Richtlijn: Huidafwijkingen (2012)
A t/m C
Aardbeivlek (hemangioom, frambozenvlek)
Huidafwijking | Felrode (bobbelige) vlek (macula) tot meer onderhuidse blauwige bult (tumor). |
---|---|
Oorzaak | Goedaardige wildgroei van bloedvaten (tumoren van het vasculaire endothelium |
Incidentie | 10% van de kinderen |
Voorkeursleeftijd | 20% van de (oppervlakkige) hemangiomen zijn zichtbaar bij de geboorte; de rest is binnen 1 tot 6 weken na de geboorte zichtbaar. |
Voorkeurslokalisatie | Geen |
Bijzonderheden | Bij neonatale hemangiomatosis (>10 kleine hemagiomen verspreid over het lichaam) is er een groter risico op inwendige hemangiomen. Soms kan dit beeld fataal verlopen in de eerste levensmaanden. |
Beloop | Groei (proliferatiefase) in de vroege babytijd (gemiddeld binnen 5 maanden tot 80% van de uiteindelijke grootte), gevolgd door een langzame afname van de afwijking (involutie/regressie) in de daaropvolgende jaren. Na het eerste jaar zijn nog lang niet alle hemangiomen verdwenen, maar uiteindelijk trekken ze vanzelf weg. Hemangiomen kunnen echter ook schade en cosmetisch storende afwijkingen achterlaten of complicaties veroorzaken. |
Verwijscriteria |
|
Beleid | Actieve opsporing, eventueel extra consult afspreken. |
Acne vulgaris (puberteit)
Huidafwijking | Combinatie van open (papels met bruin tot zwart centrum) en gesloten mee-eters (comedonen, witte papels), bultjes (papels) en puistjes (pustels). |
---|---|
Oorzaak | Toegenomen activiteit in de talgklier. |
Incidentie | 30-90% van de algehele bevolking (afhankelijk van de definitie). |
Voorkeursleeftijd | Begint bij 8-12 jaar en geneest meestal spontaan rond 25 jaar, maar kan langer bestaan. |
Voorkeurslokalisatie | Gelaat, rug, schouders, borst, en soms liezen |
Beleid | 1e stap: Voorlichting en adviezen huidverzorging (o.a. door de JGZ)
2e stap: Voorlichting en adviezen vrij verkrijgbare middelen (ook wel genoemd: zelfzorgmiddelen, over the counter middelen (OTC)) door de JGZ
3e stap: Verwijzen
|
Acrodermatitis chronica atrophicans (ACA; ziekte van Lyme)
Huidafwijking | Pijnloze blauw-rode knobbels (plaques en noduli). |
---|---|
Aandoening | De ziekte van Lyme (lyme-borreliose) kent drie stadia:
|
Oorzaak | Infectie met Borrelia burgdorferi (bacterie), welke kan worden overgebracht bij een tekenbeet. |
Symptomen | Recidiverende gewrichtsontstekingen van vooral de kniegewrichten. |
Incidentie | ACA is op de kinderleeftijd uiterst zeldzaam. |
Voorkeurslokalisatie | Onderarmen, handen, onderbenen, voeten of strekzijde van grote gewrichten. |
Bijzonderheden | ACA is het derde stadium van de ziekte van Lyme. I. Het eerste stadium is Erythema Migrans (EM): Een rode, zich vanuit het midden (centrifugaal) uitbreidende, wegdrukbare verkleuring van de huid, die bij kinderen meestal op het hoofd of in de hals zit. EM kan gepaard gaan met griepachtige klachten, zoals algemene malaise, koorts, lymfeklierzwelling, hoofdpijn, spierpijn en gewrichtspijn. EM verschijnt meestal vanaf 3 dagen tot 3 maanden (gemiddeld 16 dagen) na de tekenbeet. II. Het tweede stadium kenmerkt zich door:
III. Het derde stadium is Acrodermatitis chronica atrophicans (ACA). |
Beleid | Verwijzing naar de huisarts is geïndiceerd. Adviezen ter voorkoming van een tekenbeet:
|
Alopecia Areata (AA)
Huidafwijking | Scherpbegrensde ronde of ovale kale plekken, waarbij de haarbodem (haarfollikels) intact is en er "uitroeptekenharen" (korte haren die smal aan de basis zijn en een kort en breed uiteinde hebben) aan de rand van de plekken zijn. |
---|---|
Oorzaak | Ontstaat vaak plotseling, waarbij geen oorzaak bekend is. |
Symptomen | In circa 10% is er sprake van alopecia areata totalis (kaalheid van de gehele hoofdhuid) of alopecia areata universalis (totale kaalheid: ook van de overige lichaamsbeharing zoals de wenkbrauwen); vaak is er dan ook een groeistoornis van de nagels (nageldystrofie). |
Voorkeursleeftijd | Geen |
Bijzonderheden | Prognostisch slechte tekens voor het herstel van de haargroei bij AA zijn: ontstaan op kinderleeftijd, uitgebreide kaalheid, meedoen van de haargrens, positieve familieanamnese, atopie, samengaan met auto-immuunziekten, aantasting van de nagels. |
Beloop | Het beloop van AA is wisselend. Spontane hergroei van het haar treedt in 30% van de gevallen binnen zes maanden op, in 80% binnen een jaar. Als er plekken "genezen", kunnen elders nieuwe kale plekken ontstaan. |
Beleid | Beleid is veelal expectatief. Bij persisterende haaruitval of te grote psychische belasting, is verwijzing geïndiceerd naar huisarts of psycholoog. |
Aplasia cutis congenita
Huidafwijking | Gelokaliseerde afwezigheid van de huid, meestal bedekt door een transparant membraan. Het kan op een zweer (ulcus) of trauma lijken (bijvoorbeeld door de bevalling). De oorzaak is onbekend. |
---|---|
Incidentie | Ongeveer 1 op de 3000 pasgeborenen |
Voorkeursleeftijd | Vanaf de geboorte aanwezig (congenitaal) |
Voorkeurslocatie | Schedel |
Bijzonderheden | Aplasia cutis kan komt meestal geïsoleerd voor, maar kan of in combinatie met een syndroom of andere aangeboren afwijkingen (schildklier) voorkomen. Het kan dan familiair zijn. |
Beleid | Indien geen verdere afwijkingen gevonden worden en de afwijking klein is, is geen verwijzing nodig. Verwijzing naar de huisarts is echter geïndiceerd bij andere afwijkingen, bij familiair voorkomen of als het gaat om grotere of multipele defecten. Dit is nodig voor screening op een syndroom, andere aangeboren afwijkingen of eventueel een operatie. |
Archipelvlek
Huidafwijking | Egale, blauwzwarte vlek (macula). |
---|---|
Incidentie | Meer dan 90% van alle baby's met een donkere huid heeft een archipelvlek (ook kinderen die afkomstig zijn uit landen rond de Middellandse zee). Blanke kinderen hebben zelden een archipelvlek. |
Voorkeursleeftijd | De afwijking is vanaf de geboorte aanwezig. |
Voorkeurslokalisatie | Vaak op rug, schouders en billen; kan in principe overal op de huid voorkomen. |
Bijzonderheden | Naamgeving vanwege voorkomen bij mensen uit Mongolië, heeft niets met het syndroom van Down te maken. |
Beloop | De laesie wordt geleidelijk lichter en verdwijnt meestal spontaan. |
Beleid | Er is geen therapie geïndiceerd. Uitleg is van belang. |
Baby-acne (acne neonatorum)
Huidafwijking | Combinatie van open (papels met bruin tot zwart centrum) en gesloten mee-eters (comedonen, witte papels), bultjes (papels) en puistjes (pustels). |
---|---|
Oorzaak | Toegenomen activiteit in de talgkliertjes. |
Incidentie | 20% van de neonaten. |
Voorkeursleeftijd | 0-8 maanden; neonatale acne ontstaat meestal binnen 2-4 weken. |
Voorkeurslokalisatie | Gelaat, vooral de wangen. Kan echter ook uitbreiden naar schouders en romp. Kenmerkend is dat de uitslag "komt en gaat", soms minder duidelijk aanwezig is en dan weer lijkt op te vlammen. |
