De noodzaak tot verwijzen bij café-au-lait-vlekken hangt af van het aantal en de grootte van de café-au-lait-vlekken en de leeftijd van het kind. Café-au-lait-vlekken kunnen geassocieerd zijn met neurofibromatose type I* of het McCune-Albright-syndroom**.
Alle leeftijden |
(Via de huisarts) verwijzen naar de dermatoloog of de kinderarts (afhankelijk van de lokale situatie) bij toename van het aantal café-au-lait-vlekken ten opzichte van eerdere inspectie en bij ≥ 2 café-au-lait-vlekken in combinatie met andere symptomen van neurofibromatose type 1* of een positieve familieanamnese. Belangrijk is om te vragen naar het voorkomen van dezelfde huidafwijkingen in de familie. Tevens: bij 1 café-au-lait-vlek > 10 cm. |
< 10 jaar | (Via de huisarts) verwijzen naar de dermatoloog of de kinderarts (afhankelijk van de lokale situatie) bij ≥ 6 café-au-lait-vlekken ≥ 0,5 cm (kleinere vlekken tellen niet mee) |
≥10 jaar | (Via de huisarts) verwijzen naar de dermatoloog of de kinderarts (afhankelijk van de lokale situatie) bij ≥ 6 café-au-lait-vlekken ≥ 1,5 cm (kleinere vlekken tellen niet mee). |
* Ook wel ziekte van Von Recklinghausen genoemd. Dit is een erfelijke aandoening. Andere symptomen zijn: axillaire ‘freckling’ (sproetjes in oksels en liezen, niet ten gevolge van de zon), neurofibromen (bultjes in de huid, met name op romp, in hals, op armen en benen), oogafwijkingen (zoals Lisch-noduli, dit zijn irismoedervlekjes, geelbruine bolletjes op de iris), houterig bewegen, problemen met praten, ontwikkelingsachterstand en pubertas praecox.
** McCune-Albright-syndroom: hierbij meestal één grotere café-au-lait-vlek met rand van een ‘schiereiland’, vervroegde puberteit (pubertas praecox, meisjes > jongens); endocriene stoornissen (parathyreoïdie) en botafwijkingen (polyostotic fibrous dysplasia).