2.1 PROVOKE en verklarende woordenlijst

JGZ-richtlijn Huidafwijkingen

Huidafwijkingen

Binnen de efflorescenties wordt onderscheid gemaakt tussen primaire (door de huidaf- wijking zelf) en secundaire efflorescenties (door de klachten die de huidafwijking geeft, zoals krabeffecten (excoriaties) door het krabben ten gevolge van de jeuk bij eczeem).

  • Primaire efflorescenties zijn: macula (vlek), urticaria (galbult/netelroos), papel (kleine verhevenheid), vesikel (kleine blaar), bulla (blaar), tumor (zwelling).
  • Secundaire efflorescenties zijn: squamae (schilfering), crusta (korst), excoriatie (krabeffect), fissuur (rhagade/kloof), ulcus (wond), cicatrix (litteken).

 

PROVOKE

  • P: plaats – waar op het lichaam
  • R: rangschikking – aantal en verdeling van de plekken
  • O: omvang – grootte van de individuele plekken
  • V: vorm van de plek
  • O: omtrek (begrenzing)
  • K: kleur 
  • E: efflorescentie

 

O = beschrijving van omvang/grootte/vorm

  • nummulair – muntgroot (rond)
  • lenticulair – druppelgroot (linzengroot)
  • miliair – puntgroot
  • arciform – boogvormig
  • annulair – ringvormig
  • polycyclisch – uit meerdere ronde vormen bestaand
  • gegyreerd – als slingerende linten
  • reticulair – netvormig
  • polygonaal – veelhoekig

Beschrijving van het oppervlak

  • squameus – schilferend
  • crusteus – met korsten (van bv wondvocht) bedekt
  • papillomateus – bloemkoolachtig, wratachtig
  • hyperkeratotisch – toegenomen hoornlaag
  • gelichenificeerd – verdikte huid met vergroving van de huidstructuur

 

K = beschrijvingen van kleur

  • gehyperpigmenteerd – toegenomen pigment
  • gehypopigmenteerd – afgenomen (dus minder) pigment
  • gedepigmenteerd – ontbrekend (geheel geen) pigment
  • erythemateus – rood, wegdrukbaar (bloedcellen in de haarvaten)
  • purpureel – rood, niet wegdrukbaar (bloedcellen buiten de haarvaten of gestold)

 

E = efflorescenties

  • atrofie – inzinking, dunnere plaats van de huid
  • bulla – blaar, groter dan 1 cm
  • enantheem – uitslag op de slijmvliezen
  • erosie – oppervlakkige beschadiging van de huid (zonder zichtbare bloeding)
  • erytheem – roodheid van de huid, t.g.v. vaatverwijding en bloedovervulling
  • erythemateus – met roodheid van de huid
  • exantheem – huiduitslag
  • excoriatie – beschadiging van epidermis en opperste deel van de dermis, zoals bij een schaafwond
  • fissuur/rhagade – kloof, scheur, inscheuring van de huid
  • hyperkeratose – sterke verhoorning van de opperhuid
  • kwaddel/urtica – licht verheven jeukend huidoedeem, kleiner dan 1 cm (galbult)
  • macula – vlek met kleurverandering in het niveau van de huid (niet verheven)
  • maculopapuleus – bestaande uit kleurverandering en kleine knobbeltjes
  • nodulus – knobbeltje/zwelling in of onder de huid, kleiner dan 1 cm
  • nodus – als nodulus, maar dan groter dan 1 cm
  • papel (papula) – bultje of verhevenheid van de huid, kleiner dan 1 cm
  • pityriasiforme schilfering – zeer fijne, zemelachtige schilfering
  • plaque – solide, vlakke of verheven plek, groter dan 1 cm
  • purpura – bloeduitstortingen (niet wegdrukbaar)
  • pustel (pustula) – puist (zichtbare holte gevuld met pus), kleiner dan 1 cm
  • rhagade – zie fissuur
  • sclerose – littekenachtige verharding van de huid
  • seborrhoïsch – geel, vettige schilfering (verhoogde afscheiding van het huidsmeer vermengd met huidschilfers)
  • squameus – schubachtig (door afschilfering of vervelling gevormde schubjes in de bovenste huidlagen)
  • teleangiëctasie – blauwe of rode vlek ontstaan door blijvende verwijding van bloedvaten (wegdrukbaar)
  • tumor – zwelling
  • ulcus (mv.: ulcera) – zweer
  • urtica – zie kwaddel
  • verruca – wrat
  • vesicula – blaasje, kleiner dan 1 cm
  • vesiculopustuleus – bestaande uit blaasjes en puisten

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback