4.1 Methode Rookvrij Opgroeien

JGZ-richtlijn Astma

Astma

Methode “Rookvrij Opgroeien”

Materialen

Het Trimbos-Instituut ontwikkelde een handreiking “Rookvrij Opgroeien (0-12 jaar)” voor de JGZ. In de handreiking wordt beschreven hoe de JGZ-professional het onderwerp roken waardevrij en op respectvolle wijze bij ouders bespreekbaar kan maken. Er is ook een e-learning “Rookvrije Start” Deze linkt opent in een nieuw tabblad beschikbaar. De bestaat uit negen hoofdstukken en bevat verfilmde casussen die laten zien hoe een gesprek over stoppen met roken vorm kan krijgen. De duur van het doorlopen van een hoofdstuk varieert van 10 tot 40 minuten. Als de cursist ambassadeur “Rookvrije Start” wordt, is deelname gratis, anders zijn de kosten 25 euro per persoon. Voor organisaties is het mogelijk meerdere licenties aan te schaffen.

Het Trimbos Instituut heeft een bureaukaart Deze linkt opent in een nieuw tabblad ontwikkelt die professionals kan helpen om het onderwerp ter sprake te brengen.

Stappenplan

Preventie en voorlichting op maat vindt volgens de methode “Rookvrij Opgroeien” stapsgewijs plaats:

  • Stap 1: Breng het rookprofiel in kaart/vraag toestemming
  • Stap 2: Stel de ‘waaromvraag’. Vat de redenen samen. Vraag door totdat het compleet is.
  • Stap 3: Peil de motivatie om te stoppen met roken. 
  • Stap 4: Peil het vertrouwen dat het gaat lukken om te stoppen en vraag naar barrières en bevorderende factoren. 
  • Stap 5: Geef informatie (als er toestemming is) en een stopadvies en verwijs gemotiveerde ouders door voor hulp bij stoppen met roken.

Bij het eerste contact (bijvoorbeeld tijdens het zuigelingenhuisbezoek) vraagt de professional na en registreert of astma of allergie bij de ouders voorkomt. Tevens wordt het rookprofiel in kaart gebracht:

Hebben de ouders in de afgelopen zeven dagen gerookt?
Wordt er in de nabije omgeving van de jeugdige gerookt? Bijvoorbeeld door oppas, opa’s, oma’s, andere familieleden?
Hebben de ouders in het half jaar voor of tijdens de zwangerschap gerookt?
Als de ouder(s)  tijdens het eerste contact of daaropvolgende contacten aangeeft (aangeven) dat hij/zij rookt (roken) of als de JGZ-professional besluit het gesprek over roken aan te gaan, dan wordt het onderwerp roken bespreekbaar gemaakt. 

De rookstatus en de motivatie om te stoppen worden bijgehouden in het JGZ-dossier, evenals de gegeven voorlichting en adviezen en evt. verwijzing voor stoppen met roken-hulp (zie onder).

Uitvoering

Roken bespreekbaar maken/houden

Volgens de methode “Rookvrij Opgroeien” vraagt de JGZ-professional eerst om toestemming om het onderwerp roken ter sprake te brengen: “Ik wil het graag met u over roken hebben, vindt u dat goed?” Als de ouder(s) aangeeft (aangeven) dat niet te zien zitten (bijvoorbeeld omdat hij/zij best weet dat roken slecht is maar stoppen niet lukt) dan wordt dat gerespecteerd. Maar haak niet te snel af. Vraag dan of het een andere keer mag. 

Als de ouder(s) het goed vindt (vinden) dan wordt het onderwerp roken besproken. Vraag bijvoorbeeld eerst waarom iemand rookt (“kunt u mij vertellen waarom u rookt?”). Redenen om te roken kunnen zijn: roken is de norm, verlichting van stress en persoonlijke problemen, vanwege behoefte aan ontspanning, etc.. Probeer vervolgens de bereidheid tot stoppen met roken te peilen (“Wat is uw motivatie om te stoppen?”, “Waarom zou u willen stoppen met roken?”). Bespreek voor- en nadelen van stoppen met roken. Benadruk de gezondheid van het kind. Peil ook het vertrouwen dat het zal lukken om te stoppen (“Stel dat u ooit zou stoppen met roken, hoe groot acht u de kans dat het echt gaat lukken op schaal 0-10?”)

