4.1 Voorlichting

JGZ-richtlijn Ondergewicht

Ondergewicht

Een deel van de jeugdigen heeft van ‘nature’ een lager gewicht dan de meeste leeftijdsgenoten van hetzelfde geslacht en lengte. Er is dan sprake van familiair of constitutioneel ondergewicht. Hieraan wordt met name gedacht als één of beide biologische ouders een lage BMI hebben of als het kind prematuur of SGA geboren is. Ook kan het gewicht van vooral jongens door de groeispurt in de puberteit (tijdelijk) laag zijn. Als de jeugdige weliswaar ondergewicht heeft maar zijn/haar curve blijft volgen, er geen zorgen zijn over het eten en hij/zij goed gezond is en goed functioneert is in principe geen verdere actie nodig. De JGZ blijft de groei op de gebruikelijke wijze volgen (zie sectie Signaleren, diagnostiek en verwijzen). Op verzoek kan de jeugdarts of de verpleegkundig specialist uitleg geven over de normale ontwikkeling en fase problematiek. Eventuele preventieve voedingsadvisering is gericht op het in stand houden van een gezond voedingspatroon en het behouden van een voor de betreffende jeugdige gezond gewicht.

Aanbevelingen

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback