3 Signaleren, diagnostiek en verwijzen

JGZ richtlijn Niet scrotale testis (2012)

Niet-scrotale testis (NST)

Indeling (zie Definities) is gebaseerd op de volgende acties:

  • Tijdens het lichamelijk onderzoek: het herkennen van NST (visuele inspectie en palpatie van de ligging).
  • Manipulatie (pogen om de testis scrotaal te krijgen).
  • Navraag bij ouders over de recente ligging.
  • Verificatie van de voorgeschiedenis van de ligging van de testis middels dossier- onderzoek (bij bijvoorbeeld verloskundige, JGZ, huisarts, kinderarts) naar eerdere ligging van de testis:
    • In geval van een niet-scrotale testis wordt de classificatie op basis van de medische voorgeschiedenis gedaan. Als de voorgeschiedenis niet beschikbaar is, wordt deze actief nagevraagd bij de voorgaande ketenpartners (verloskundige, kinderarts, huisarts).
    • Als minimaal twee onafhankelijke beoordelaars geconcludeerd hebben dat de testis na de geboorte scrotaal was, is geen sprake van een aangeboren NST.

Zie Verwijscriteria voor extra aandachtspunten bij lichamelijk onderzoek.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback