Opening gesprek
Met ouders 1e gesprek (onbekend of moeder besneden is)
‘Ik wil u ook nog iets vragen over een onderwerp dat te maken heeft met het land waar u vandaan komt. In … (land van herkomst noemen) worden veel meisjes besneden. Hoe denkt u over meisjesbesnijdenis? Wat betekent besnijdenis voor u?’
‘Ik weet dat (sommige) vrouwen in uw land (land van herkomst benoemen) besneden zijn en het belangrijk vinden. Bent u zelf ook besneden? Kunt u mij daar meer over vertellen? Wat vindt u er zelf van?’
‘Ik heb met u gesproken over hoe het gaat met uw kind en uw gezin/we hebben zojuist een aantal belangrijke onderwerpen besproken. Een ander onderwerp waar ik graag met u over wil praten, is meisjesbesnijdenis.’
‘Is het in uw gemeenschap de traditie om meisjes te besnijden?’
Met ouders 1e gesprek (bekend dat moeder besneden is)
‘Ik lees in de overdracht van de verloskundige/gynaecoloog/kraamverzorgende dat u besneden bent. Kunt u mij daar wat meer over vertellen?’
‘Ik lees in de overdracht van de verloskundige/gynaecoloog/kraamverzorgende dat u besneden bent en dat er daardoor problemen zijn geweest in de zwangerschap/tijdens de bevalling. Kunt u mij daar iets meer over vertellen?’
‘U heeft (tijdens het huisbezoek of het vorige consult) met mijn collega gesproken over de besnijdenis en tradities in uw land of aan mijn collega verteld dat u besneden bent. Mijn collega heeft u ook verteld dat we hierover op verschillende momenten met u zullen praten. Wilt u me daar meer over vertellen? Wat vind u daarvan?
Met ouders nadat al een keer over VGV is gesproken
‘Ik (of mijn collega) heb/heeft met u al eens eerder over meisjesbesnijdenis gesproken, hoe denkt u daarover en hoe uw partner?’ Hier kan dan ook doorgevraagd worden naar hoe andere belangrijke mensen in de omgeving erover denken.
‘Praat u met uw partner wel eens over meisjesbesnijdenis? Wat vindt u en wat vindt uw partner van het besnijden van meisjes? Wilt u of uw partner uw dochter laten besnijden?’ Er is dan aansluitend een mogelijkheid om voorlichting over de gezondheidsrisico’s, rechten/bescherming van het meisje te geven.
‘In het dossier van uw kind lees ik dat u besneden bent en dat u uw dochter wilt laten besnijden. Denkt u daar nog steeds zo over? En hoe denkt uw partner daarover? En uw familie?’
‘In het dossier van uw kind lees ik dat u niet besneden bent en uw dochter niet wilt laten besnijden. [Positief bekrachtigen!] Denkt u daar nog steeds zo over? En hoe denkt uw partner over meisjesbesnijdenis? Hoe denkt uw omgeving erover? Heeft u nog contact met familie in uw thuisland? Hoe wordt daar over meisjesbesnijdenis gedacht? Op welke leeftijd is dit gebruikelijk?’
‘In het dossier van uw kind lees ik dat u besneden bent en dat u twijfelt of u uw dochter wel of niet wilt laten besnijden. Hoe denkt u er nu over?’
Met meisje 1e gesprek (onbekend of zij besneden is)
‘In de gesprekken met je moeder, vader of ouders hebben we het over meisjesbesnijdenis gehad. Praten jullie daar thuis wel eens over?’
‘Weet je of het in jouw familie gewoonte is om meisjes te besnijden?’
‘Ken je zelf iemand in je omgeving die besneden is?’
‘Wat vind je van meisjesbesnijdenis? Positief/negatief?’
‘Heb je wel eens iets gelezen over besnijdenis of er iets over gezien, bijvoorbeeld op internet of op de tv?’
‘Wil je moeder of je ouders (of familie) dat je besneden wordt? Zo ja, hoe vind je dat? Wil je zelf ook besneden worden?’
‘Kun je steun krijgen bij mensen die je vertrouwt?
‘Ken je het beleid rondom meisjesbesnijdenis in Nederland?’
Vragen naar klachten wanneer meisje is besneden
Verdiepingsvragen
Algemeen
‘In Nederland is besnijdenis verboden omdat het veel gezondheidsproblemen kan geven. Daarover is gelukkig in Nederland de laatste tijd meer kennis en er zijn artsen die kunnen helpen als er problemen zijn die door de besnijdenis veroorzaakt worden.’
‘Heeft u wel eens met uw partner over besnijdenis gesproken? Weet u hoe hij erover denkt?’
‘Bent u bekend met de gezondheidsrisico’s en het beleid en de wetgeving van VGV in Nederland?’
‘Is er familie- of gemeenschapsdruk om uw dochter te laten besnijden?’
‘Welke invloed heeft familie in het land van herkomst op uw beslissing?’
‘Hoe gaat u om met mogelijke druk van anderen rondom dit onderwerp?’
BELANGRIJK ongeacht of moeder besneden is: doorvragen naar de familie
‘Is uw moeder besneden? Is de moeder van uw man/partner besneden?’
Als er oudere zusjes zijn: ‘Zijn de oudere zusjes van dit meisje besneden?’
‘Zijn uw zussen besneden? En die van uw man?’
‘Zijn de kinderen van uw (schoon)zussen besneden?’ Dit geeft een idee van de tradities binnen de familie.
‘Kent u vrouwen binnen uw gemeenschap die niet besneden zijn of waarvan de dochters niet besneden zijn?’
‘Weet u welke vorm van besnijdenis deze vrouwen hebben?’
‘Weet u op welke leeftijd zij besneden zijn?’
Als moeder vertelt dat ze niet besneden is
‘Bent u helemaal niet besneden, ook niet een klein beetje?’ In Nederland zijn alle typen van VGV verboden, ook de lichtste vorm (vaak gezien als een ‘klein beetje’). Ook de lichtste vorm kan grote gevolgen hebben voor de medisch lichamelijke, psychische en seksuele gezondheid van de vrouw.
‘Zijn andere vrouwen in uw gemeenschap wel besneden? Hoe is het voor u om niet besneden te zijn?’
Als moeder wel besneden is
‘Hoe bent u besneden?’ Laat moeder beschrijven of als het mogelijk is, op een plaatje laten aanwijzen om welke vorm van besnijdenis het gaat. Soms zeggen ouders ‘een beetje besneden’, vaak bedoelen ze dan een clitoridectomie.
‘Op welke leeftijd bent u besneden?’
‘Is het in uw gemeenschap de traditie om meisjes te besnijden?’
‘Wat betekent besnijdenis voor u?’
‘Hoe belangrijk is het voor u?’
‘Ik heb gehoord dat het in een aantal landen een mooie, feestelijke dag is. Is dat in uw thuisland ook zo? Kunt u daar iets meer over vertellen?’
‘Heeft u lichamelijke klachten als gevolg van de besnijdenis? Bijvoorbeeld pijn bij het plassen of bij het vrijen?’
‘Bent u wel eens verdrietig of somber omdat u besneden bent?’
‘Wat zijn u en uw partners plannen voor uw dochter? Wilt u of uw partner uw dochter laten besnijden?’
Het verduidelijken van de invloed van andere mensen in de omgeving en familie, inclusief die in het land van herkomst. (Deze vragen ook stellen wanneer ouders aangeven dat zij hun dochter niet willen laten besnijden)
‘Gaat uw wel eens op familiebezoek in het buitenland? Wie gaat u bezoeken? Wanneer en met wie gaat u daarheen? Verblijft uw dochter daar ook zonder u?’
‘Hoe denken mensen in uw omgeving over meisjesbesnijdenis?’
‘Heeft u contact met uw (schoon)familie, hier of in het buitenland? Hoe denken uw (schoon)ouders, (schoon)zussen, broers, zwagers over meisjesbesnijdenis? Willen zij dat uw dochter besneden wordt? Hoe is dat voor u?’
‘Is meisjesbesnijdenis een onderwerp waarover in de familie wordt gesproken?’
‘Praat u met uw partner wel eens over meisjesbesnijdenis? Wat vindt uw partner van het besnijden van meisjes?’
‘Weet u hoe uw (schoon)moeder/(schoon)zus/vriendinnen denken over het wel of niet besnijden van meisjes?’
‘Als de familie wil dat uw dochter besneden wordt, kunt u er dan voor zorgen dat dit niet gebeurt? Heeft u hier hulp bij nodig? Kent u de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis al, zullen we deze samen doornemen?
Omgaan met reactie ouder
Dat gebeurt (al lang) niet meer in het land waar ik vandaan kom, de informatie die u heeft klopt echt niet.
Bevestig dat je het fijn vindt. Geef aan dat je deze vraag stelt omdat je uit ervaring weet dat er ook nu nog veel meisjes uit dit land van herkomst worden besneden, ondanks de wet tegen mesjesbesnijdenis in dit land (haal indien nodig naar prevalentiecijfers aan). Vraag ook door wanneer de traditie binnen uw familie/gezin gestopt is. Is dat bij u of uw moeder geweest? (in het geval van gesprek met moeder). Betekent dit dat u of uw moeder ook niet een klein beetje besneden is?
Als de ouder niet ingaat op de vragen of kwaad wordt
Gevoelens van ouders benoemen (angst, onzekerheid, wantrouwen, boosheid). Gebruik daarbij de woorden die de vrouw gebruikt. Door de woorden van de vrouw te herhalen (ook wel “papegaaien” genoemd), bevestigt de vrouw dit zelf. Het zichzelf horen bevestigen kan escaleren, waardoor het gesprek makkelijker verdergaat.
‘Ik merk dat het op dit moment moeilijk is om hierover te praten.’
‘U wilt er op dit moment niet over praten. Daar heb ik begrip voor. Ik wil wel dat u weet dat meisjesbesnijdenis verboden is in Nederland en dat geldt voor alle vormen. Ik zou heel graag de verklaring met u door willen nemen om zo het beleid in Nederland met u te bespreken, het is belangrijk dat u weet dat het de taak is van mij als professional om samen met u te spreken over de veiligheid van uw dochter. Meisjesbesnijdenis is een ernstig strafbaar feit waarvoor u in Nederland de gevangenis kunt komen. Ook als u het in het buitenland laat doen. Ik noteer in het dossier dat ik dit met u heb besproken.’
‘Een andere keer zal ik op dit onderwerp terugkomen. Ik zou het fijn vinden om dan met u in gesprek te kunnen gaan.’
Ouder klapt dicht of zegt dat ze het moeilijk vindt om erover te praten
‘Ik zie/u zegt dat u het moeilijk vindt om over het onderwerp meisjesbesnijdenis te praten. Ik kan me voorstellen dat u het moeilijk vindt. Het is ook een lastig onderwerp om over te praten. Wat vindt u er vooral moeilijk aan? Is er iemand waarmee u daar wel over kunt praten?’ [Aanhaken waar mogelijk met sleutelpersoon]
‘Een andere keer zal ik op dit onderwerp terugkomen. Ik zou het fijn vinden om dan met u in gesprek te kunnen gaan.’
Ouder zegt dat hij/zij het er niet over wil hebben, ‘het gaat je niks aan’, en wil je niets vertellen.
Gevoelens van moeder/ouders benoemen (angst, agressie, onzekerheid) en nogmaals uitleggen waarom je ernaar vraagt. Van perspectief kunnen wisselen is hier van belang om zo het gesprek gaande te houden, gebruik de vragen vertel eens,…of ik zie dat het u raakt, wat is het dat er voor zorgt dat emoties komen.
De nadruk leggen op de preventie van gezondheidsrisico’s om moeder aan het denken te zetten en het gesprek meer open te houden. Bespreken van gezondheidsrisico’s is vooral een goede insteek bij infibulatie en excisie, daarnaast de rechten/bescherming van het meisje noemen. Bij de lichtere vormen zal de nadruk moeten liggen op de rechten/bescherming van het meisje. Respecteer verder de wens en geef aan dat moeder, als moeder er zelf over wil praten of vragen heeft, er altijd op kan terugkomen.
