5.1 Kinderen in de leeftijd van 0-1 jaar

JGZ-richtlijn Voeding en eetgedrag

Voeding en eetgedrag

JGZ heeft een belangrijke taak in de universele en individuele preventieve voorlichting, het beantwoorden van vragen van ouders met betrekking tot voeding en eetgedrag en het begeleiden en versterken van de competentie van ouders (empowerment). De preventieve taken bestaan uit:

  • Het volgen van groei en ontwikkeling (paragraaf 3.1).
  • Het verschaffen van informatie over gezonde voeding en leeftijdsadequaat eetgedrag en het geven van adviezen aan ouders en verzorgers om de ontwikkeling van verstoorde patronen op deze gebieden te voorkomen (paragraaf 3.2).
  • Wanneer een (dreigend) voedingsprobleem (spugen, verslikken, moeizame ontlasting, diarree, te weinig drinken/eten en te veel drinken/eten) of verstoord eetgedrag wordt gesignaleerd (paragraaf 3.3.), volgt begeleiding van ouders en kind; zo nodig wordt verwezen voor extra begeleiding of verdere diagnostiek en behandeling (paragraaf 3.4).

Kinderen met specifieke somatische aandoeningen (prematuriteit, schisis, syndroom van Down, atopische aanleg en voedselovergevoeligheid) kunnen een ander voedingsadvies hebben. Deze worden beschreven in hoofdstuk 6. Voor uitgebreide informatie zie de betreffende richtlijnen.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback