8 Verantwoording

JGZ richtlijn Depressie (2016)

Depressie

Thema: Wat is een depressie? 

Voor de beschrijving is gebruikgemaakt van het Handbook of Developmental Psychopathology [111], Kinder- en jeugdpsychiatrie [67] en verschillende richtlijnen: het Addendum Jeugd bij de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie [18], de NICE richtlijn Depression in Children and Young People [13] en de Richtlijn Stemmingsproblemen in de Jeugdhulp. [75]

Thema: Beloop van depressieve klachten 

Om de uitgangsvraag over beloop te beantwoorden is gebruikgemaakt van het Handbook of Developmental Psychopathology [111], Kinder- en jeugdpsychiatrie [67] en verschillende richtlijnen: het Addendum Jeugd bij de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie [18], de NICE richtlijn Depression in Children and Young People [13] en de Richtlijn Stemmingsproblemen in de Jeugdhulp. [75]

Thema: Problematiek die gepaard kan gaan met depressieve klachten 

Om de uitgangsvraag over co-morbiditeit te beantwoorden is gebruikgemaakt van het Handbook of Developmental Psychopathology ([111], Kinder- en jeugdpsychiatrie [67] en verschillende richtlijnen: het Addendum Jeugd bij de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie [18], de NICE richtlijn Depression in Children and Young People [13] en de Richtlijn Stemmingsproblemen in de Jeugdhulp. [75]

Thema: Risico- en beschermende factoren 

Om de uitgangsvraag over risicofactoren te beantwoorden is gebruikgemaakt van het Handbook of Developmental Psychopathology [111], Kinder- en jeugdpsychiatrie [67] en verschillende richtlijnen: het Addendum Jeugd bij de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie [18], de NICE richtlijn Depression in Children and Young People [13] en de Richtlijn Stemmingsproblemen in de Jeugdhulp. [75] In de Richtlijn Stemmingsproblemen in de Jeugdhulp wordt regelmatig naar een informatiebron [94] verwezen. Deze bronnen hebben systematisch naar literatuur over risicofactoren en beschermende factoren gezocht, maar niet per factor aangegeven uit welke referentie deze komt.

Thema: Signaleren, ernst vaststellen en toeleiden naar zorg 

Voor de beantwoording van de uitgangsvragen over signalen en symptomen van depressie bij jeugdigen is gebruik gemaakt van De Wit  [84], American Academy of Child and Adolescent Psychiatry  [77], de Richtlijn Stemmingsproblemen in de Jeugdzorg [75] en het Kompas Kinder & Jeugdpsychiatrie van Boer & Verhulst.  [63] Daarnaast is practice-based kennis verwerkt.

De signaleringsinstrumenten voor depressie bij kinderen zijn gebaseerd op het Addendum Jeugd bij de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie [112], de JGZ Richtlijn Vroegsignalering van Psychosociale Problemen [59] en de NJI-database. Voor de uitgangsvraag betreffende ernstinschatting van de problematiek en doorverwijzing naar de gespecialiseerde zorg is gebruik gemaakt van het Kompas Kinder & Jeugdpsychiatrie van Boer & Verhulst. [63]

Thema: Interventies 

Voor de beantwoording van de uitgangsvragen is gebruikgemaakt van:

  1. Bestaande landelijke richtlijnen (+addenda) voor psychische aandoeningen.
  2. Een databanksearch in “Databank Effectieve Jeugdinterventies” van het Nederlands Jeugd Instituut (NJi) en “Interventiedatabase Gezond en Actief Leven” van het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging (NISB) en RIVM Centrum Gezond Leven (CGL) in samenwerking met Trimbos-instituut.
  3. Jeugdinterventies aangedragen door de werkgroepleden en onderbouwd door wetenschappelijk gepubliceerde artikelen.

De gevonden interventies zijn op basis van de volgende criteria geïncludeerd:

  • Doelgroep van 0 tot en met 19 jaar;
  • Er is bij de doelgroep sprake van (een vermoeden op) (het ontwikkelen van) een depressie of andere psychische stoornissen;
  • Er is bij de doelgroep sprake van regelmatig schoolverzuim;
  • De interventie richt zich op preventie of behandeling van de depressie of verminderen van schoolverzuim.

Ad.1. Bestaande landelijke richtlijnen 

De volgende richtlijnen en addenda zijn geïdentificeerd door de werkgroepleden en zijn meegenomen vanwege relevantie en overlap met deze richtlijn:

  • Multidisciplinaire richtlijn addendum Depressie bij Jeugd [18];
  • Richtlijn KOPP (Kinderen van Ouders met Psychische (en/of Verslavings-) Problemen in de Jeugdhulp (van der Zanden et al., 2015);
  • Richtlijn Stemmingsproblemen in de Jeugdzorg [75]

 

Ad.2. Databanksearch 

A. Databank effectieve jeugdinterventies van NJi

Om een zo up-to-date mogelijke lijst met interventies te creëren is een search verricht in de ‘Databank effectieve jeugdinterventies’ (in het vervolg te noemen ‘databank’) van het NJi. De search is uitgevoerd op 1 juli 2014, waarbij is gezocht naar ‘depressie’ en ‘schoolverzuim’ onder het kopje ‘erkende interventies’.

