Richtlijn: Preventie wiegendood (2009, Landelijke Samenwerkingsafspraken 2017)

Bijlage Rubriek Veilig Slapen van de Stichting Wiegedood

Onderstaande adviezen zijn bestemd voor iedereen die voor een baby zorgt. Ouders, grootouders, familie, babysitters, opvangmoeders en alle professionele verzorgers. Op www.veiligheid.nl en www.opvoeden.nl is de informatie ook terug te vinden. 

Leg je baby altijd op de rug te slapen.
Het veiligst slaapt een baby op de rug. Uit zijligging rolt een baby al na een paar weken gemakkelijk op de buik. Leg je baby nooit op de buik te slapen. Niet één keer. ook niet om te troosten. Soms is er een reden om van dit advies af te wijken. doe dat alleen in overleg met uw arts. Ga, als je denkt je kind een huilbaby is, meteen voor advies naar het consultatiebureau.

Het is wel goed om je kindje regelmatig op de buik te leggen als het wakker is en er iemand op let. Je kind enkele malen per dag een kwartiertje laten ontdekken en oefenen is goed voor de motorische ontwikkeling. Als een oudere en gezonde baby zich eenmaal vlot om en om kan draaien, en bij het slapen zelf kiest voor buikligging is het niet zinvol daar tegenin te blijven gaan. Let er dan wel extra op dat het bedje veilig is.

Er is geen reden om bang te zijn voor het afplatten of scheefgroeien van baby’s hoofdje. Het verschijnsel is vaak tijdelijk en medisch gezien onschuldig; bovendien is het meestal te voorkomen. Allereerst is van belang dat je de baby snel went aan de veiligste slaaphouding: op de rug, met het hoofd beurtelings naar links of naar rechts gedraaid. Let er vervolgens goed op dat je baby geen voorkeurshouding – hoofd alléén naar links of naar rechts – ontwikkelt. Bij borstvoeding ligt de baby afwisselend naar links of rechts gedraaid. Wissel ook bij flesvoeding van arm. Leg de baby in rugligging in bed, vanaf het begin met het hoofdje afwisselend naar links en naar rechts. Draai desnoods het bedje, zodat het licht van de andere kant invalt; of hang afwisselend links en rechts een aandachttrekkend voorwerp op. Het risico op de ontwikkeling van een scheef hoofd is het grootst in de eerste vier maanden. Aarzel niet om naar de dokter te gaan als de baby met het hoofdje toch maar één kant op wil.

Vergeet vooral niet de baby overdag enkele keren onder toezicht op de buik en de zij te laten oefenen. En je kind regelmatig knuffelen en het daarbij overeind houden en bij voorbeeld tegen je schouder laten liggen is ook afwisseling van houding. 

Voorkom dat je baby te warm ligt.
Dekbedjes zijn vaak te warm en daardoor riskant voor kinderen tot twee jaar. Bovendien liggen ze los. waardoor een baby er gemakkelijk onder kan geraken. Het laatste geldt ook voor een dekentje in een dekbedhoes. Een opgevouwen deken in een hoes kan gauw te warm zijn. Deken en lakentje, rondom ingestopt, of een trappelzak zijn veel veiliger. Dek een baby die koorts heeft minder toe dan je gewoonlijk doet. Laat je baby nooit met bedekt hoofd slapen. Kleed ook overdag je baby niet te warm. Een zwetende baby is foute boel. Let altijd op het weer, de kamertemperatuur, warme zon, de kachel in de auto, etc. De aanbevolen slaapkamertemperatuur is 15 á 18 graden. Let ook op jezelf: als jij het benauwd krijgt, geldt dat ook voor je baby.

Zorg voor veiligheid in wieg of bed.
Een babybedje moet in Nederland aan bepaalde veiligheidseisen voldoen, onder meer voor wat betreft ventilatie (nooit een gesloten bak!) en afstand tussen de spijlen. Gebruik in wieg of bedje geen zacht materiaal. Geen zachte matras, geen kussens, geen hoofdbeschermer, geen dekbedje, geen plastic zeiltje – ze kunnen de ademhaling belemmeren.

Maak bij gebruik van een dekentje het bed zo op dat je baby met de voetjes zo goed als tegen het voeteneind ligt. Een passende trappelzak is beter. Dan blijft het hoofdje onbedekt. Voor een baby in een gewatteerde trappelzak is een deken overbodig. Bij een ongewatteerde is vaak een dunne deken nodig, maar maak ook dan laag op en gebruik de deken dwars over het voeteneind en stop hem rondom goed in. Combineer nooit met een dekbed. Raadpleeg verder Producten wel/niet

Blijf bij je baby in de buurt.
Al meteen na de geboorte is nabijheid van belang. Het bevordert de band tussen moeder en kind. Nabijheid schept ook meer veiligheid. Laat je baby als het even kan zeker het eerste halfjaar bij je op de kamer slapen. Houd dat ten minste vol tot de baby zich vlot om en om kan draaien. Laat hem ook overdag in je nabijheid slapen op een rustige plek, maar gebruik liever niet de box als slaapplaats. Je natuurlijke waakzaamheid draagt bij aan de veiligheid. Slaap echter niet met je baby in één bed, dat is zeker tot 4 maanden, voor rokers zelfs langer, riskant. Neem bij medicijn-, alcohol- of drugsgebruik, als je flink gestresst bent of (over)vermoeid nooit een baby bij je in bed. 

Houd je baby rookvrij.
Roken, tijdens de zwangerschap en erna, is slecht voor moeder en kind. Het wiegendoodrisico loopt op, maar ook levenslange gezondheidsschade kan het gevolg zijn. Een huis waar niet wordt gerookt is het beste voor een baby. Wie echt niet kan stoppen, kan het risico wel iets beperken door zo min mogelijk te roken. Houd in ieder geval de babykamer rookvrij, maar laat ook in andere omstandigheden je baby niet meeroken. Denk bij voorbeeld aan de auto. In een vertrek kan rook wel acht uur blijven hangen. Lucht (ook wanneer je nooit rookt) regelmatig de kamer waar de baby slaapt.

Geef bij voorkeur borstvoeding, houd een fopspeen achter de hand.
Borstvoeding werkt beschermend en is risicoverlagend. Geef borstvoeding zo lang je kunt. Ook verstandig gebruik van een fopspeen levert een bijdrage aan veilig slapen. Wacht bij borstvoeding met een fopspeen tot het voeden probleemloos verloopt. Bij flesvoeding kan meteen worden begonnen. Zorg altijd voor schone spenen en gebruik ze met mate. Bied dus niet de hele dag door een speen aan, maar alleen als hulpmiddel voor het rustig slapen gaan en als er serieus getroost moet worden. Doe dat dan wel consequent, want plotseling de vertrouwde speen weglaten geeft onrust. Bouw na een half jaar af tot alleen voor het inslapen. Stop met het gebruik als de baby een jaar is. 

Gebruik geen geneesmiddelen met slaapverwekkende bijwerking.
Sommige geneesmiddelen zijn gevaarlijk voor baby’s. Ze kunnen een baby te diep laten slapen. Als je borstvoeding geeft, moet je deze medicijnen ook vermijden, want je geeft ze door via de melk. Lees altijd de bijsluiter van medicijnen. Raadpleeg bij twijfel de dokter. Geef je baby alleen een geneesmiddel als de dokter dat echt nodig vindt, want van de meeste middelen en middeltjes is niet of onvoldoende bekend hoe ze uitwerken op kinderen. Geef een baby geen honing, want honing kan sporen bevatten van een voor een baby levensgevaarlijke bacterie.

Let op rust en regelmaat.
Baby’s zijn gevoelig voor verstoring van rust. Reizen, drukke visites, logeerpartijen en allerlei andere ongewone gebeurtenissen brengen een zuigeling gemakkelijk van slag. Een verstoorde slaap kan het gevolg zijn. Dit geldt in bijzondere mate voor zogenaamde huilbaby’s. In het eerste levensjaar kun je onrustige situaties beter tot het uiterste beperken. Vertel dat ook anderen (oppas, opvang) die de zorg tijdelijk overnemen.

Waarom het verstandig is bovenstaande tips ter harte te nemen:
Baby’s zijn kostbaar. Maar ook kwetsbaar. Sommige baby’s zijn meer kwetsbaar dan andere, maar dat is niet altijd te zien of te vermoeden. Het risico dat een baby plotseling iets overkomt kan niemand helemaal wegnemen. Maar het kan wel héél erg klein worden gemaakt. Door bepaalde dingen niet en andere juist wel te doen. De voorgaande tips geven aan waar het in de eerste twee levensjaren om gaat.

Aarzel nooit om medisch advies te vragen. Doe dat in elk geval als je denkt dat er iets niet goed gaat met je baby. Of wanneer je twijfelt of met vragen zit. Voor meer informatie kun je altijd terecht bij je arts en bij het consultatiebureau.

Bijlage Protocol kinderopvang van de Stichting Wiegedood

Het model-protocol voor kinderopvang is ontwikkeld in overleg met praktijkdeskundigen.

Het sluit aan bij de in maart 2007 door NVK (Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde) en AJN (Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland) vastgestelde richtlijn Preventie Wiegendood van en wordt steeds bijgewerkt op basis van de meest actuele wetenschappelijke onderzoeksbevindingen. De statistieken over een lange reeks van jaren tonen aan dat volgen van de preventieadviezen leidt tot drastische verlaging van de incidentie van wiegendood. Nochtans kan niemand elk risico uitsluiten.

Het secretariaat van de stichting (0172 408271) is altijd bereid tot nader advies. U kunt ook de websites raadplegen of een voorlichtingsbijeenkomst aanvragen.


Pagina als PDF