Ouder vraagt wat u met die informatie gaat doen.
‘We praten met u over meisjesbesnijdenis omdat het risico’s heeft voor de gezondheid van uw dochter en omdat het strafbaar is. We noteren deze informatie zodat ook andere collega’s hier in de toekomst van op de hoogte zijn. De informatie blijft vertrouwelijk.’
Leg wel uit dat het mogelijk is dat jij en je collega’s dit nog vaker zullen bespreken met respect voor de cultuur het herhaaldelijk bespreken is van belang omdat de context centraal staat en telkens kan veranderen.
Ouder geeft aan dat hij/zij niet wil dat de dochter besneden wordt, maar zijn/haar man/vrouw en familie/omgeving wil dat wel.
Positief bekrachtigen.
Breng in kaart hoe acuut het risico is. Bespreek de mogelijkheden voor een gesprek met de andere ouder(huisbezoek) met behulp van de inzet van sleutelpersonen. Start de meldcode voordat je dit gesprek ingaat (je hoeft hierbij de naam van het kind/de ouders niet te noemen).
Vraag naar andere ondersteuningsmogelijkheden of belangrijke personen rondom het gezin, zowel in de gemeenschap als in het land van herkomst.
Ouder geeft aan dat hij/zij niet wil dat haar dochter besneden wordt, maar je hebt het gevoel dat het een sociaal wenselijk antwoord is.
‘Ik hoor u zeggen dat u uw dochter niet wilt laten besnijden. Ik kan me voorstellen dat u hierover gemengde gevoelens heeft. Staat u hier zelf ook achter of doet u dit omdat het in Nederland verboden is?’
‘Ik begrijp dat u uw dochter niet wilt laten besnijden, graag kom ik er later nog eens op terug omdat het toch een heel moeilijke beslissing is die je niet zomaar neemt.’
Wijs op de gezondheidsrisico’s en het feit dat het bij wet verboden is in Nederland.
Wees duidelijk dat je het in het dossier noteert.
Moeder/vader vertelt dat ze haar dochter wil laten besnijden.
‘Ik begrijp dat u uw dochter wilt laten besnijden. Wilt u me vertellen wat de reden is dat het voor u belangrijk is uw dochter te laten besnijden? Vind u het goed als we hier eens verder op ingaan en samen op zoek gaan naar antwoorden?
Wijs op de negatieve gevolgen voor de gezondheid van het meisje. Vervolgens erop wijzen dat de rechten van het kind op bescherming in Nederland bij de wet zijn geregeld. Wees duidelijk over de wet. Gedragsverandering is onder sociale druk erg moeilijk en wetgeving en gezagsgevoeligheid kunnen dan de eerste basis zijn om toch verder te komen.
‘Wanneer wilt u uw dochter laten besnijden?’
‘U vertelt dat u uw dochter wilt laten besnijden. Ik maak me hier zorgen over. Weet u dat dit in Nederland verboden is en dat het slecht is voor de gezondheid van uw dochter? Ik moet daarom mijn zorgen melden en overleggen met collega’s.
Start de meldcode eerst intern, overleg met collega of aandachtsfunctionaris. Indien nodig advies vragen bij Veilig Thuis.
Meisje wil niet besneden worden maar is bang dat het toch gaat gebeuren.
Start de meldcode. Ga na wie het meisje in haar eigen netwerk kan helpen of zorg voor professionele hulp.
Vraag advies aan Veilig Thuis en/of doe een melding. Als je een melding doet, vertel dat dan aan het meisje. Spreek met Veilig Thuis af hoe je omgaat met de privacy van het meisje en vertel het meisje wat je daarover hebt afgesproken.
Houd in de gaten of het meisje bij hulpverlening aankomt en roep het meisje later nog eens op om te monitoren of het nog goed gaat.