Richtlijn: Borstvoeding (2015, multidisciplinair)

9. HIV

Inleiding

Een vrouw die geïnfecteerd is met HIV kan haar kind met het virus besmetten door het borstvoeding te geven.

Advisering (in Nederland)

  • Adviseer HIV-geïnfecteerde vrouwen om hun baby geen borstvoeding te geven. Afgekolfde melk van een HIV-geïnfecteerde moeder kan na pasteurisatie wel aan de baby worden gegeven. Donormelk of kunstmatige zuigelingenvoeding vormen andere alternatieven.
  • Leg baby’s van HIV-geïnfecteerde vrouwen niet aan de borst na de geboorte.
  • Raad zwangere vrouwen uit een hoog-risicogroep of uit gebieden waar HIV veel voorkomt (bijvoorbeeld sub-Sahara Afrika) verblijvend in Nederland en met een onbekende HIV-status aan om pas te starten met borstvoeding na een negatieve uitslag op een HIV-test.
  • Adviseer zwangere HIV-geïnfecteerde vrouwen uit risicolanden die met uitzetting worden bedreigd volgens het AFASS-principe.

 Lees verder voor de onderbouwing


Pagina als PDF