De in de databank opgenomen interventies zijn door een erkenningscommissie interventies beoordeeld op hun effectiviteit. Als een interventie opgenomen is in de databank, betekent dat dat deze minimaal goed onderbouwd is. Vervolgens kan de bewijskracht van de interventie toenemen naar effectief volgens eerste, goede of sterke aanwijzingen. Hieronder staat een overzicht en beschrijving van de categorieën van effectiviteit die worden gehanteerd door de NJi.

Goed onderbouwd: Een interventie krijgt deze classificatie als deze op z’n minst goed beschreven is en als aannemelijk is gemaakt dat met die interventie het gestelde doel kan worden bereikt.
Effectief volgens eerste aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens eerste aanwijzingen als uit onderzoek met zwakke of indicatieve bewijskracht, zoals veranderingsonderzoek, blijkt dat er voldoende effect optreedt bij uitvoering van de interventie, ook al staat nog niet vast dat dit effect (helemaal) door de interventie wordt veroorzaakt.
Effectief volgens goede aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens goede aanwijzingen als uit onderzoek met beperkte bewijskracht blijkt dat bepaalde doelen er in de praktijk beter mee worden bereikt dan met andere interventies of met niets doen.
Effectief volgens sterke aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens sterke aanwijzingen als uit voldoende onderzoek met sterke of zeer sterke bewijskracht blijkt dat bepaalde doelen er in de praktijk beter mee worden bereikt dan met andere interventies of met niets doen.

B. Interventiedatabase Gezond en Actief Leven 

Ter aanvulling van de NJi-databanksearch is een search verricht in de ‘Interventiedatabase Gezond en Actief Leven’ van het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging (NISB) en RIVM Centrum Gezond Leven in samenwerking met Trimbos-instituut. De search is uitgevoerd op 23 februari 2015, waarbij is gezocht naar ‘depressie’ en ‘ziekteverzuim’ onder het kopje ‘zoeken interventiedatabase’.

De in de databank opgenomen interventies doorlopen een Erkenningstraject waarbij interventie-eigenaren hun interventie laten beoordelen op kwaliteit, uitvoerbaarheid en effectiviteit. Het erkenningstraject is een samenwerking tussen het RIVM Centrum Gezond Leven, het NJi, NISB, en MOVISIE. Er zijn twee mogelijkheden voor beoordeling van een interventie:

Een beoordeling van de kwaliteit en uitvoerbaarheid door professionals uit de praktijk voor het oordeel “goed beschreven”.
Een beoordeling van de kwaliteit, effectiviteit en uitvoerbaarheid door de Erkenningscommissie Interventies (zie NJi beoordelingscategorieën).

Ad.3. Literatuur 

Voor het identificeren van relevante jeugdinterventies werd grotendeels gebruikgemaakt van de databanksearch. Daarnaast zijn experts (afkomstig uit de werkgroep) gevraagd interventies aan te dragen. De inclusie en onderbouwing van deze jeugdinterventies werden zo veel mogelijk gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek.

Effectiviteit van geselecteerde en geïndiceerde preventie 

In zowel de review van [109] als de in de Multidisciplinaire richtlijn depressie bij jeugd: Addendum beschreven review van Horowitz en Garber (2006) [46] is bewijs gevonden dat selectieve preventie-interventies effectief zijn in het voorkomen van een depressie bij jeugdigen. Volgens de studieresultaten van [109] zijn effecten van selectieve interventies tot een jaar na start van de interventie zichtbaar bij jeugdigen van 5-19 jaar (zie Evidence tabel in deze paragraaf). Na twee jaar bleken de interventies geen effect meer te hebben. Naast het gunstige effect van selectieve preventie-interventies bleek uit de studieresultaten van [109] dat universele preventie-interventies ook effectief zijn in het voorkomen van depressie bij jeugdigen. Horowitz en Garber (2006) [63] vonden echter geen significant bewijs voor het effect van universele preventie-interventies.

Horowitz en Garber (2006) [63] onderzochten in een meta-analyse het effect van geïndiceerde preventieve interventies en vonden dat de interventies een gunstig effect hebben in de preventie van depressie.

Op Volle Kracht

Op Volle Kracht is een vertaling van het Amerikaanse preventieprogramma Penn Resiliency Program. De evidence wordt hier beknopt beschreven, omdat de interventie (nog) niet opgenomen is in de NJi-databank. Een studie onderzocht de relatie tussen de interventie Op Volle Kracht en het verminderen van depressieve symptomen bij jongeren  ([110]. Uit dit gerandomiseerd onderzoek met controlegroep (RCT) blijkt dat Op Volle Kracht effectief is in het verlagen van depressieve symptomen bij meisjes tussen de 11-15 jaar oud met ernstige depressieve klachten [110].

