Inleiding
Voor de preventie en behandeling van hypoglykemie bij pasgeborenen is een goed (borstvoedings)beleid belangrijk.
Tabel 1. Symptomen die bij neonatale hypoglykemie kunnen optreden
Algemene bevindingen
- Abnormaal huilen (hoog of zwak);
- Niet willen drinken;
- Aanhoudende onderkoeling (persisterende hypothermie);
- Transpireren.
Neurologische tekenen
- Fladderen (tremoren);
- Slapheid (hypotonie);
- Overprikkelbaarheid;
- (Extreme) lusteloosheid (apathie/lethargie);
- Stuipen (convulsies).
Cardiorespiratoire tekenen
- Blauw zien (cyanose);
- Bleekheid;
- Verhoogde hartslag (tachycardie);
- Versnelde ademhaling (tachypnoe);
- Lage zuurstofsaturatie;
- Ademhalingsstop (apneu);
- Hartstilstand.
Tabel 2 Belangrijke factoren die geassocieerd worden met een verhoogd risico op hypoglykemie
Maternale condities
- Maternale diabetes
- Alcohol- en/of drugsgebruik;
- Behandeling met medicamenten (ß-sympathicomimetica of ß-blokkers, corticosteroïden, orale glucoseverlagende middelen);
- Intraveneuze toediening van glucose vlak voor of tijdens de bevalling.
Neonatale condities
- Small for gestational age (SGA, ook wel dysmatuur genoemd) (groeiachterstand: ≤ 10e percentiel voor gewicht naar zwangerschapsduur of bij uiterlijke aspecten van dysmaturitas) (conform GROW-methode);
- Macrosoom (≥ 90e percentiel voor gewicht naar zwangerschapsduur);
- Prematuur (zwangerschap < 37 weken);
- Perinatale asfyxie/foetale nood (Apgar-score na 5 min < 7; navelstreng pH < 7,20);
- Hypothermie (< 35 °C);
- Congenitale afwijkingen;
- Zieke neonaat (onder andere verdenking van infectie, sepsis, respiratoire distress, endocriene of metabole stoornis).