4 Preventie

JGZ richtlijn Angst (2016)

Angst

Voorlichting en advies voor jeugdigen met angst en hun ouders 

In het JGZ-consult ligt de nadruk op normalisatie en de jeugdige versterken in zijn eigen mogelijkheden, maar kunnen ook adviezen aan de ouder of de jeugdige meegegeven worden over het ontstaan en hoe om te gaan met angst. Dit valt onder de noemer ‘psycho-educatie’. In de eerste plaats is het belangrijk dat de gevoelens van de jeugdige erkend worden. Het specifieke advies voor de jeugdige komt er in het kort op neer om angsten niet te vermijden maar onder ogen te zien, probleemoplossende vaardigheden en adequate coping in te zetten en zich daarnaast toch in kleine stapjes bloot te stellen aan de situatie (‘exposure’). Als er negatieve gedachten aan de angst ten grondslag liggen (zoals: ‘ik kan dit toch niet’) kan gekeken worden hoe deze niet-helpende gedachten omgebogen kunnen worden naar helpende gedachten (gebaseerd op cognitieve gedragstherapie). Ook is het zorgen voor voldoende ontspanning, beweging (sporten) en afleiding belangrijk. Ouders kunnen hun algemene opvoedingsvaardigheden inzetten en krijgen van de JGZ specifieke adviezen hoe zij hun kind kunnen helpen bij het hanteren van problematische angst.

Opvoedingsvaardigheden 

Ouders kunnen door middel van hun opvoedingsvaardigheden bijdragen aan de ontwikkeling van hun kinderen. Kinderen die op een positieve manier worden opgevoed, hebben een grotere kans om zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen met veel zelfvertrouwen die een positieve bijdrage kunnen geven aan de samenleving. Welke opvoedcompetenties zijn van belang voor een gezonde ontwikkeling van het kind? Voor opvoedcompetenties zijn aanknopingspunten te vinden in de vier pedagogische basisdoelen [168]. Deze basisdoelen gelden voor iedere omgeving waar het kind zich in beweegt (thuis, maar ook school en in de kinderopvang):

1. het bieden van emotionele en fysieke veiligheid
2. het bevorderen van persoonlijke competentie (zoals veerkracht, impulscontrole, motivatie, zelfstandigheid, cognitieve vaardigheden)
3. het bevorderen van de sociale competentie
4. socialisatie door overdracht van waarden en normen.

Hier vloeit een aantal opvoedingsvaardigheden uit voort [164]:

  • bieden van emotionele ondersteuning (sensitiviteit, betrokkenheid)
  • respect voor autonomie van de jeugdige (zelfstandigheid bevorderen)
  • structuur bieden en grenzen stellen
  • informatie en uitleg geven om de wereld begrijpelijk te maken
  • creëren van voorwaarden voor een goede ontwikkeling van de jeugdige
  • problemen het hoofd kunnen bieden (eigen leven op orde hebben, niet weglopen voor problemen).
     

Aan ouders met angstige kinderen kunnen ook specifieke aanwijzingen gegeven worden om problematische angst bij hun kinderen te voorkomen of angst beter te hanteren. Volgens het VRIENDEN-programma [152] zijn drie basisvaardigheden relevant. Deze vaardigheden zijn aangevuld met kennis vanuit Risico- en beschermende factoren:

 

1.Aandacht schenken aan positief gedrag. Ouders kunnen hun kind complimenten of aandacht geven als het gewenst gedrag vertoont, bijvoorbeeld als het kind iets doet wat het eng of spannend vindt of tijdens een moeilijke situatie (‘dapper gedrag’). Het kind mag zelfstandig zijn of haar omgeving ontdekken (autonomie) en daarbij fouten maken. Tegelijkertijd moeten angstgevoelens bij het kind wel erkend worden en niet afgedaan worden als aanstellerij. Een meer uitdagende vaderrol in combinatie met een beschermende moederrol lijkt een positief effect te hebben op de ontwikkeling en het angstniveau bij het kind.
2. Het goede voorbeeld geven. Door als ouder zelf positief gedrag te laten zien, bijvoorbeeld door zelf op moeilijke situaties af te gaan en niet te vermijden, wordt het kind gestimuleerd om hetzelfde te doen. Het is ook van belang om bewustzijn te creëren bij de ouders dat eigen angsten op het kind kunnen worden overgedragen.
3. Praten met je kind. Door als ouder met je kind te praten over bepaalde angsten voelt het zich begrepen en gesteund. Ook kan samen gezocht worden naar plannen om moeilijke situaties het hoofd te bieden. Ouders kunnen vaardigheden aangereikt krijgen ter conflicthantering, probleemoplossing en coping.

 

Voorlichting en advies voor ouders over angst in het algemeen 

Wanneer er sprake is van problematische angst bij een jeugdige wordt in het JGZ-consult informatie, tips en adviezen aan de ouders meegegeven over het ontstaan en hoe om te gaan met de angst.

