3.2 Signaleringsinstrumenten

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen

Autismespectrumstoornissen

De jeugdgezondheidszorg (JGZ) volgt de groei en ontwikkeling van 0-19 jarigen door verschillende contactmomenten. In de voorschoolse periode vinden contactmomenten met de JGZ bij de gezinnen thuis plaats, of op het consultatiebureau. Zodra kinderen naar de basisschool gaan voeren de jeugdarts en jeugdverpleegkundige/ verpleegkundig specialist in samenwerking met de doktersassistente de contactmomenten uit. Contactmomenten hebben verschillende vorm en een brede focus en hebben o.a. ten doel de ouders te ondersteunen bij het opgroeien en opvoeden van hun kind, de ontwikkeling van het kind te volgen en mogelijke ontwikkelings- en gedragsproblemen op te sporen, waarna zo nodig adequate verwijzing gerealiseerd kan worden. Het preventieve gezondheidsonderzoek bestaat uit een algemene anamnese, lichamelijk onderzoek, observaties, gesprekken en afname van instrumenten die mogelijke ontwikkelingsachterstanden of gedragsafwijkingen signaleren. In deze richtlijn wordt dit aangeduid als onderzoek op level 1. De instrumenten die daarvoor in Nederland worden gebruikt zijn het Van Wiechenonderzoek (VWO) bij kinderen tot 4,5 jaar en in toenemende mate de Nederlandse versie van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ; [63]) bij kinderen vanaf het 3e​ ​tot en met het 16e​ ​jaar. Beide instrumenten worden hieronder beschreven. Voor jongeren vanaf 17 jaar is geen instrument ten behoeve van signalering van ASS gevonden.

Aanbevelingen

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback