Hieronder staan onderwerpen die tijdens het anamnesegesprek besproken kunnen worden. Let daarbij op alarmsymptomen (voor een overzicht, zie ‘Differentiaal diagnose’ uit de kennismodule):
Het huilen
- Hoe, wanneer, sinds wanneer, hoe vaak en hoelang huilt de baby en wat zijn de gevolgen hiervan? Is de baby te troosten? Wanneer is de baby meer tevreden of huilt deze minder? Hoe gaat het slapen ‘s nachts en overdag?
- o Impact van het huilen op de ouder(s). Hiervoor kan je gebruik maken van de 4 vragen uit de Infant Crying and Parent Well-Being tool (ICPW) [88]:
- Is het huilen of de onrust van je baby onlangs een probleem geweest voor jou, en/of ben je hierdoor van slag geraakt?
- Is het huilen of de onrust van je baby onlangs een probleem geweest voor je partner, en/of is hij/zij hierdoor van slag geraakt?
- Heb je het gevoel dat je manieren hebt om je baby te troosten of kalmeren als hij/zij huilt?
- Heeft je partner het gevoel dat hij manieren heeft om je baby te troosten of kalmeren als hij/zij huilt.
Als ouder ≥ 3 vragen positief beantwoorden, dan duidt dit erop dat ouders het huilen van hun baby als een probleem ervaren.
Tractusanamnese: Oorzaken van excessief huilen
- Voeding:
- Gestart met borstvoeding of kunstvoeding? Voedingswisseling(en)? Interventies?
- Soort voeding: Frequentie en hoeveelheid (bij borstvoeding: één of twee borsten per keer?)
- Hoeveelheid voeding: Hoe vaak voeden (op kloktijd / op verzoek), drinkgedrag en duur, vlak voor of na het slapen of naar willekeur, mate van tevredenheid na het drinken. Voorkom overvoeding door te streven naar 150 ml/kg/dag in een frequentie van 7-10x per 24 uur met maximaal 30 minuten per voeding.
- Ontlasting: frequentie, consistentie (maak hierbij gebruik van de Bristol score, zie JGZ-richtlijn ‘Zindelijkheid’), persen, bloed?
- Spugen: hoeveelheid, bloed?
- Verzorging: Ritme en contact met je baby. Positieve momenten?
- Wat is tot nu toe geprobeerd en wat was het effect?
- Welke andere zorgverleners, ook buiten het reguliere circuit, zijn betrokken of geraadpleegd?
- Zijn/is de ouder(s) bezorgd? Waar zijn/is de ouder(s) bezorgd over? Hebben/heeft de ouder(s) dingen gelezen/gehoord op internet of sociale media waar ze vragen over hebben? Welke influencers volgen ze? Wat hebben ze gehoord? Hebben ze zorgen over (een) oorza(a)k(en) of over (een) factor(en) die volgens hen het huilen beïnvloedt/ beïnvloeden (kind – ouders – omgeving)?
- (vermoeden van) koemelkallergie
- pijn door reflux/krampen
- ontlasting frequentie
- onrustig drinken
- Psychosociale problemen bij de ouder(s) of in het gezin. Gevalideerde gespreksmethodieken zoals GIZ, SPARK kunnen worden gebruikt om samen met de ouder(s) de psychosociale situatie in kaart te brengen.
- Informatie uit de voorgeschiedenis (zwangerschap/geboorte, ingrijpende gebeurtenissen, angst, depressie, chronische stress).
Hoe gaat het met de ouder(s)?
- Gemoedstoestand van ouder(s), wederzijdse beïnvloeding en verwachtingspatroon.
- Wat is de gemoedstoestand van moeder en vader, de wederzijdse beïnvloeding en hun verwachtingspatroon? Is er sprake van angst of depressie?
- Competentie ouder(s):
- Hoe voelt het troosten (zijn er gevoelens van onmacht)?
- Inzicht in de behoeften van baby’s, normaal babygedrag en de problematiek rond het huilen.
- Welke verwachtingen zijn er?
- Ervaring met oudere kinderen.
- Opvoedingsattitude; wat vinden/vindt de ouder(s) belangrijk?
- Zelfreflectie van de ouder(s) op het eigen handelen en het effect ervan.
- Aanwijzingen voor kindermishandeling, concrete gedachten hierover of onmacht/frustratie waardoor ouders in een opwelling de baby zouden kunnen schudden (in verband met verhoogd risico op toegebracht schedelhersenletsel (TSHL))
Gezinssituatie: Beoordeel de draagkracht / draaglast. Vraag naar:
- Rol van de andere ouder (m.b.t. verzorging / opvoeding / ondersteuning / probleeminzicht).
- Stressvolle omstandigheden c.q. aanwezige risico- en beschermende factoren in het gezin.
- Sociaal netwerk van het gezin. Wie kunnen er helpen en durven ouders dit te vragen?
- Bezorgdheid / adviezen van anderen.
- Hoe zorgen/zorgt de ouder(s) dat ze het zelf volhouden/voldhoudt? Zorgen/zorgt de ouder(s) goed voor zichzelf?
- Hoe voelen/voelt de ouder(s) zich als de baby veel huilt? Hoe gaan/gaat de ouder(s) om met momenten waarop zij zich overweldigd of machteloos voelen? Wat doen/doet de ouder(s) als hij/zij merkt dat het geduld opraakt tijdens het troosten van de baby?
- Andere relevante informatie over het gezin.
- Roken