is meestal ongunstig: ongeveer 70% ontwikkelt op volwassen leeftijd vroegtijdige slijtage, ofwel coxartrose [4][5][24]

Dysplasie met (sub)luxatie 

Het natuurlijk beloop van de ge(sub)luxeerde heup is vrijwel altijd ongunstig. Als de baby 2 à 3 maanden oud is, treden al veranderingen ten gevolge van de (sub)luxatie op. De belangrijkste verandering is een verkorting van de heupadductoren. Zonder behandeling kunnen later ernstige complicaties op treden, zoals coxartrose of een ‘valse heupkom’ (een heupkom boven de plaats waar deze zou moeten zijn) [3]

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback