In alle Nederlandse onderzoeken is het percentage 2e en volgende kinderen onder wiegendoodkinderen hoger dan het percentage eerstgeborenen. Bij 2e en volgende kinderen blijkt ook de prevalentie van risicofactoren voor wiegendood hoger. Zo stonden zij vaker bloot aan passief roken, sliepen zij vaker onder een dekbed en werden vaker op hun buik of zij te slapen gelegd in hun eerste levensjaar [81].
Wanneer gecorrigeerd wordt voor deze factoren blijkt de rangorde in het gezin geen zelfstandige risicofactor te zijn. Het is niet duidelijk waarom de bekende risicofactoren meer bij de volgende dan bij eerste kinderen voorkomen. Misschien worden de ouders wat nonchalanter. Aan de andere kant zijn de ouders bij een volgend kind misschien juist beter voorgelicht en hebben zij meer ervaring. Kortom, een goede verklaring ontbreekt.