Hier volgt een aantal voorbeelden van tips aan ouders die te maken hebben met een angstig kind. Deze tips komen van de website www.opvoeden.nl en zijn aangevuld tips vanuit het VRIENDEN-programma [152] en vanuit de werkgroep.

Veelvoorkomende angsten bij basisschoolkinderen zijn: angst voor alleen zijn, het donker, onweer, honden (of andere dieren), voor een ongeluk of brand of een inbreker die het huis binnensluipt. Hoe ga je als ouder om met dit soort angsten?

  • Benoem de angst van je kind.
  • Neem de angst van je kind serieus (niet weglachen of zeggen dat het kind zich aanstelt).
  • Probeer wanneer je zelf angst ervaart rustig te blijven door je op je adem te concentreren.
  • Lukt dit niet, dan kun je aangeven dat je de situatie zelf ook niet zo prettig vindt.
  • Ga er niet in mee als je kind de situatie wil ontlopen, maar moedig het juist aan nieuwe dingen te proberen. Iets forceren heeft trouwens geen zin.
  • Geef je kind meteen een compliment als het lukt rustig te blijven in enge situaties. Doe dit heel concreet (bijvoorbeeld: ’Jan, het was heel erg goed dat je zo dapper was en zo luid en duidelijk voor de hele klas vertelde. Dat was heel knap van je’).
  • Merk ook kleine overwinningen op en geef uw kind daar complimenten voor (bijvoorbeeld: ‘De manier waarop je het in elk geval wel hebt geprobeerd is hartstikke goed; voor de hele klas praten is knap van je!’)
  • Bedenk samen dingen die kunnen helpen in enge situaties, zoals je ontspannen, erover praten en aan iets leuks denken.
  • Help je kind stap voor stap zich over angsten heen te zetten. Als je kind bijvoorbeeld bang is voor honden, ga dan eerst samen naar plaatjes kijken van honden en probeer dan eens een kleine en daarna een grotere hond te aaien. Als het beter gaat kun je je kind leren dat je niet zomaar alle honden kunt aaien die je niet kent, omdat dit gevaarlijk kan zijn.
  • Doe gedragingen die je graag zou willen zien bij je kind zelf voor (bijvoorbeeld ontspannen, goed luisteren, op moeilijke situaties afgaan, op een positieve manier over moeilijke situaties praten, om hulp vragen).
  • Stimuleer je kind om steun bij leeftijdgenoten te zoeken (nodig bijvoorbeeld vrienden/vriendinnen uit om bij jullie thuis te komen, stimuleer je kind om vrienden/vriendinnen te bellen).

 

Voorbeelden van informatiebronnen voor ouders zijn: 

  • De website het NJI Deze linkt opent in een nieuw tabblad. Deze website (voorheen Opvoeden.nl) bevat betrouwbare informatie die getoetst is door verschillende kennisinstituten. Op deze website is veel meer informatie over angst te vinden.
  • Op de website van de ADF Deze linkt opent in een nieuw tabblad stichting staat een lijst met (voorlees)boeken voor
    kinderen en jongeren.
  • Op de website JM ouders Deze linkt opent in een nieuw tabblad  is informatie te vinden over bang zijn bij kinderen met daarnaast allerlei ervaringsverhalen (bijvoorbeeld angst om te slapen, voor het zwembad, voor de dokter).
  • Op de Belgische website Groeimee.be  is allerlei informatie over angst bij kinderen te vinden en hoe hiermee om te gaan.
  • Het boek ‘Angst bij kinderen’ van kinderpsychiater Frits Boer (2011).[153]

 

Voorlichting en advies voor ouders over faalangst 

Ook over faalangst staan op de website van het NJi Deze linkt opent in een nieuw tabblad verschillende tips voor ouders over hoe hiermee om te gaan. Hieronder staat een aantal voorbeelden uitgewerkt van tips hoe faalangst te voorkomen is. Verder vinden ouders op de website hoe ze faalangst kunnen herkennen en hoe ze hun kind hierbij kunnen helpen (zie de links).

Hoe voorkom je faalangst? 

  • Wees realistisch over prestaties, zonder overdreven te doen, te verbloemen als iets niet lukt of je kind af te kraken.
  • Verwacht niet veel te veel van je kind, maar zeker ook niet te weinig.
  • Als je kind zelf dingen doet, is dat goed voor het zelfvertrouwen.
  • Reageer positief als je kind iets probeert wat moeilijk is, ook al mislukt het.

 

Tips  Deze linkt opent in een nieuw tabbladom te helpen bij faalangst, kind in de basisschoolleeftijd
Tips  Deze linkt opent in een nieuw tabbladom te helpen bij faalangst, puber

——————————————————————————————

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback