2.6.1 Gevolgen voor de fysieke ontwikkeling

JGZ richtlijn Voeding en eetgedrag (2013, aanpassing 2017)

Voeding en eetgedrag

Op het gebied van groei en gezondheid kan zowel ongezonde voeding als verstoord eetgedrag leiden tot achterblijvende groei, ondergewicht, overgewicht, darmproblemen (obstipatie, diarree) en tandbederf [51][75][138][149]. Veel voedinggerelateerde klachten zijn het gevolg van ongezonde voeding. Diarree kan een gevolg zijn van veel (fructoserijke) vruchtensappen en verstopping kan komen door te weinig voedingsvezels en/of te weinig vocht. Verder kan spugen bij zuigelingen het gevolg zijn van te veel drinken, te veel lucht slikken, te snel drinken of te geconcentreerde voeding.

Bij kinderen die langdurig onvolwaardig eten buigt meestal eerst het gewicht en pas later de lengte af [149]. Bij normalisering van een onvolwaardig voedingspatroon treedt inhaalgroei op, maar wordt het eerdere groeiniveau niet altijd meer bereikt. Het langdurig weigeren van een of meer voedingsmiddelen of het op grond van bepaalde overtuigingen aanpassen van het voedingspatroon zonder dit te compenseren door gelijkwaardige producten kan voedingsdeficiënties (vooral van zink en ijzer) veroorzaken [126]. Bij kinderen kan dit effect hebben op de groei en ontwikkeling. Ook de mondmotorische vaardigheden van jonge kinderen kunnen door eenzijdige voedingsgewoonten negatief worden beïnvloed. 

Klassieke eetstoornissen kunnen zeer ernstige lichamelijke en psychische gevolgen hebben. Bij anorexia nervosa staan de lichamelijke gevolgen van ondergewicht, ondervoeding, vasten en overactiviteit op de voorgrond. Deze gevolgen zijn onder meer: uitputting, ondertemperatuur, obstipatie en vertraagde maagontlediging, trage hartslag en lage bloeddruk, huidproblemen zoals schilferige huid, lanugobeharing, bros haar en haaruitval, botontkalking en onvoldoende botopbouw, uitblijvende menstruatie en uitblijven van de normale groei en seksuele rijping. Sommige gevolgen kunnen levensbedreigend zijn, zoals hartritmestoornissen, decompensatio cordis of hypoglykemie. De lichamelijke gevolgen van braken, misbruik van laxantia en/of diuretica kunnen zijn: lokale beschadigingen van het tandglazuur, de slokdarm of de dikke darm, vergrote speekselklieren, beschadigde handrug (door opwekken van braken) en stoornissen in de zout- en waterhuishouding. Lichamelijke gevolgen van een onregelmatig eetpatroon en/of eetbuien kunnen zijn: menstruatiestoornissen, misselijkheid en maagpijn, diarree en obesitas. Psychische klachten bij een chronische eetstoornis kunnen zijn: depressiviteit, (sociale) angstklachten, concentratie- en geheugenstoornissen en obsessief denken – vooral over eten, gewicht en uiterlijk. Eetstoornissen hebben vaak ook een grote invloed op het sociale leven van de patiënten. Zij kunnen het fysiek en mentaal vaak niet meer opbrengen om te werken, te studeren of naar school te gaan en raken in een sociaal isolement. Dankzij behandeling geneest ongeveer de helft van de jongeren.

Ook overgewicht kan een symptoom van een eetstoornis zijn. Overgewicht op kinderleeftijd is een voorspeller voor overgewicht op latere leeftijd [133]. Overgewicht en vooral obesitas leiden tot vele gezondheidsproblemen: gewrichtsproblemen, cardiovasculaire problemen, hypertensie, diabetes type 2, leververvetting en infertiliteit. Overgewicht kan daarnaast psychosociale problemen veroorzaken, zoals gepest worden, een negatief zelfbeeld en depressie. Gezien de gezondheidsrisico’s van een te hoog lichaamsgewicht is preventie van overgewicht van essentieel belang.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback