1 Inleiding

JGZ richtlijn Vroegtijdige opsporing gehoorverlies bij kinderen (2016)

Vroegtijdige opsporing van gehoorverlies bij kinderen en jongeren

Dit document is bedoeld voor JGZ-professionals en beoogt een richtlijn te zijn voor het handelen in hun contacten met individuele kinderen, jongeren en hun ouders/verzorgers. JGZ-professionals zijn jeugdartsen, verpleegkundig specialisten, jeugdverpleegkundigen en doktersassistenten. Daar waar in de richtlijn ‘jeugdarts’ staat, kan ook ‘verpleegkundig specialist’1 worden gelezen.
Deze richtlijn is gebaseerd op de knelpuntenanalyse uitgevoerd door het CBO (CBO, 2013). Deelnemers aan deze knelpuntenanalyse hebben uitgangsvragen opgesteld die in deze richtlijn worden beantwoord. Een projectgroep van TNO en de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind ( NSDSK) heeft de teksten voor de richtlijn geschreven in samenwerking met een werkgroep van experts op het gebied van gehoor en/of JGZ (zie verder onderdeel ‘Totstandkoming richtlijn’). De richtlijn is door de RichtlijnAdviesCommissie (RAC) op 9 juni 2016 geautoriseerd voor gebruik in de JGZ. De RAC heeft bij haar beoordeling rekening gehouden met de inhoud van de richtlijn (wetenschappelijke onderbouwing, opzet) en de voor implementatie vereiste randvoorwaarden. Met de autorisatie van deze richtlijn is de vorige JGZ-standaard vroegtijdige opsporing van gehoorstoornissen 0-19 jaar (1998) komen te vervallen.

Nieuw in deze richtlijn is:

  1. Bij kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar vindt opsporing van gehoorverlies plaats op basis van risicofactoren en indirect via bijvoorbeeld gedragsproblemen, concentratieproblemen en vermoeidheid;
  2. Bij drempelaudiometrie volgens de ‘descending’ methode bij kinderen van vanaf leeftijd van ongeveer vier jaar wordt niet meer getest op de frequentie van 6000 Hz omdat dit niet tot het spraakgebied behoort;
  3. Criteria voor controle en verwijzing naar aanleiding van het drempelaudiometrie zijn aangescherpt;
  4. De JGZ inventariseert bij jongeren op middelbare school tenminste één keer het gehoorgedrag met behulp van vragenlijsten zodat GGD/gemeente gerichter educatie en voorlichting kunnen geven.

 

1: De verpleegkundig specialist preventieve zorg is een verpleegkundige met een BIG geregistreerde masteropleiding die werkzaamheden van het medisch domein combineert met die van het verpleegkundig domein binnen het eigen deskundigheidsgebied en zij werkt op expertniveau. Zij is binnen dit expertisegebied o.a. bevoegd om zelfstandig te werken, diagnoses te stellen en te verwijzen waar nodig is. De verpleegkundig specialist is lid van het JGZ team, zij maakt net als de andere teamleden gebruik van de expertise van collega’s en speciaal van de jeugdarts als het gaat om complexe medische problematiek.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback