Richtlijn: Huidafwijkingen (2012)

S

Schimmelinfectie (ringworm, tinea corporis)

Huidafwijking

Eén of meerdere ringvormige scherp begrensde rode plekken met centrale genezing, randactiviteit en schilfering; soms treden er puisten (pustels) bij op.

Oorzaak

Schimmelinfectie van de huid.

Symptomen

Jeuk.

Voorkeursleeftijd

Kinderen tot 5 jaar.

Voorkeurslokalisatie

Geen.

Bijzonderheden

Een schimmelinfectie aan de voeten wordt ook wel zwemmerseczeem genoemd. Een schimmelinfectie in de mond, wordt spruw genoemd, zie aldaar. Een schimmelinfectie van de billen wordt luierdermatitis genoemd, zie aldaar.

Beleid

Een aantal adviezen die kunnen worden gegeven, zijn: vermijden van factoren die verweking van de huid bevorderen (warmte, vocht en wrijving), bij voorkeur dragen van katoenen ondergoed en sokken en ruim zittende kleding (dagelijks verschonen) en het dragen van badslippers in gemeenschappelijke doucheruimten.
Met name bij geringe afwijkingen is lokale antischimmel (antimycotische) therapie voldoende.
Bij uitgebreide afwijkingen of persisterende klachten verdient systemische behandeling de voorkeur en is verwijzing naar de huisarts geïndiceerd.
Voor verder informatie en behandeling zie de NHG-standaard 'Dermatomycosen' en bij pityriasis versicolor.

Schimmelnagel (onychomycosis)

Huidafwijking

Wit tot bruingeel verkleurde nagel, de nagel is verdikt, hobbelig en brokkelig en laat soms geheel of gedeeltelijk los.

Oorzaak

Schimmelinfectie van de nagelplaat, meestal veroorzaakt door Candida albicans.

Voorkeursleeftijd

Geen.

Voorkeurslokalisatie

Teennagels.

Bijzonderheden

Een groene verkleuring kan zowel door de Candida-infectie als door een secundaire bacteriële infectie met Pseudomonas worden veroorzaakt.

Beloop

Meestal wordt de nagel zelf niet aangetast en blijft doorgroeien. Bij progressie van de infectie kan de nagel dikker worden en kan de nagel loslaten (onycholyse).

Beleid

Spontane genezing is zeer onwaarschijnlijk. Voor behandeling van onychomycosen, zie de NHG-standaard Dermatomycosen (kopje Onychomycosen).

Schurft (scabiës)

Huidafwijking

Jeukende bultjes (papels), puisten (pustels) en krabeffecten (excoriaties), voornamelijk op warme plekken op het lichaam. Bij kleine kinderen zijn er ook afwijkingen op de rug en in het gelaat. Puisten (pustels) op de handpalmen en de voetzolen bij kleine kinderen (die nog niet kunnen lopen) zijn zeer verdacht voor scabiës. Kenmerkend zijn de gangetjes die bestaan uit grillige schubachtige (squameuze) streepvormige elementen en vooral aan de polsen, vingers en voetranden zitten. Secundaire infectie treedt gemakkelijk op.

Oorzaak

Infectie met parasiet Sarcoptes scabiei (schurftmijt).

Symptomen

Vooral bij warmte en 's nachts treedt hevige jeuk op.

Voorkeursleeftijd

Geen.

Voorkeurslokalisatie

Vooral op de handruggen, tussen de vingers, op de polsen, ellebogen, oksels, buik, genitalia en voetranden.

Incubatietijd

1-6 weken (gemiddeld 17 dagen).

Besmettelijkheid

Via langdurig intiem huidcontact bij voorkeur onder warme en vochtige omstandigheden (bijvoorbeeld in bed of bij intensief handcontact). Ook via het dragen van besmette kledingstukken.

Beleid

De behandeling bestaat uit twee onderdelen: behandeling van de huid en hygiënische maatregelen voor kleding en beddengoed. Zie voor verdere informatie en behandeling het protocol 'Scabiës' van de LCI.

Seborrhoïsch eczeem

Huidafwijking

Onscherp begrensde roodheid en (gelige fijne) schilfering. De schilfering op het hoofd is grijs tot geelbruin van kleur en voelt vettig aan.

Oorzaak

Waarschijnlijk een overproductie van talg of door aanwezigheid van gisten. Ook zou een familiaire aanleg een rol kunnen spelen.

Symptomen

Geen jeuk.

Incidentie

Juveniele vorm: Frequent.  Adulte vorm: 5%.

Voorkeursleeftijd

Er zijn twee vormen: een juveniele (0-1 jaar) en een adulte vorm (jongvolwassen leeftijd).

Voorkeurslokalisatie

Juveniele vorm: vooral in de lichaamsplooien in de hals, achter de oren, gelaat, rug, oksels en in het luiergebied (dan wel scherp begrensd). Adulte vorm: voorkeursplaatsen zijn de haargrenzen, de wenkbrauwen, de plooien naast de neus en in en achter de oren.

Bijzonderheden

Je spreekt feitelijk alleen van ‘berg’ in de eerste 4 weken na de geboorte van de baby, daarna wordt het seborrhoïsch eczeem genoemd. De bekende “roos” wordt beschouwd als een uiting van seborrhoïsch eczeem. 

Beloop

Beloop is vaak chronisch/recidiverend; het kan echter ook overgaan.

Beleid

Verwijzing naar de huisarts is alleen geïndiceerd bij klachten, zoals verdere uitbreiding van de huidafwijkingen gepaard gaande met roodheid. 
Huid goed vet houden.

Skin tag (fibroom, mariske)

Huidafwijking

Klein huidflapje, meestal huidkleurig en zacht, soms gesteeld.

Aandoening

Goedaardig huidgezwelletje (benigne huidtumor).

Incidentie

Frequent.

Voorkeurslokalisatie

Hals en oksels, soms de liezen of op het ooglid. Kan ook bij de anus voorkomen, dan wordt het een mariske genoemd.

Beleid

Er is geen behandeling geïndiceerd. Om cosmetische of esthetische redenen kan worden verwezen worden naar de huisarts.

Smetplekken (intertrigo)

Huidafwijking

Onscherp begrensde nattende roodheid in de plooien, al dan niet met (pijnlijke) kloofjesvorming. Oppervlakkige beschadiging van de huid: zacht en wit worden van de huid door vocht (maceratie), rode huiduitslag (erytheem), wondjes en schilfering.

Oorzaak

Wrijving/frictie waarbij huidoppervlakken tegen elkaar komen. Ontstaat vooral op plekken met warmte, vochtophoping, en aanwezigheid van urine en/of ontlasting, waarbij de irritatie van de huid wordt verergerd door luchtdichte afsluiting.

Voorkeursleeftijd

Zuigelingen.

Voorkeurslokalisatie

Lichaamsplooien: liezen, nek, oksels, bilplooi.

Beloop

Vaak ontstaat een secundaire infectie met Candida: typisch hiervoor zijn de 'eilandjes voor de kust' (satellietlaesies).

Beleid

Vermijden van wrijving, druk en strak zittende kleding. Het tegengaan van opweken van de huid door vocht: voldoende 'luchten' of droog houden van de lichaamsplooien.
Bij ernstig beloop of secundaire infectie verwijzen naar huisarts.
Dezelfde behandelprincipes kunnen worden gehanteerd als bij een luierdermatitis.

Spider naevi (naevus araneus)

Huidafwijking

Spinvormige haarfijne bloedvaatjes (teleangiëctasieën), met een centraal voedend vat. De roodheid is wegdrukbaar door op het centrale vat te drukken.

Oorzaak

Ontstaat door een plaatselijke verwijding van een klein bloedvaatje van de huid; de reden hiervan is niet duidelijk.

Incidentie

Bij kinderen frequent voorkomend.

Voorkeursleeftijd

7-10 jaar.

Voorkeurslokalisatie

Meestal in het gelaat, ook op bovenlichaam, armen en handen.

Beloop

Spontane genezing komt soms voor.

Beleid

Indicatie voor behandeling (coagulatie of laser) is er alleen bij cosmetische redenen, anders is uitleg geven zinvol.

Staphylococcal scalded-skin syndroom (SSSS) (dermatitis exfoliativa neonatorum, ziekte van Ritter van Rittershain)

Huidafwijking

Infectie van de huid met oppervlakkige loslating van de huid over grote delen van het lichaam. Soms zijn de blaren nauwelijks zichtbaar en lijkt het of je huid eraf kunt wrijven/rollen als dun ('sigaretten')papier. De onderliggende huid lijkt op een oppervlakkige schaafwond: rood glanzend, nattend en soms licht bloedend. De huid is zeer pijnlijk. Vaak zijn er rondom de mond korstende blaasjes met pus.

Oorzaak

De huidafwijking wordt veroorzaakt door exotoxinen van de bacterie Staphylococcus aureus, dat via de bloedbaan (hematogeen) verspreid wordt. Dit betekent dat uit de huidafwijking zelf geen bacteriën zullen worden gekweekt.

Incidentie

Zeldzaam.

Voorkeursleeftijd

Kinderen jonger dan 5 jaar, ook bij pasgeborenen.

Voorkeurslokalisatie

Hele romp en lichaamsplooien.

Beloop

Begint met roodheid rondom de mond en ogen, snel uitbreidend over de romp naar de lichaamsplooien. Na 1-3 dagen laat de huid los. Na 3-5 dagen treedt schilfering op.

Beleid

Spoedverwijzing naar het ziekenhuis.

Spruw

Huidafwijking

Wit-gele, niet afstrijkbare, wel afkrabbare plekken (plaques) in de mond (melk op de tong is makkelijk afstrijkbaar)

Oorzaak

Infectie met Candida albicans in de mondholte. Spruw dient niet verward te worden met achtergebleven voedsel (melk) in de mond.

Symptomen

Pijnlijke mond, slecht drinken en soms moeite met slikken (dysfagie).

Incidentie

Frequent.
Meer kans op ontstaan bij: onrijp immuunapparaat (neonaat), voorafgaand antibiotica gebruik, en zwangerschap of beschadigde tepels (kloven) bij moeder.

Voorkeursleeftijd

Zuigelingen

Voorkeurslokalisatie

Wangslijmvlies en tong.

Bijzonderheden

Bij borstvoeding treedt vaak Candida-infectie van de tepel bij moeder tegelijkertijd met spruw bij de zuigeling op. Bij behandeling van de baby zal er steeds opnieuw re-infectie plaats kunnen vinden via de besmette tepel van moeder, zodat altijd beiden behandeld dienen te worden.

Beleid
  • Spruw bij de baby die borstvoeding krijgt is een indicatie voor een lokale behandeling van moeder en kind.
  • Bij flesvoeding kan, indien er geen klachten zijn, het natuurlijk beloop worden afgewacht.
  • Bij kinderen in de eerste 3 levensmaanden (bij prematuren de gecorrigeerde leeftijd nemen en bij kinderen met ontwikkelings-en/of slikproblemen de eerste 5 levensmaanden aanhouden): Zowel miconazol orale gel als nystatine suspensie kan worden voorgeschreven. Miconazol orale gel is beter werkzaam, maar hierbij dient men zich ervan bewust te zijn dat het off-label is (niet geregistreerd voor deze leeftijd i.v.m. relatief verhoogd risico op verstikking). Fluconazol wordt niet aangeraden wegens bijwerkingen. Voor het gebruik van gentiaanviolet wordt aanbevolen terughoudend te zijn.
  • Bij kinderen vanaf de 4e levensmaand is miconazol orale gel middel van eerste keuze. Een goede instructie over het gebruik is daarbij van groot belang (met vinger op de aangedane laesies aanbrengen). Nystatine suspensie is 2e keuze.
  • Behandeling dient enkele dagen na verdwijnen van de laesies te worden voortgezet (bij miconazol 2-3 dagen, bij nystatine 7 dagen).
  • Voor de behandeling van de moeder wordt geadviseerd de tepels te behandelen met miconazol crème, na de borstvoeding aan te brengen en weer te verwijderen voor de borstvoeding. Een alternatief is miconazol orale gel, echter wel na de borstvoeding aan te brengen. Het hoeft vervolgens niet meer voor de borstvoeding verwijderd te worden. Een nadeel is dat de gel door zijn kleverigheid huidirritatie kan geven wat door de moeder als onaangenaam wordt ervaren.
  • Behandeling van de tepels met nystatine, fluconazol of gentiaanviolet wordt niet aangeraden.
  • Candidiasis nates: Doorgroei via het maagdarmkanaal van de candida kan een luierdermatitis veroorzaken, die met miconazol behandeld dient te worden.

Steenpuist (furunkel, karbunkel, negenoog)

Huidafwijking

Pijnlijke, harde, rode bult. Na een paar dagen wordt deze bult harder en ontstaat er in het midden een gele puskop. Later ontstaat een zwart korstje als gevolg van weefselversterf.

Aandoening

Ontsteking van een haarzakje of talgklier. Wanneer één puskop zichtbaar is heet het een steenpuist of furunkel, wanneer in een ontsteking meerdere puskoppen zichtbaar zijn heet het een karbunkel of negenoog.

Oorzaak

Infectie met Staphylococcen (meestal S. Aureus, soms S. Epidermis).

Symptomen

Kan gepaard gaan met koorts en algehele malaise.

Voorkeursleeftijd

De aandoening komt het meest voor bij jonge mannen.

Voorkeurslokalisatie

Nek, gezicht, op de borst en billen.

Besmettelijkheid

De bacterie kan o.a. met de vingers worden overgebracht. Wanneer door een beschadiging van de huid de bacterie wordt 'geënt' in de nabijheid van een haarzakje kan deze uitgroeien en een ontsteking veroorzaken.

Bijzonderheden

Bij recidiverende optreden van steenpuisten (furunculose) kan onderzoek wenselijk zijn naar de algehele conditie en naar factoren die een lage weerstand geven.

Beloop

In de meeste gevallen zal de steenpuist na "rijping" vanzelf ontlasten. Dit "rijpingsproces" kan worden versneld door natte compressen aan te brengen.

Beleid

Hygiënische maatregelen zoals handen wassen, het gebruik van een milde desinfecterende zeep en gebruik van eigen handdoek en washand worden aanbevolen, omdat dit het ontstaan en verspreiden kan verminderen.
Een steenpuist dient niet te worden uitgeknepen, want dit zal de ontsteking alleen maar verergeren. Soms is ontlasting door middel van insnijden (incisie) nodig, waarvoor verwezen dient te worden naar de huisarts.
Zie voor verdere informatie en behandeling de standaard "Bacteriële huidinfecties" van de NHG


Pagina als PDF