Als ouder(s) niet gemotiveerd is (zijn) om te stoppen met roken of als de jeugdige luchtwegproblemen heeft dan bespreekt de JGZ-professional het onderwerp (na toestemming) herhaaldelijk tijdens de daaropvolgende contacten. Herhaling is belangrijk omdat ouders die eerder nog niet wilden stoppen, er later misschien wel open voor staan. 

Als de ouder(s) toestemming geeft (geven), dan kan de JGZ-professional informatie geven over de gevaren van meeroken. Vertel niet te veel, benoem één of twee risico’s van meeroken. Door moeders veelgenoemde redenen om te stoppen met roken zijn: de gezondheid van hun kind, de wens om een goede ouder te zijn en het besef dat als ouders zelf roken dit ervoor kan zorgen dat hun kind later ook gaat roken (Pharos 2017). Houd bij het overbrengen van informatie rekening met het geletterdheid niveau en de omstandigheden waarin ouders verkeren zodat de boodschap ook helder overkomt. Een andere benadering is om de ouders zelf te vragen wat hij/zij over meeroken weet. Maak bij het bespreken van de risico’s van meeroken ook duidelijk dat jij als JGZ-professional de ouder adviseert om te stoppen met roken.

De toon van de boodschap is belangrijk. Deze maakt of ouders zich gemotiveerd voelen om te stoppen of niet. Als de boodschap te confronterend is of te negatief kan deze het doel voorbijschieten. Een subtielere benadering heeft dan mogelijk meer effect (Pharos 2017).

Als de ouder(s) zelf niet rookt (roken), maar er wel gerookt wordt in de omgeving van het kind, dan kan de professional toestemming vragen om iets te vertellen over de risico’s van meeroken. Adviseer ouders om dit indien mogelijk bespreekbaar te maken met de omgeving. Aan ouders kunnen folders meegegeven worden die ze aan hun rokende familie of vrienden kunnen uitdelen. Deze website Deze linkt opent in een nieuw tabblad bevat onder meer informatie over meeroken. In de toolkit Deze linkt opent in een nieuw tabblad staan materialen voor ouders over stoppen met roken.

Terugvalpreventie

Herhaling van de boodschap kan voorkomen dat ouders die voor of tijdens de zwangerschap zijn gestopt met roken, terugvallen. Irritaties, stress en verveling maar ook belangrijke levensgebeurtenissen (overlijden, scheiding, ontslag etc.) kunnen ervoor zorgen dat ouders weer beginnen met roken. Complimenteren, vragen naar moeilijke situaties en verwijzen voor extra ondersteuning kan ouders helpen rookvrij te blijven. 

12-18 jaar

Van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs rookt 2% dagelijks; op 16-jarige leeftijd is dit 4%. 17% heeft ooit gerookt. Jongens zijn vaker dagelijkse rokers dan meisjes (Bron: HBSC/ Leefstijlmonitor, UU, Trimbos-instituut, SCP i.s.m. RIVM, 2017). Jeugdigen hebben niet alleen een verhoogde kwetsbaarheid om te beginnen met roken, maar ook om door te gaan met roken als de eerste sigaret eenmaal gerookt is. Het is daarom van belang om bij jeugdigen het ‘niet-starten’ met roken bespreekbaar te maken. Er zijn hiervoor collectieve mogelijkheden, veelal uitgaande van school. Als de jeugdige al rookt dan kan het stappenplan zoals hierboven beschreven voor ouders van jeugdigen van 0-12 jaar behulpzaam zijn. 

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback