De richtlijn “Astma” en de wetenschappelijke verantwoording zijn in 2019 geactualiseerd ten opzichte van de eerste versie van de richtlijn die is verschenen in 2011. Directe aanleiding voor de herziening was de verouderde informatie over borstvoeding en roken in de eerste versie en het verschijnen van de derde herziening van de Standaard ‘Astma bij kinderen’ van het Nederlands Huisarts Genootschap (NHG) (Bindels 2014).
Dit document is bedoeld voor JGZ-professionals. Dit zijn jeugdartsen, verpleegkundig specialisten1, jeugdverpleegkundigen en doktersassistenten. De richtlijn “Astma” beoogt richtinggevend te zijn bij het handelen tijdens hun contacten met individuele 0-18 jarigen en hun ouders/verzorgers. In dit document wordt voor kinderen in de leeftijd van nul tot 18 jaar de term ‘jeugdigen’ gebruikt.
Deze richtlijn sluit aan bij:
- De NHG-Standaard Deze linkt opent in een nieuw tabblad “Astma bij kinderen”;
- De gelijknamige NVK Richtlijn Deze linkt opent in een nieuw tabblad;
- De “Global Initiative for Asthma” Deze linkt opent in een nieuw tabblad (GINA) richtlijn (versie 2019).
Nieuwe conclusies uit de literatuur en aanbevelingen in deze herziening t.o.v. de vorige versie uit 2011 zijn:
Conclusies uit de literatuur | |
Achtergrondkennis Thema 1 |
|
Aanbevelingen | |
Preventie Thema 2 |
|
Signaleren en verwijzen Thema 3 |
|
Samenwerken Thema 4 |
|
De eerste herziening is op 18 november 2019 door de Richtlijn Adviescommissie (RAC) geautoriseerd voor gebruik in de JGZ. De RAC houdt bij haar beoordeling rekening met de inhoud (wetenschappelijke onderbouwing, opzet) en de voor implementatie van deze nieuwe versie van de richtlijn vereiste randvoorwaarden. Op grond van de verschijningsfrequentie van nieuw bewijs uit de literatuur en van aanpalende richtlijnen wordt door de ontwikkelaars aanbevolen een herzieningstermijn van vijf jaar te hanteren (d.w.z. een tweede herziening in 2024).
1. De verpleegkundig specialist preventieve zorg is een verpleegkundige met een BIG geregistreerde masteropleiding die werkzaamheden van het medisch domein combineert met die van het verpleegkundig domein binnen het eigen deskundigheidsgebied en zij werkt op expertniveau. Zij is binnen dit expertisegebied o.a. bevoegd om zelfstandig te werken, diagnoses te stellen en te verwijzen waar nodig is. De verpleegkundig specialist is lid van het JGZ-team, zij maakt net als de andere teamleden gebruik van de expertise van collega’s en speciaal van de jeugdarts als het gaat om complexe medische problematiek.