Een tweede groep waarbij ASS minder vaak gediagnosticeerd wordt zijn mensen van allochtone afkomst*. Begeer (2009) geeft in zijn onderzoek aan dat het aantal kinderen van Turkse of Marokkaanse afkomst met een ASS 50% lager ligt, dan bij kinderen van autochtone afkomst. Volgens Begeer spelen ondermeer taalproblemen en integratieproblemen hierbij een rol.
Publicaties over ASS bij kinderen en jongeren zijn tot nu toe voornamelijk gebaseerd op autochtone kinderen. Er is een gebrek aan onderzoek naar ASS bij kinderen van andere culturele achtergronden4 [46]. Uit het onderzoek van Dyches e.a. blijkt dat er verschillen zijn in de prevalentie tussen etnische groepen en het hebben van ASS. Kinderen met een Aziatische en een Afrikaanse achtergrond hebben een hoger percentage ASS dan de autochtone Amerikaanse kinderen uit dit onderzoek. Deze uitkomsten leiden tot de volgende vragen over de werkelijke verschillen in de prevalentie van ASS tussen verschillende etnische groepen. Een andere vraag is of kinderen met een andere etnische afkomst sneller een andere diagnose krijgen. Bijvoorbeeld een verstandelijke beperking, meervoudige beperking of emotionele stoornis, i.p.v. een classificatie voor ASS. Dit zijn vragen die onderzoekers tot op heden nog niet hebben beantwoord, wat laat zien dat er nog veel onduidelijkheden zijn rond de vermeende verschillen van prevalentie van ASS binnen verschillende etnische groepen.
Zoekstrategie in de literatuur
Voor dit hoofdstuk is gezocht naar internationale en nationale literatuur over het herkennen van signalen van ASS en het gebruik van screeningsinstrumenten bij meisjes, bij kinderen van allochtone afkomst en bij kinderen met een verstandelijke beperking.
In de databases Psychinfo en Pubmed (11/2010). Er is gezocht naar literatuur vanaf het jaar 2000, in de talen: Engels, Frans, Duits en Nederlands. In totaal zijn er 405 artikelen uit de literatuursearch gekomen. Er is gekeken of autisme voorkwam in samenhang met een van de drie genoemde doelgroep: jongens en meisjes, allochtone bevolkingsgroepen of personen met een verstandelijk beperking. Vervolgens zijn de studies beoordeeld op methodologische kwaliteiten. Het design van de studie speelde geen rol bij de inclusie.
*Met kinderen van allochtone afkomst worden kinderen uit niet-westerse landen bedoeld. Er zijn verschillende definities voor niet-Westerse landen, waarbij in dit hoofdstuk de definitie van de Nederlandse overheid gehanteerd wordt, die gemaakt is in samenwerking met het CBO. Als niet-westerse landen worden hierbij gedefinieerd Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan) en de rest dus als westers.