5.3 Vermijden van prikkels

JGZ-richtlijn Astma

Astma

Vermijden van prikkels

Tabaksrook

Bij de begeleiding bij prikkelbare luchtwegen/astma hoort in de eerste plaats het motiveren en ondersteunen van ouders en de jeugdigen om te stoppen met roken en om niet (opnieuw) te beginnen met roken. JGZ-professionals verwijzen gemotiveerde ouders en jeugdigen (met verwijsbrief) voor behandeling van tabaksverslaving en begeleiding bij stoppen met roken naar een erkende stoppen-met roken begeleider in de buurt of  naar het programma “Rookvrije Ouders” voor telefonische coaching. Er wordt aangeraden te kiezen voor een rookvrije school en rookvrije kinderopvang. 

Huisstofmijt 

Bij jeugdigen van zes jaar en ouder wordt bij vermoeden van astma door de huisarts, de kinder(long)arts of de verpleegkundig specialist kinderlongziekten onderzocht of er antistoffen (IgE) zijn tegen de belangrijkste inhalatieallergenen: huisstofmijt, boom-, gras- en kruidpollen, schimmels en epidermale producten van kat, hond en evt. knaagdier. Als er antistoffen tegen huisstofmijt worden aangetoond dan kunnen ouders en jeugdigen, afhankelijk van de ernst van de klachten, adviezen krijgen over hoe zij blootstelling kunnen verminderen. Deze adviezen betreffen vochtbestrijding (zie onder), aanpassingen in de woning, aangepast schoonmaken en vermijden van het allergeen. 

Om klachten van huisstofmijt te verminderen of te voorkomen wordt aangeraden om in de woning te zorgen voor gladde oppervlakten (dat wil zeggen: gladde vloeren, meubels met gladde bekleding en een goede kwaliteit synthetische vulling, geen of minder knuffels, niet te veel kleden op de grond, geen wollen gordijnen maar van katoen of kunststof). Het is raadzaam om met het doen van aanpassingen altijd eerst in de slaapkamer te beginnen, en daarna zo nodig de woonkamer aan te pakken.

Mogelijkheden voor aanpassingen in de woning (saneren) zijn mede afhankelijk van de (financiële) middelen van de ouders. Juiste adviezen zijn belangrijk zodat kosten en baten vooraf goed afgewogen kunnen worden. In de regel worden ouders hiervoor door de hoofdbehandelaar verwezen naar een kinderlongverpleegkundige. De kinderlongverpleegkundige (indien beschikbaar) brengt zo nodig een huisbezoek. Voor woningsanering biedt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geen vergoedingsregeling.

Naast het saneren van de woning is goed schoonmaken belangrijk om een afname van de hoeveelheid allergeen te bereiken. Er wordt aanbevolen tapijt regelmatig stof te zuigen (twee tot drie keer per week is voldoende). Bij stofzuigen worden de uitwerpselen van huisstofmijt opgezogen, maar ook weer uitgeblazen. De jeugdige met huisstofmijtallergie kan dus beter niet in de buurt zijn als er wordt gestofzuigd. Het is verder raadzaam het filter van de stofzuiger regelmatig te vervangen en de stofzak op tijd te vervangen/het stofreservoir op tijd te legen. Een halfuur na het stofzuigen kan dan stof worden afgenomen met een vochtige doek. 

Omdat huisstofmijt bij 60 0C wordt gedood, kan worden geadviseerd om het dekbed, het kussen en knuffels eens per zes weken op 60 0C in de wasmachine te wassen, beddengoed wekelijks op 60 0C. Als dit niet mogelijk is bijvoorbeeld vanwege de vulling of omdat het niet in de wasmachine past, dan wordt geadviseerd het dekbed en het kussen te vervangen door nieuwe die wel in de wasmachine gewassen kunnen worden.  Kussen en knuffels kunnen ook een week in een plastic zak in de vriezer bij -20 0C worden bewaard en daarna gewassen en uitgespoeld om dode mijten te verwijderen. Gordijnen kunnen het beste één- of tweemaal per jaar op 60 0C worden gewassen. Kledingkasten kunnen het beste dichtgehouden worden en kleding schoon.

Er is onvoldoende bewijs voor het gebruik van allergeen werende hoezen voor matras en kussen [45]. Ook bestrijding van huisstofmijt met chemicaliën helpt niet.

Huisdieren 

Als er bij de jeugdige klachten zijn passend bij een allergische reactie op dieren eventueel in combinatie met antistoffen (IgE) tegen epidermale producten (haren, huidschilfers etc.), dan is het raadzaam contact met het betreffende dier te vermijden. Er moet zeker geen nieuw dier in huis worden gehaald. Het uit de woning verwijderen van het dier kan ingrijpend zijn, maar bij ernstige klachten die onvoldoende reageren op behandeling heeft dit de voorkeur. De epidermale producten van het huisdier zijn zo licht zijn dat ze dagenlang in de lucht kunnen blijven hangen, waarna ze neerslaan. Na het verwijderen van het dier duurt het zeker drie tot zes maanden voordat de epidermale producten zodanig uit de woning verdwenen zijn dat de klachten verminderen. Veel ouders vinden het hebben en verzorgen van een huisdier goed voor emotie verwerking, ‘een maatje hebben’, verantwoordelijkheid nemen etc. Als het verwijderen van het dier uit de woning niet passend lijkt, dan wordt geadviseerd om het dier in ieder geval nooit in de slaapkamer(s) te laten.

