2.5.1 Inleiding
Er bestaan verschillende visies op de ontstaanswijze van voorkeurshouding en schedelvervorming. Deze visies zijn van belang omdat zij kunnen leiden tot verschillende manieren van preventie en behandeling.
In de literatuur wordt in diverse studies ingegaan op risicofactoren voor zowel voorkeurshouding als schedelvervorming. Een risicofactor is een factor die de kans op de aanwezigheid of het oplopen van de aandoening verhoogt. Als iets een risicofactor is, zegt dat niets over de eventuele causaliteit van het verband tussen die factor en de aandoening. Een onderscheid kan gemaakt worden in socio-demografische factoren, obstetrische factoren, kindfactoren en verzorgingsfactoren.
In dit hoofdstuk richten we ons op de eerste plaats op het nagaan van de bewijslast voor de verschillende visies op de etiologie. Daartoe wordt ingegaan op de evidentie die op basis van de literatuur bestaat voor het verband tussen bepaalde factoren en voorkeurshouding en/of schedelvervorming. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens de vraag uitgewerkt welke socio-demografische, obstetrische of kindfactoren zich lenen voor een risicogroepbenadering bij preventie, signalering en aanpak van voorkeurshouding en schedelvervorming.
2.5.2. Uitgangsvragen
- Voor welke visies op de etiologie van voorkeurshouding en schedelvervorming bestaat wetenschappelijke onderbouwing?
- Welke risicofactoren zijn aanwijsbaar voor voorkeurshouding en schedelvervorming
2.5.3. Onderbouwing en samenvatting literatuur
Zie bij Evidence 2.5.1 en 2.5.2