Anamnese uit te voeren door jeugdarts, jeugdverpleegkundige en/of verpleegkundig specialist.
Lichamelijk onderzoek uit te voeren door jeugdarts en/of verpleegkundig specialist.
Anamnese en/of dossierinformatie:
Bij kinderen met een (tweede of derde) afwijkende audiometrie worden) de volgende zaken nagegaan:
- oorpijn, jeuk, otorroe, verstopt gevoel;
- duur, ernst en beloop van de eventuele klachten;
- een- of tweezijdigheid;
- eerdere episoden van bovenste luchtweginfecties, otitiden, vaker verstopte oren;
- ooroperaties, trommelvliesperforatie, meningitis, bof of (langdurige) opname op intensive care in de voorgeschiedenis;
- erfelijke of familiaire aandoeningen;
- problemen tijdens de zwangerschap (infecties zoals rubella of cytomegalie) of partus (ernstige asfyxie);
- NICU-opname in de voorgeschiedenis;
- Is NGS uitgevoerd en wat was uitslag;
- taal- en spraakontwikkeling;
- functioneren op school en bij sport;
- frequent verblijf in lawaaierige omgeving (door werk of hobby), waaronder ook gebruik van oortelefoons of juist van gehoorbescherming;
- traumata (manipulatie in de gehoorgang, klap op het oor, penetratie door voorwerp);
- gebruik van ototoxische geneesmiddelen (aminoglycosiden, (hydro)kinine, cytostatica en in geringe mate lisdiuretica);
- aanvallen van (draai)duizeligheid, misselijkheid, oorsuizen
Lichamelijk onderzoek
Bij kinderen met een (tweede of derde) afwijkende audiometrie wordt otoscopie verricht,
waarbij wordt gelet op de volgende zaken:
- aanwezigheid van een cerumenprop of otorroe in de gehoorgang;
- zwelling, schilfering, roodheid, vesiculae of erosies van de gehoorgang;
- kleur, doorschijnendheid, lichtreflectie en eventuele perforatie van het trommelvlies;
- aanwezigheid van een vloeistofspiegel of luchtbel(len) achter het trommelvlies;
- de retroauriculaire regio wordt geïnspecteerd op litiekens, roodheid en zwelling