Download hier de evidence tabel van het thema Interventies.

Thema: Samenwerken en ketenafspraken 

Gebaseerd op praktijkervaring zijn de volgende bronnen geraadpleegd:

  • Een stevig fundament: Evaluatie van het basispakket JGZ, Commissie evaluatie basistakenpakket JGZ, 2013 [108]
  • Een beknopte evaluatie van het Basistakenpakket JGZ, TNO-rapport 2012 ([107]). 
  • Kompas kinder- en jeugdpsychiatrie: Voor de jeugdzorg, poh-ggz, basis-ggz, jeugdgezondheidszorg en het onderwijs, Frits Boer en Frank Verhulst, 2014 [63].

 

Kennislacunes 

Thema: Wat is een depressie? 

  • Een groot deel (25-75%) van de AMA’s heeft last van psychische problemen, het is niet duidelijk hoeveel daarvan last van een depressie hebben (Bean, Eurelings-Bontekoe, & Spinhoven, 2005). In de internationale literatuur is er wel iets bekend over absolute cijfers van een depressie bij vluchtelingenkinderen, het komt bij 3 tot 30% voor (Bronstein & Montgomery, 2011). Maar de gegevens lopen sterk uiteen en het gaat hier om alle vluchtelingenkinderen.
  • Er ontbreekt kennis over de geestelijk gezondheid van baby’s (infant mental health).

 

Thema: Risico- en beschermende factoren 

  • Er zijn allerlei ontwikkelingen op het gebied van ‘risico-inschatting’ door de JGZ en in de sociale wijkteams. Onder andere de herziening van het Balansmodel van Bakker, maar bijvoorbeeld ook de ontwikkeling van de GIZ-methode (Gezamenlijk Inschatten en vaststellen van de Zorgbehoefte van jeugdigen en hun gezin (GIZ-methodiek) en de Zelf Redzaamheids Matrix (GGD Amsterdam), de Quick Scan (Tilburg), het ERNST taxatie-instrument (Rotterdam Rijnmond). Het is niet bekend welk instrument voor de JGZ (rekening houdend met de diverse samenwerkingsverbanden) het meest geschikt is, nader onderzoek en landelijke afstemming is raadzaam.

 

Thema: Signaleren, ernst vaststellen en toeleiden naar zorg 

  • Hoe om te gaan met depressieproblematiek bij specifieke doelgroepen, bijv. jeugdigen met een verstandelijke handicap, vluchtelingen, jeugdigen met taalproblemen.
  • Er zijn geen gevalideerde specifieke screeningsinstrumenten voor depressie bij jeugdigen onder de 8 jaar.
  • Er is geen evidence over wanneer depressie-specifieke screeningsinstrumenten ingezet kunnen worden en wanneer generieke instrumenten?
  • Binnen de groep migranten wordt verwacht dat kinderen van asielzoekers een verhoogd risico lopen op depressie. Signalering is van belang. Er zijn echter geen specifieke methoden voor signaleren van depressie bij jeugdigen in asielzoekerscentra.

 

Thema: Interventies 

  • Over het effect van psycho-educatie ter preventie van een depressie of behandeling van depressieve klachten is weinig bekend.
  • De evidentie voor effectieve minimale interventies gericht op ouders die een kind of jongere hebben met depressieve klachten en symptomen is zeer beperkt.
  • In de NJi-databank en de ‘Interventiedatabase Gezond en Actief Leven’ staan goed beschreven en onderbouwde interventies waarvan effectonderzoek meestal ontbreekt.
  • Er is geen relevant wetenschappelijk bewijs gevonden over hoe de jeugdgezondheidszorg ouders kunnen betrekken bij de zorg voor kinderen en jongeren met depressieve klachten en samenwerking te bevorderen. Voor de beantwoording van de uitgangsvraag is gebruikgemaakt van expert opinion.
  • Een grote groep alleenstaande minderjarige asielzoekers (AMA’s) heeft last van psychische problemen. Er is hulpaanbod in de GGZ, voornamelijk gaat het om traumabehandeling en medicamenteuze therapie (Bean, Eurelings-Bontekoe, & Spinhoven, 2007). Het is onduidelijk wat voor interventies in de JGZ (kunnen) worden toegepast. Binnen de JGZ zijn nog geen evidence based interventies die kunnen worden toegepast.
  • De richtlijn dient over 5 jaar herzien te worden, omdat interventies ontwikkeld en onderzocht worden waardoor aanbevelingen kunnen wijzigen. De interventies gericht op psychosociale problemen zijn niet per se ook voor depressieve klachten geschikt.

 

Thema: Samenwerken en ketenafspraken 

  • De afspraken die per gemeente gemaakt zijn, zijn niet bekend.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback