Overgewicht is een van de grootste ‘public health’-problemen van nu en de toekomst, het wordt zelfs de cholera van deze tijd genoemd [198]. Nog steeds neemt zowel het aantal kinderen met overgewicht als de mate van overgewicht wereldwijd toe en bovendien manifesteert overgewicht zich op steeds jongere leeftijd. Overgewicht en obesitas leiden tot vele gezondheidsproblemen: psychosociale problemen (pesten, depressie), gewrichtsproblemen, hypertensie, diabetes type 2, leververvetting en cardio- vasculaire problemen. Sinds enkele jaren wordt diabetes type 2 niet alleen na langdurig bestaand overgewicht op volwassen leeftijd vastgesteld, maar ook al bij kinderen. Aangezien overgewicht op jonge leeftijd gerelateerd is aan overgewicht en obesitas op volwassen leeftijd, kan met preventie, signaleren en interventie belangrijke gezondheidswinst worden behaald [8][99][123].
De voornaamste oorzaak voor overgewicht is de sinds enkele decennia veranderde, ongezonde leefstijl: minder lichaamsbeweging en ongezonde voedingsgewoontes. Deze ongezonde leefstijl is naarmate hij langer bestaat, steeds moeilijker te veranderen. Preventie van overgewicht moet dan ook vanaf de geboorte beginnen.
Voor de aanpak van overgewicht en obesitas is een ‘community-based’ aanpak nodig, waar de rijksoverheid, de lokale overheid, de school, het gezin, de jeugdgezondheidszorg (JGZ), de huisarts, de kinderarts, gedragsdeskundigen, maar ook sportclubs en het bedrijfsleven alle een belangrijke rol in spelen [109]. In Frankrijk zorgen gemeenten die zich aansluiten bij Ensemble Prévenons l’Obésité des Enfants (EPODE) er samen met hun lokale partners voor dat kinderen gezonder eten en meer bewegen.
Ze laten zien dat de trend naar meer overgewicht te keren is als lokaal wordt samen- gewerkt; na 5 jaar had 8,8% van de kinderen uit de EPODE-gemeenten overgewicht ten opzichte van 17,8% uit de ‘controle’gemeenten [113]. Inmiddels wordt ook in verschillende Nederlandse gemeenten een integrale aanpak voor overgewicht ontwikkeld. In Nederland is deze aanpak vertaald naar de JOGG-methode (Jongeren op Gezond Gewicht-methode). JOGG kenmerkt zich net als EPODE door het uitvoeren van allerlei activiteiten in de wijk, op school en/of in het gezin. In geval van allochtone ouders is het belangrijk samen te werken met migrantenorganisaties en sleutelfiguren in de wijk.
De JGZ heeft met een bereik van > 95% van de kinderen op diverse leeftijden (contactmomenten) een unieke setting voor de preventie, het signaleren en interveniëren bij of het verwijzen van kinderen met overgewicht. De kennis van de oorzaken van overgewicht en van gezonde voeding is bij veel ouders niet voldoende. Volgens Nederlands onderzoek heeft slechts 34% van de ouders van jonge kinderen voldoende kennis van de oorzaken van overgewicht, 61% van de gevolgen van overgewicht en 49% van gezonde voeding [210]. Opvallend is dat 50% van de ouders overgewicht niet herkent, dit is onafhankelijk van etniciteit en opleidingsniveau van de ouders [66]. Bovendien blijkt dat 87% van de ouders van kinderen met overgewicht niet bezorgd is over het gewicht van hun kind [17].
Het signaleren van overgewicht alleen is echter onvoldoende [162]. Op signalering moet interventie volgen. In 2006 is een ‘practice based’-plan opgesteld, het Overbruggingsplan, waar tot het beschikbaar komen van een ’evidence based’-richtlijn gebruik van kon worden gemaakt [161].
Deze nieuwe richtlijn Overgewicht is specifiek voor de JGZ gemaakt. In de richtlijn worden recente inzichten uit de literatuur gebruikt om tot een actuele, zoveel mogelijk ‘evidence based’- en algemeen bruikbare richtlijn voor de praktijk te komen. Speciale aandacht wordt besteed aan diversiteit in etniciteit en sociaaleconomische positie.