Neonatale gehoorscreening wordt door de JGZ aan alle pasgeborenen in Nederland aangeboden. De JGZ neonatale gehoorscreening wordt uitgevoerd als een drietraps-screening. In de eerste twee screeningsronden worden oto-akoestische emissies (OAE’s) gemeten. Wanneer na tweemaal OAE screening nog geen voldoende gehoor kan worden vastgesteld wordt een derde screening uitgevoerd met Automated Auditory Brainstem Response( A-ABR). De gehele screening wordt door JGZ medewerkers uitgevoerd aan de hand van het Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg van het RIVM. De JGZ kan deze taak ook uitbesteden, bijvoorbeeld aan een kraamorganisatie, een audiologisch centrum of de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind ( NSDSK). Voor meer informatie over de neonatale gehoorscreening, zie de meest recente versie van het Draaiboek Deze linkt opent in een nieuw tabblad.
De JGZ is niet verantwoordelijk voor de gehoorscreening bij kinderen die langer dan 24 uur op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) liggen of hebben gelegen. Bij kinderen die worden behandeld in een NICU is de prevalentie van permanent gehoorverlies ongeveer 25 keer zo hoog als bij gezonde pasgeborenen (1,7% vs. 0,05%-0,09%)[72]. Bij deze groep wordt de gehoorscreening uitgevoerd door een medewerker van de NICU als onderdeel van de reguliere zorg. Voor meer informatie over de NICU gehoorscreening wordt verwezen naar Protocol NICU-screening Deze linkt opent in een nieuw tabblad.
Om te voorkomen dat (ex-)NICU kinderen niet of dubbel gescreend worden is overdracht van gegevens vanuit de NICU naar de JGZ nodig. Momenteel (2015) vindt nog geen structurele gegevensuitwisseling plaats tussen de NICU’s en de JGZ.