Interventies en doorverwijzing mentaal functioneren
Mentaal (cognitief/intellectueel) functioneren
Wanneer er vermoedens zijn bij ouders en/of zorgverleners dat een kind achterblijft in zijn ontwikkeling, blijkend uit bijvoorbeeld afwijkingen op het Van Wiechenonderzoek of de ASQ, is het aan te bevelen ouders en kind terug te verwijzen naar de kinderarts of door te verwijzen naar een orthopedagoog of kinder- of jeugdpsycholoog voor een nader/breder onderzoek van de ontwikkeling.
Interventies/doorverwijzing bij mentale achterstand:
- Gebruikelijke JGZ-adviezen (stimuleren van ontwikkeling) bij mentale achterstand volgens het Van Wiechenonderzoek, echter wel gecorrigeerd voor vroeggeboorte.
- Door-/terugverwijzen naar kinderarts, vooral indien de kinderarts bij ontslag is aangewezen als casemanager voor de nazorg van het kind. Bij twijfel overleggen met de kinderarts.
- In overleg met de kinderarts doorverwijzen naar de orthopedagoog, kinderpsychiater, ontwikkelings-, kinder- of jeugdpsycholoog. Bij brede ontwikkelingsproblematiek kan eventueel de kinderrevalidatiearts of Integrale Vroeghulp ingezet worden.
- Eventueel kan speciaal onderwijs of een speciaal kinderdagverblijf door ouders overwogen worden.
Spraak en taal
Hoewel een kind met een eventuele achterstand in spraak- en taalontwikkeling tussen de leeftijd van 3 en 12 jaar vaak nog een inhaalspurt laat zien, is het voor de sociale en cognitieve ontwikkeling van belang om een achterstand al op vroege leeftijd te signaleren.
Een vertraagde taalontwikkeling kan ook passen bij bredere problematiek zoals cerebrale parese of cognitieve of gehoorstoornissen of familiair zijn. Wanneer een kind na correctie voor de zwangerschapsduur duidelijk achterblijft op het gebied van spraaken taalontwikkeling is verwijzing naar de kinderarts aangewezen voor eventuele verdere doorverwijzing.
Interventies/doorverwijzing bij spraak- en taalproblemen:
- Gebruikelijke JGZ-adviezen (stimuleren spraak en taal) op spraak- en taalgebied, echter wel gecorrigeerd voor vroeggeboorte.
- Door-/terugverwijzen naar behandeld kinderarts, zodat de kinderarts indien nodig naar de logopedist, een audiologisch centrum of andere specialisten kan doorverwijzen.
Bij twijfel overleggen met de kinderarts.