Pollen 

Stuifmeel van grassen, bomen en kruiden is in Nederland behalve in de wintermaanden dagelijks in de buitenlucht aanwezig. Contact hiermee volledig vermijden is dan ook niet mogelijk. Op basis van het aantal pollen in de lucht worden via zg. pollenapps meerdaagse hooikoortsverwachtingen gegeven. Op basis van een dergelijk bericht kan besloten worden de medicatie aan te passen. Enkele tips tegen hooikoorts zijn: 

  • draag buiten een zonnebril of sportbril om de ogen tegen stuifmeel te beschermen
  • smeer vaseline rond de ogen en de neus zodat pollen blijven plakken
  • ramen en deuren alleen in de ochtend openen, als de concentratie pollen het laagst is
  • droog wasgoed liever niet buiten want kleding en beddengoed vangen stuifmeel op
  • douchen voor het naar bed gaan wast de pollen uit de haren weg

Vocht en schimmel 

Schimmels en huisstofmijt gedijen goed in een vochtige omgeving. Vocht in de woning dat door de aanwezigheid van personen, het gebruik van water, koken, douchen enz. gegenereerd wordt, gaat door ventileren naar buiten. Het is daarom raadzaam de woning continu (24h) te ventileren door klepramen/roosters open te laten, ook bij mist en regenachtig weer. Gebruik, indien aanwezig, het mechanisch ventilatiesysteem (stand 2). 

Daarnaast is het belangrijk de woning goed en gelijkmatig te verwarmen (overdag tussen 18 en 20 0C, overdag niet hoger dan 22 0C en ’s nachts niet lager dan 18 0C) [40]

Ook het regelmatig luchten van de woning door de ramen tegen elkaar te openen kan helpen, vooral als er veel vocht in huis is, maar niet bij regen of mistig weer. Luchten gebeurt verder bij voorkeur als het kind niet in de kamer is. Na een uur kunnen de ramen dan het beste weer dichtgedaan worden om temperatuurverschillen in de woning (bijvoorbeeld tussen beneden en boven) niet te groot te laten worden. Bij wonen langs een drukke weg wordt geadviseerd om ‘slim’ te luchten en te ventileren door buiten de spits en aan de niet-weg-kant ramen en klepramen/roosters open te zetten.

Bij douchen of koken is het belangrijk om extra goed te ventileren (afzuigkap aan bij koken en daarna half uur aan laten staan of, indien aanwezig, mechanisch ventilatiesysteem tot een half uur na het douchen/koken op de hoogste stand aan laten staan). De productie van vocht kan verder zoveel mogelijk worden beperkt door [40]:

  • Deksel op de pan bij koken
  • De was buiten drogen (niet bij gevoeligheid voor pollen, zie boven) of gebruik een wasdroger die het vocht naar buiten afvoert
  • Deuren van de keuken en badkamer dicht te houden bij koken en douchen
  • Na het douchen de wanden en de vloer droog te maken, bijvoorbeeld met een raamwisser
  • Lekkages en vochtproblemen zo snel mogelijk verhelpen

Schone lucht 

Het is belangrijk om goed te ventileren en regelmatig luchten. Verder is het raadzaam om bij het koken de afzuigkap aan te zetten en een half uur aan te laten staan, om kook- en bakluchtjes te verminderen. Verder kan het gebruik van irriterende stoffen binnenshuis het beste zoveel mogelijk vermeden worden. (Bronnen van) irriterende stoffen binnenshuis zijn bijvoorbeeld: tabaksrook, rook van hout-gestookte apparaten of een open haard, het branden van (geur)kaarsen en wierook, planten en bloemen, schoonmaakmiddelen, spuitbussen en andere geurverspreiders. 

Het onderhoud van mechanische ventilatiesystemen (met name bij mechanische luchttoevoer/balansventilatie) verdient in dit kader ook aandacht. Volle filters kunnen een bron van luchtvervuiling binnenshuis zijn. Er wordt geadviseerd filters regelmatig te vervangen en eens per vijf jaar is reiniging van luchttoevoerkanalen aangewezen.

Luchtverontreiniging 

Sommige jeugdigen zijn gevoeliger voor luchtverontreiniging dan anderen. Zodra de concentraties stoffen in de lucht dalen nemen de klachten meestal weer af. Het RIVM geeft smogwaarschuwingen af. Bij gevoeligheid voor luchtverontreiniging kan de hoeveelheid ingeademde stoffen worden beperkt door bij fietsen, lopen of joggen een route te kiezen die niet langs drukke wegen en kruispunten gaat. Bij smog door ozon kan bij daarvoor gevoelige jeugdigen er voor gekozen worden om in de middag en vroege avond niet buiten te sporten. In deze uren is de concentratie ozon het hoogst [41].

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback