Theorieën over de oorsprong van excessief huilen
Er zijn diverse theorieën over waarom baby’s excessief huilen. Deze theorieën bestaan naast elkaar: soms vullen ze elkaar aan, soms spreken ze elkaar tegen. Sommige theorieën zijn wetenschappelijk onderbouwd. Andere theorieën zijn omstreden. Hieronder staat een selectie van mogelijke oorzaken of factoren uit de literatuur waarnaar ontwikkelingspsychologisch onderzoek is gedaan en die een rol zouden kunnen spelen bij excessief huilen:
- Temperament
Het huilen is een onderdeel van het normale, aangeboren gedragsrepertoire. Excessief huilende baby’s zouden een meer uitgesproken temperament hebben en nog moeten leren hun gedrag beter te reguleren [12]. - Gastro-intestinale factoren
In de literatuur en door ouders en zorgverleners wordt vaak gesproken over ‘koliek’ (ofwel darmkrampjes) om excessief huilen aan te duiden. Hierover is veel te lezen op het internet en op sociale media. Gastro-intestinale factoren worden door ouders daarom vaak gevreesd als oorzaak voor het vele huilen. Ziektes zoals niet-IgE-gemedieerde koemelkallergie, obstipatie en gastro-oesofageale reflux ziekte (terugvloeien van zure maaginhoud in de slokdarm) kunnen echter maar in een klein deel van de gevallen als (mede)veroorzaker van het vele huilen aangewezen worden [19]. - Neurologische rijping
Het huilen zou vooral komen door onrijpheid van het neurologische systeem. Prematuur geboren baby’s hebben daardoor meer kans op excessief huilen. Qua beloop van het huilen moet bij prematuren uitgegaan worden van de uitgerekende datum, niet van de geboortedatum [1]. Het natuurlijke, gunstige beloop van excessief huilen ondersteunt deze theorie [12]. - Co-regulatie
In de eerste 3 maanden zou huilen komen, doordat baby’s zichzelf niet kunnen troosten en hierop afgestemde zorg nodig hebben. Na deze 3 maanden is er in zowel gedrag als fysiologie een verschuiving in de regulatie, waardoor het huilen afneemt (o.a., [9][23][26][47]).
- Psychosociale factoren, psychische klachten
Stress in het gezin (bijvoorbeeld financiële stress, door het moeten leven in armoede of door relatieproblemen, stress op het werk) of een verhoogde kwetsbaarheid, door vermoeidheid, een bijkomende (postnatale) depressie of angst bij de ouder(s), kunnen de draagkracht/draaglast van de ouder(s) beïnvloeden en hun perceptie van het huilen van de baby veranderen. Stress kan ook invloed hebben op de gevoeligheid van ouders voor signalen van de baby en daarmee op het gedrag van de baby, wat het huilen op zijn beurt weer kan verergeren. Zo kan een vicieuze cirkel ontstaan waardoor de interactie steeds verder verstoord raakt.