Beleid | Veelal treedt spontane genezing zonder littekenvorming binnen enkele maanden op, en is medicamenteuze behandeling niet geïndiceerd. Ouders worden voorgelicht over het milde en tijdelijke karakter van de baby-acne. Bij ernstige vormen of persisteren van de aandoening dient verwezen te worden naar de huisarts. Ook als acne begint na de leeftijd van 1 jaar en voor het 7e jaar, dient verwezen te worden naar de huisarts om onderliggende pathologie (met name hyperandrogenisme) uit te sluiten. |
Berg
Huidafwijking | Geel tot geelbruin gekleurde vettige grove schilfers, soms wat aan de haren vastgeklit. De onderliggende en omgevende huid kan wat rood zijn, wat duidt op irritatie door dit vernixvet. |
---|---|
Oorzaak | Indrogen van vernixvet, de natuurlijke vetlaag die op de huid van pasgeborenen aanwezig is. |
Incidentie | Frequent. |
Voorkeursleeftijd | Eerste 4 levensweken. |
Voorkeurslokalisatie | Schedel. |
Bijzonderheden | Je spreekt feitelijk alleen van ‘berg’ in de eerste 4 weken na de geboorte van de baby, daarna wordt het juveniel seborrhoïsch eczeem genoemd. In de volksmond verstaat men onder berg echter allerlei vormen van schilfering op de hoofdhuid bij een pasgeborene; strikt genomen is dit niet juist. |
Verwijscriteria | Geen. |
Beleid | Uitleg, eventueel vet houden. |
Café-au-lait vlekken
Huidafwijking | Licht- tot middelbruine ("koffie met veel melk"), niet verheven, scherp begrensde, ronde of ovale vlek. De grootte varieert van 0,2 - 4 cm bij pasgeborenen tot 1,5 - 30 cm bij oudere kinderen en volwassenen. |
---|---|
Oorzaak | Toename van pigment (melanine) in de basale (huid)laag. |
Incidentie | Bij 10% van de blanke en 22% van de kinderen met een donkere huid. |
Voorkeursleeftijd | Meestal niet aanwezig bij de geboorte. |
Voorkeurslokalisatie | Geen |
Verwijscriteria |
|
Beleid | Actieve opsporing en verwijzing |
Constitutioneel eczeem (atopische dermatitis of eczeem)
Huidafwijking | Roodheid (erytheem), schilfers (squamae), bultjes (papels), blaasjes (vesikels) en korsten (crustae). Bij langdurig bestaande ontsteking en krabben treedt vergroving van het huidreliëf (lichenificatie) op. Als er behoefte is aan een manier om de ernst te scoren (bijvoorbeeld om behandeling te monitoren) is de Three Item Severity (TIS score) handzaam. Op basis hiervan kan men eventueel het eczeem indelen in groepen gebaseerd op de mate van ernst. De meest representatieve huidafwijking wordt beoordeeld op, waarbij een score wordt gegven:
Op basis van de opgetelde score wordt het eczeem ingedeeld in:
|
---|---|
Oorzaak | Multipele genetische en omgevingsfactoren. |
Symptomen | Gaat per definitie gepaard met veel jeuk. |
Incidentie | Prevalentie bij kinderen is 10-20%. Geassocieerd met familiaire voorgeschiedenis met voedselallergie, astma, hooikoorts en/of constitutioneel eczeem (atopische constitutie/atopie syndroom). |
Voorkeursleeftijd | Ongeveer 80% begint in het 1e levensjaar, vaak na 3-4 maanden. |
Voorkeurslokalisatie | Leeftijd 0-2 jaar: Wangen wangen (met vrijlating rondom neus en mond), voorhoofd, romp, strekzijde van extremiteiten. |
Bijzonderheden | Vaak zijn er secundaire krabeffecten. Korsten (crustae) duiden op secundaire impetiginisatie (behandeling is vergelijkbaar met krentenbaard (impetigo). |
Beloop | Beloop is vaak chronisch/recidiverend. |
Beleid | Voorlichting
Behandeling De volgende pijlers verdienen aandacht in de behandeling van constitutioneel eczeem, TIS score 0-3: 1. Optimaliseren van de huidbarrière:
2. De aanwezige ontsteking, die de jeuk veroorzaakt verminderen in de huid met lokale immunosuppressiva (meestal corticosteroïd-preparaten), vanaf TIS score 3-5:
Verwijzing
Rol van enkele factoren in de behandeling van eczeem
|