3 Signaleren, diagnostiek en verwijzen 

JGZ richtlijn Angst (2016)

Angst

De meeste jeugdigen hebben een goede lichamelijke en psychische gezondheid [125]. Wanneer dit niet het geval is, is vroegtijdig signaleren van risicofactoren en angstsymptomen nodig om het ontstaan van een angststoornis te voorkomen. JGZ-professionals hebben hierin een belangrijke taak. De JGZ-professional signaleert, maakt een weging van de risico- en beschermende factoren en onderzoekt of er sprake is van problematische angst of een angststoornis. Bij signalen van angst is het wenselijk om, met toestemming van de jeugdige en/of ouders, andere betrokkenen te raadplegen, bijvoorbeeld de leerkracht of de medewerker van de kinderopvang of peuterspeelzaal.

De JGZ-professional gebruikt voor het signaleren van psychosociale problemen vaak standaard een signaleringsinstrument conform de aanbevelingen uit de JGZ-richtlijn Vroegsignalering van psychosociale problemen [136]. Het gebruik van deze aanbevolen instrumenten is belangrijk ter ondersteuning van de klinische blik, zodat een zo objectief mogelijk beeld verkregen wordt. Onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat 43% van de jeugdigen met een verhoogde klinische CBCL-score, in de praktijk niet werd gesignaleerd door de JGZ-professional [149]. Naast het inzetten van een signaleringsinstrument blijft de dialoog, observatie en de vertrouwensrelatie tussen de JGZ-professional en de ouder en/of de jeugdige van groot belang.
Bij een vermoeden van problematische angst of een angststoornis kan aanvullend een
angstspecifieke anamnese afgenomen worden. Op basis van deze (hetero)anamnese, eigen observatie, en score op het signaleringsinstrument wordt samen met de ouders en jeugdigen bepaald wat de problemen zijn en waar eventueel extra ondersteuning nodig is. Op maat biedt de JGZ-professional interventies aan en draagt indien nodig zorg voor toeleiding voor verdere diagnostiek en behandeling.

Benodigde competenties

Om problematische angst of een angststoornis te kunnen herkennen dient de JGZ- professional in staat te zijn tot het stellen van verdiepende vragen. Daarvoor is het nodig dat de JGZ-professional kennis heeft van normale angst, problematische angst en kenmerken van een angststoornis. Verder zijn gespreksvaardigheden nodig zoals kindergesprekstechnieken [114]
Wat betreft schoolverzuim zijn de volgende competenties van belang:

  • Kennis hebben van de symptomen van schoolverzuim. Belangrijk voor een JGZ- professional is zich te realiseren dat schoolverzuim zich niet alleen manifesteert in het wegblijven van school. Schoolverzuim kan zich ook uiten in vaak te laat komen, of vaak weggaan tijdens de dag.
  • Kennis hebben van het schoolsysteem en het veld/de ketenpartners.
  • Weten hoe je schoolverzuim uitvraagt.
  • Coachen van scholen, mentoren en leerlingbegeleiders bij (beginnend)
    schoolverzuim in het kader van angst.

Aanbevelingen

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback