Adviezen aan jeugdigen met ondergewicht en hun ouders zijn gericht op het bereiken en/of in stand houden van een volwaardige en gebalanceerde inname van voedingsstoffen conform de Schijf van Vijf. De basis voor een gezonde voeding en een gezond voedingspatroon staat omschreven in de JGZ-richtlijn ‘Voeding en eetgedrag’
Basisadviezen zijn:
- Hanteren van vaste eet- en drinkmomenten;
- Aandacht voor adequate intake van smeer- en bereidingsvet;
- Adequate intake van zuivel en drinken water/thee;
- Beperken inname van suikerhoudende dranken;
- Tijdige opbouw van vaste voeding na de periode van melkvoeding;
- De aanbevolen hoeveelheid aan inname van voedingsstoffen wordt uit alle vakken van de Schijf van Vijf gehaald (ook voor kinderen met ondergewicht is voeding met veel verzadigd vet en/of suiker ongezond!)
Adviezen 5 -18 jaar
Het bijhouden van een eetdagboek kan ouders en professionals helpen inzicht in de voedingsinname van de jeugdige te krijgen. Voor kinderen ouder dan vier jaar kunnen ouders (of de jeugdige zelf) de Eetmeter van het Voedingscentrum invullen en meenemen bij het bezoek aan de JGZ: https://mijn.voedingscentrum.nl/ . Eventueel kan een papieren dagboek meegegeven worden (zie Bijlagen 4 en 5).
Tussen de maaltijden door kan er geadviseerd worden om een extra boterham, fruit of yoghurt te eten. Snoep, snacks en suikerhoudende dranken zijn ook voor kinderen met ondergewicht ongezond.
De aanbevolen hoeveelheden van een voedingsmiddelengroep staat weergegeven in Bijlagen 2 en 3 van de JGZ-richtlijn ‘Voeding en eetgedrag’ Deze linkt opent in een nieuw tabblad. Daarnaast is het advies aan ouders om een goede basisvoorraad boodschappen in huis te hebben zodat er altijd iets te eten is, ook voor tussendoor.
Kinderen in de groei hebben vaak grotere porties nodig. Dit geldt voornamelijk als zij hier ook veel bij bewegen.
De pedagogische advisering en de aanbevolen hoeveelheden, zoals beschreven in subsectie Adviezen 1 – 4 jaar, blijven hetzelfde.
Aandachtspunten
Aandachtspunten genoemd in de JGZ-richtlijn ‘Voeding en eetgedrag’ voor het ontwikkelen van een gezond en goed eetgedrag bij schoolkinderen en jongeren zijn:
Rol van ouders en leeftijdsgenoten. Voor jonge kinderen zijn de ouders (en verzorgers) het belangrijkste voorbeeld voor eet- en beweeggedrag. De invloed van leeftijdsgenoten neemt met het stijgen van de leeftijd toe. Daarom is het voor ouders van belang om hun kinderen al vroeg bij te brengen dat gezonde voeding belangrijk is. Het eetpatroon en inkoopbeleid van de ouders zijn factoren die meewegen in de voedingskeuzes die jongeren zelf gaan maken. Uit onderzoek blijkt verder dat hoe vaker ouders samen eten met hun pubers, hoe gezonder hun eetgedrag is.
Bij migrantengezinnen is het van belang te weten dat ook andere volwassenen dan de ouders in de ‘extended family’ een rolmodel zijn voor het eetgedrag. Bovendien kan eten een grotere sociale functie hebben dan de Nederlandse eettafel.
Rol van school. ‘Smaaklessen’ is een lesprogramma over voeding voor groep 1 t/m 8 van de basisschool (zie verder http://webshop.voedingscentrum.nl/smaaklessen.html ). Door te proeven, ruiken, horen, voelen en kijken verkennen kinderen hun eten. ‘Smaakplezier’ voor op de buitenschoolse opvang sluit hierbij aan.
Jongeren schaffen gezondere voedingsproducten aan wanneer ze aangeboden worden [83][87]. Onderzoek heeft laten zien dat een gezonder aanbod van voeding op school leidt tot gezonder eetgedrag van jongeren. Het programma ‘De Gezonde Schoolkantine’ van het Voedingscentrum zorgt voor een beter aanbod [86] (http://www.voedingscentrum.nl/gezondeschoolkantine). Er zijn aanwijzingen dat de kwaliteit van de voeding in positieve zin samenhangt met cognitieve ontwikkeling en schoolprestaties van jongeren [82][88][85][91]. De interventie wordt aangemerkt als goed onderbouwd.
Rol van de (sociale) media. Voor jongeren zijn (sociale) media belangrijk. De media verschaffen zeer veel, maar ook tegenstrijdige informatie over wat gezonde voeding is. Onderzoek van het Voedingscentrum laat zien dat met name de groep jong volwassenen (tussen 18 en 29 jaar) regelmatig in verwarring is na gesprekken over gezonde voeding. Ongeveer de helft van deze groep zoekt wekelijks naar informatie over voeding. Het is daarom aan te bevelen om ouders en kinderen te wijzen op websites waar betrouwbare informatie te vinden is over voeding en eetgedrag zoals van het Voedingscentrum (http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-kind-en-ik.aspx)
Rol van lijnen en een negatief zelfbeeld. Naarmate kinderen ouder worden, wordt uiterlijk belangrijker. Kinderen met een gezond gewicht kunnen al op 9- tot 10-jarige leeftijd een negatief zelfbeeld hebben. Er kan dan ook al sprake van lijngedrag zijn. Vooral meisjes willen graag slank zijn en beginnen met lijnen. Letten op de lijn kan gezond zijn met het oog op preventie van overgewicht en obesitas, maar extreem lijngedrag dient beslist voorkomen te worden omdat dit een verhoogd risico inhoudt om een eetstoornis te ontwikkelen.
Verwijzen
Als advisering door de JGZ niet haalbaar en/of niet effectief is, dan is verwijzing naar een (kinder)diëtist voor een dieetadvies op maat of naar een pedagoog/gedragstherapeut voor hulp bij opvoedingsproblemen raadzaam.