Richtlijn: Voorkeurshouding en schedelvervorming (2012)
6. Therapeutische interventie-Aanbevelingen
Diverse interventies zijn beschikbaar en in gebruik voor de aanpak van voorkeurshouding en schedelvervorming. Dit thema vat samen wat bekend is over de effectiviteit van deze interventies. Onderzocht is in hoeverre interventies de aandoening kunnen verminderen of een toename ervan kunnen beperken en welke nadelen en risico’s eraan kleven. Tevens zijn de kosten op een rij gezet.
Aanbevelingen
- Het verdient aanbeveling om bij een zuigeling met een voorkeurshouding de positionerings- en hanteringsadviezen te intensiveren en uit te breiden;
- Bij onvoldoende verbetering van een voorkeurshouding dient verwezen te worden naar een kinderfysiotherapeut en/of, afhankelijk van de bevindingen, naar een medisch specialist;
- Bij een persisterende voorkeurshouding vanaf de leeftijd van zeven weken is kinderfysiotherapie de standaardinterventie. Cruciaal in deze interventie is het intensief en herhaald geven van ouderinstructie over positionering, hantering en oefening;
- Behandeling door een manueel therapeut, osteopaat, chiropractor of craniosacraal therapeut in verband met voorkeurshouding of schedelvervorming dient aan ouders te worden ontraden. Hierbij wordt uitleg gegeven dat wetenschappelijke onderbouwing van deze therapieën vooralsnog ontbreekt. In enkele gevallen van manuele en craniosacrale therapie zijn complicaties opgetreden; van osteopathie zijn geen bijwerkingen bekend;
- Bij persisteren van schedelvervorming zonder voorkeurshouding verwijst de jeugdarts, als de ouders dit willen, de zuigeling op de leeftijd van circa 4 tot 6 maanden voor een meting van de mate van scheefheid (plagiocefalometrie) naar de kinderfysiotherapeut;
- Terughoudendheid wordt aanbevolen ten aanzien van verwijzing bij schedelvervorming voor toepassing van helmtherapie buiten wetenschappelijke studies om. Ouders dienen uitleg te krijgen over de aanwijzingen in de literatuur voor de effecten op korte termijn, het gebrek aan kennis over de effecten op langere termijn en over de negatieve effecten.
Lees verder voor de onderbouwing.