1.8.9 Kind: Hypoglykemie

Richtlijn Borstvoeding (2015, JGZ, multidisciplinair)

Borstvoeding

Inleiding 

Voor de preventie en behandeling van hypoglykemie bij pasgeborenen is een goed (borstvoedings)beleid belangrijk.

 

Tabel 1. Symptomen die bij neonatale hypoglykemie kunnen optreden
 

Algemene bevindingen

  • Abnormaal huilen (hoog of zwak);
  • Niet willen drinken;
  • Aanhoudende onderkoeling (persisterende hypothermie);
  • Transpireren.
     

Neurologische tekenen 

  • Fladderen (tremoren);
  • Slapheid (hypotonie);
  • Overprikkelbaarheid;
  • (Extreme) lusteloosheid (apathie/lethargie);
  • Stuipen (convulsies).
     

Cardiorespiratoire tekenen 

  • Blauw zien (cyanose);
  • Bleekheid;
  • Verhoogde hartslag (tachycardie);
  • Versnelde ademhaling (tachypnoe);
  • Lage zuurstofsaturatie;
  • Ademhalingsstop (apneu);
  • Hartstilstand.
     

Tabel 2 Belangrijke factoren die geassocieerd worden met een verhoogd risico op hypoglykemie
 

Maternale condities 

  • Maternale diabetes
  • Alcohol- en/of drugsgebruik;
  • Behandeling met medicamenten (ß-sympathicomimetica of ß-blokkers, corticosteroïden, orale glucoseverlagende middelen);
  • Intraveneuze toediening van glucose vlak voor of tijdens de bevalling.
     

Neonatale condities 

  • Small for gestational age (SGA, ook wel dysmatuur genoemd) (groeiachterstand: ≤ 10e percentiel voor gewicht naar zwangerschapsduur of bij uiterlijke aspecten van dysmaturitas) (conform GROW-methode);
  • Macrosoom (≥ 90e percentiel voor gewicht naar zwangerschapsduur);
  • Prematuur (zwangerschap < 37 weken);
  • Perinatale asfyxie/foetale nood (Apgar-score na 5 min < 7; navelstreng pH < 7,20);
  • Hypothermie (< 35 °C);
  • Congenitale afwijkingen;
  • Zieke neonaat (onder andere verdenking van infectie, sepsis, respiratoire distress, endocriene of metabole stoornis).

 

Aanbevelingen

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback