2.2.1 Baby’s

JGZ richtlijn Ondergewicht (2019)

Ondergewicht

In Nederland bedraagt het geboortegewicht bij jongens gemiddeld 3.482 gram bij een gemiddelde lengte van 51 cm, bij meisjes is dit 3.374 gram en 50 cm (bron: CBS-statline). Meisjes zijn bij geboorte en daarna gemiddeld lichter dan jongens. Kinderen van Zuidoost-Aziatische afkomst − waaronder Hindostaanse kinderen*− zijn door hun lichaamsbouw lichter dan kinderen van Nederlandse afkomst.

In het eerste halfjaar na de geboorte zijn kinderen die voornamelijk moedermelk krijgen gemiddeld iets zwaarder dan kinderen die vooral kunstvoeding krijgen. Vanaf de derde of vierde levensmaand neemt het gewicht van kinderen die moedermelk krijgen minder snel toe (in de volksmond ook wel ‘​4 maanden dip’​ genoemd). Dit is een normaal verschijnsel. In het tweede halfjaar na de geboorte is het omgekeerd: kinderen die kunstvoeding krijgen zijn over het algemeen wat zwaarder [26]. Verschillen door het soort voeding zijn meestal rond het tweede levensjaar verdwenen. Zie verder: ​multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Deze linkt opent in een nieuw tabblad​.

Een speciale groep wordt gevormd door de vroeg (prematuur) geboren kinderen. Veel van deze kinderen zijn niet alleen vroeg geboren maar hebben ook een intra-uteriene groeiachterstand (d.w.z. ze zijn small for gestational age (SGA)/dysmatuur) (zie ook ​JGZ-richtlijn ‘Vroeg en/of Small voor Gestational Age (SGA) geboren kinderen’​ Deze linkt opent in een nieuw tabblad). Zij vertonen in de eerste levensjaren vaker een laag gewicht dan op tijd geboren kinderen.

Gewicht, maar ook lengte en BMI, zijn voor een groot deel familiair bepaald. Het effect van genetische factoren is laag bij geboorte maar neemt daarna snel toe. Vanaf de leeftijd van vijf maanden wordt 80-90% van de variantie door genetische factoren verklaard [6].

Met de groei veranderen ook de lichaamsverhoudingen. Door de relatief korte armen en benen krijgt de babyromp extra nadruk. Door toename van het onderhuidse vet lijkt een baby tussen 3-9 maanden ‘dik’ of ‘mollig’ met een ‘rond’ lijfje en ‘ronde’ benen en armen. Dit verdwijnt weer in de peuterperiode.

*deze term wordt in Nederland en in Suriname vaak gebruikt om de bevolkingsgroep aan te duiden die van Indiase of Zuid-Aziatische afkomst is

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback