3.2.1 Interventies en doorverwijzing (neuro)motorisch functioneren

JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen

Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen

Kinderen die te vroeg of SGA geboren zijn vertonen vaak een tragere motorische ontwikkeling dan kinderen die à terme geboren zijn. Bijvoorbeeld een gemiddelde achterstand van een maand in de leeftijd waarop een kind los zit of loopt (tijdens het Van Wiechenonderzoek) kan nog normaal zijn voor deze groep.
Wanneer de achterstand in ontwikkeling duidelijk meer is dan gemiddeld of toeneemt, dient het kind verwezen te worden naar de kinderarts, die bepaalt of doorverwijzing naar de kinderfysiotherapeut of kinderrevalidatiearts is aangewezen.
De symptomen van cerebrale parese zijn meestal niet direct na de geboorte zichtbaar.
Het is dus belangrijk dat vroege signalen worden herkend. De ernst van de symptomen hangt samen met de mate van hersenbeschadiging en kan verschillen: van zeer subtiel en alleen te herkennen door deskundigen tot duidelijk merkbaar voor ouders en verzorgers (vanwege ernstige afwijkingen in de spiertonus en een motorische ontwikkelingsachterstand).

Indicaties voor verwijzing naar de kinderarts zijn:

  • Motorische achterstand bij het Van Wiechenonderzoek.
  • Laat bereiken van ontwikkelingsmijlpalen (leeftijd gecorrigeerd voor vroeggeboorte) zoals hoofd oprichten,     
         omrollen, grijpen met één hand, los zitten, kruipen of lopen, pincetgreep.
  • Langer aanhouden van ‘infantiele’ of ‘primitieve’ reflexen (verdwijnen normaal na 3-6 maanden).
  • Abnormale spiertonus: spieren kunnen stijf zijn (spastisch) of juist slap.
         Ongewone houding van ledematen.
  • Abnormale manier van bewegen: schokkerige, ongecontroleerde of juist langzame bewegingen.
  • Ontwikkelen van voorkeurshand vóór de leeftijd van 12 maanden (wijst op zwakte of abnormale spiertonus aan één kant).
  • Niet reageren op geluiden/niet aankijken/volgen.
  • Laat gaan spreken.
  • Convulsies.
  • Slikproblemen.
  • Scheelzien.

 

Interventies/doorverwijzing bij motorische achterstand: 

  • Gebruikelijke JGZ-adviezen bij motorische achterstand, echter wel gecorrigeerd voorvroeggeboorte.
  • Door-/terugverwijzen naar kinderarts die de indicatie stelt voor verwijzing naar de kinderfysiotherapeut, kinderrevalidatiearts of neuroloog of andere specialisten. Bij brede ontwikkelingsproblematiek kan de kinderrevalidatiearts of Integrale Vroeghulp ingezet worden. Bij twijfel dient overlegd te worden met de kinderarts.

    Richtlijn: JGZ-richtlijn ‘Preventie, signalering en aanpak van voorkeurshouding en schedelvervorming’

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback