2.3.4 Gevolgen

JGZ-richtlijn Ondergewicht

Ondergewicht

Korte termijn

Ondervoeding kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid en het welbevinden van​ ​jeugdigen (​Tabel 2.2​). Directe lichamelijke gevolgen zijn afvallen, lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie), verlies van spiermassa (en op basis daarvan verminderde spierkracht, moeheid) en verhoogde vatbaarheid voor infecties [15]. Het langdurig niet eten van één of meer voedingsmiddelen of het op grond van bepaalde overtuigingen aanpassen van het voedingspatroon zonder dit te compenseren door gelijkwaardige producten kan voedingsdeficiënties (bijvoorbeeld ijzer, calcium) veroorzaken. Sommige gevolgen van ondervoeding kunnen levensbedreigend zijn, zoals hartritmestoornissen, decompensatio cordis of hypoglykemie.

Psychische klachten bij ondervoeding kunnen zijn: depressiviteit, (sociale) angstklachten, gedragsproblemen, concentratie- en geheugenstoornissen, obsessief denken over eten. Ondervoeding leidt tot een langzamer herstel en complicaties bij ziekte en operaties. Kinderen met acute ondervoeding verblijven gemiddeld 45% langer in het ziekenhuis dan kinderen met een normale voedingstoestand [27].

Tabel 2.2: Korte- en langetermijngevolgen van ondervoeding [91][27][29](Colbert 2004)

Korte termijn
  • Neerwaarts afbuigende gewichtscurve
  • Verminderd welbevinden
  • Verminderde weerstand, vergrote kans op infecties
  • Gedragsproblemen, concentratieproblemen
  • Depressiviteit, angstklachten, obsessief denken
  • Vermoeidheid, lethargie
  • Frequent huilen
  • Verminderde vetmassa, verlies van spiermassa
  • Langzamer herstel en tot complicaties bij ziekten en operaties
  • Oedeem
  • Verstoring van stofwisseling, hypoglykemie
  • Verstoring van het endocriene systeem, uitblijven van de menstruatie
Lange termijn
  • Neerwaarts afbuigende lengtecurve
  • Verminderde botopbouw/botontkalking, verminderde schedelgroei
  • Ontwikkelingsachterstand (cognitief, taal, gedrag)
  • Afname spierkracht (pompkracht hart, ademkracht)
  • Voedingsdeficiënties
  • Uitgestelde of vertraagde puberteit
  • Verzuim van school/werk, sociaal isolement
  • Verhoogde sterftekans

 

Lange termijn

Ondervoeding kan leiden tot een vertraagde​ g​roei en ontwikkeling [15]. Meestal buigt dan eerst het gewicht en later de lengte af [91]. Bij kinderen jonger dan twee jaar kan ook de schedelgroei achterblijven [15]. Bij normalisering van het onvolwaardige voedingspatroon treedt inhaalgroei op. Maar het eerdere groeiniveau wordt niet altijd meer bereikt. Groeiachterstand kan ook leiden tot een achterstand in de cognitieve ontwikkeling (Colbert 2004). Kinderen met een groeiachterstand hebben vaker een achterstand in de taalontwikkeling en gedragsproblemen [15]. Bij oudere kinderen kan ondervoeding leiden tot het uitblijven van de menstruatie en de seksuele rijping, zie verder de ​JGZ-richtlijn ‘Seksuele ontwikkeling Deze linkt opent in een nieuw tabblad’​ of de ​JGZ-richtlijn ‘Lengtegroei Deze linkt opent in een nieuw tabblad’​.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback