2.2.5 Diversiteit in eetculturen

JGZ richtlijn Voeding en eetgedrag (2013, aanpassing 2017)

Voeding en eetgedrag

Voeding omvat meer dan alleen de voedingskundige aspecten. De Wereldgezondheidsorganisatie benadrukt het belang van de sociale en culturele aspecten die met voeding samenhangen. Cultureel bepaalde voeding en cultureel bepaald eetgedrag zijn niet statisch: niet alleen zijn er verschillen tussen de Nederlandse eetgewoontes en keuken en die van migranten in Nederland, ook gewoontes en keukens van de diverse migrantengroepen verschillen van elkaar. Uiteraard zijn er ook op individueel niveau verschillen. Hieronder beschrijven we kort de algemene kenmerken van de meest voorkomende (andere) eetculturen in ons land.

De meerderheid van de migranten in Nederland heeft een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond.

Tradities in smaak, gerechten, receptuur en eetgewoontes worden van generatie op generatie overgedragen, waardoor de traditionele keuken een belangrijk onderdeel van het eetpatroon blijft. Verschillen lijken vooral zichtbaar tussen generaties. Daar waar de eerste generatie migranten veelal vasthoudt aan gewoonten en traditionele bereidingswijzen uit het land van herkomst, vindt bij de tweede en derde generatie een verschuiving plaats naar sneller en makkelijker. Hoewel er steeds minder tijd is om met het hele gezin/ de hele familie samen te eten, neemt ook bij de tweede en derde generatie migranten gezamenlijk eten nog steeds een belangrijke plek in het leven in. Eten en eten bereiden zijn sociale aangelegenheden. Eten staat synoniem voor samenzijn.

De sociale aspecten van eten komen ook terug bij het vieren van verjaardagen, bruiloften, besnijdenis, communie of andere feesten. Bij alle gelegenheden is er eten in overvloed. Soms bereid door de gastvrouw/gastheer, vaker nemen ook gasten gerechten mee. Het eten wordt vaak uitgestald op tafel, zodat gasten zelf kunnen pakken zoveel ze willen. Soms is het mooi inrichten van een tafel met gerechten bedoeld om het mooie eten te bekijken en door de gastheer/gastvrouw aangereikt te krijgen. Vaak krijgen de gasten ook eten mee naar huis.

Binnen de traditionele buitenlandse keukens wordt geen onderscheid gemaakt in gangen. De gerechten worden tegelijkertijd op tafel gezet of afhankelijk van de bereidingstijd vlak na elkaar. Ieder pakt wat hij lekker vindt, borden worden vaak niet door moeder opgeschept. Ook wordt er regelmatig gezamenlijk van schalen gegeten. Er is in die zin dus vaak geen sprake van afgemeten porties per persoon.

Religie speelt eveneens een belangrijke rol. Bij moslims zijn voorschriften uit de Koran een leidraad bij de voedselkeuze: alcohol en varkensvlees zijn verboden. Daarnaast is de gelovige moslim gehouden aan gedragsvoorschriften, zoals het houden van de vastenmaand. Zieken, zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen tot hun puberteit zijn niet verplicht om te vasten. Ongeveer 30% van de hindoes is vegetariër. Afhankelijk van de regio van herkomst wordt vis en/of vlees gegeten (ook wel van varkens, maar nooit rundvlees). Vasten kan bij hen ook wel betekenen dat op een bepaalde dag of op bepaalde dagen vlees/vis en sterke drank verboden zijn.

Ter informatie een keuze uit de voornaamste keukens, eetgewoonten en producten op een rij (bron: Mikado, kenniscentrum interculturele zorg, Aziza Sbiti, 2011):

Keuken Eetgewoonten Veelgebruikte producten
Turks
  • I.v.m. gastvrijheid wordt er altijd veel gekookt. De resten worden de volgende dag opgewarmd en gegeten. 
  • Bij bijna elke maaltijd wordt brood gegeten (= bestek). 
  • Niet mee-eten wordt als onbeleefd gezien. 
  • Traditioneel zit men tijdens het eten op kussens op de grond en eet gezamenlijk uit een grote schaal. 
  • Wanneer men genoeg heeft, toont men dit door iets over te laten. 
  • Veel Turken drinken de hele dag door thee, vaak met veel suiker. 
  • Een maaltijd bestaat meestal uit één hoofdgang, wel met veel bijgerechten.
  • Rijst (pilav) en (Turks) brood zijn basisvoedsel. 
  • Roomboter en olijfolie. 
  • Vis, schapenkaas, zwarte olijven, knoflookworst (sucuk) en salami (salam). 
  • Soep (çorba) eet men meerdere keren per week (rodelinzensoep, vermicellisoep, kippensoep, yoghurtsoep). 
  • Stoofpotten en groentegerechten.
Marokkaans
  • Bij bijna elke maaltijd wordt brood gegeten. 
  • Marokkaanse thee wordt in de pot met veel suiker bereid. Ook koffie wordt vaak al in de pot met suiker en melk bereid.
  • Stoofpotten (tajines). 
  • Couscous. 
  • Kikkererwten. 
  • Smaakmaker: harissa.
Antilliaans
  • Kinderen krijgen eerst te eten, pas daarna de volwassenen. 
  • Er wordt vaak extra gekookt, voor het geval er gasten langskomen. 
  • Traditioneel wordt met de hand gegeten, tegenwoordig wordt meestal bestek gebruikt.
  • Stoofpotten van geitenvlees (stoba), kip, vis of groenten. 
  • Meer vis dan vlees. 
  • Dagelijks rijst. 
  • Bonen, erwten, okra en cactus. 
  • Zonnebloemolie. 
  • Veel vruchtendranken en likeur.
Surinaams-Javaans
  • Geen voor- en nagerechten (na de maaltijd fruit). 
  • Veel bijgerechten. 
  • Geen varkensvlees.
Ui, knoflook, zout, suiker, peper, ketjap, maggiblokjes, laos (gember).
Surinaams-Hindoestaans
  • Ontbijt wordt vaak overgeslagen, lunch is vrij beperkt. 
  • Vaak wordt er ’s avonds twee keer warm gegeten (veel rijst, weinig groenten). 
  • Veel Hindoestanen zijn hindoe en geloven in reïncarnatie. Vooral oudere hindoes zijn om die reden vegetariër. 
  • Vasten is een belangrijk onderdeel van hun religie. Er is geen bepaalde vastentijd; iedereen kiest voor zichzelf wanneer, hoe vaak en hoe lang er wordt gevast.
  • Rijst is de belangrijkste koolhydraatbron. 
  • Overvloedig gebruik van kruiden. 
  • Pasta van peulvruchten (dhaal).
Surinaams-Creools
  • Eenpansgerechten zijn populair. 
  • Vaak 3 of 4 maaltijden op een dag. 
  • Er wordt altijd meer bereid dan nodig, voor onverwachte gasten. 
  • Meestal geen nagerechten. 
  • Moeders gebruiken voeding om te belonen of te straffen.
  • Kippenvlees is de belangrijkste eiwitbron. 
  • Bakkeljauw en zout vlees. 
  • Pindasoep. 
  • Mihoen, paksoi, kousenband, antroewa. 
  • Creolen houden vaak van fastfood, vooral van gefrituurde kip.
Surinaams-Chinees
  • Keuken is over het algemeen vetarm; groenten en vlees worden gewokt. 
  • Groenten staan centraal in de Chinese keuken en zijn dus volop aanwezig. 
  • Vaak bij hun avondmaaltijd soep, dit is onderdeel van de gehele maaltijd. 
  • Er wordt met stokjes gegeten uit kleine kommetjes of gewoon met bestek. 
  • Toetje is vaak fruit.
  • Rijst vormt de basis van vele gerechten. 
  • Smaakgevers: vijfkruidenpoeder, sojasaus, oestersaus, hoisinsaus, ve-tsin, gember, knoflook.

 

In de praktijk blijkt dat bij veel culturen dik zijn mooi wordt gevonden, dat dit welvaart en gezondheid suggereert. Het is daardoor moeilijk om deze groep te overtuigen en te motiveren om het voedingspatroon aan te passen wanneer het kind overgewicht heeft. In landen waar na de zuigelingperiode geen melk wordt gedronken (overgevoeligheid of niet de gewoonte) wordt vaak wel yoghurt of yoghurtdrank, kwark en kaas bij de maaltijden gebruikt.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback