Er zijn veel verschillende oorzaken mogelijk voor ondergewicht en ondervoeding. Voor een overzicht (zie Tabel 2.1). De voor JGZ-professionals belangrijkste risicofactoren worden hieronder beschreven.
Tabel 2.1: Overzicht mogelijke oorzaken voor ondergewicht en ondervoeding [32][15][6][28](JGZ-richtlijn ‘Voeding en eetgedrag’ Deze linkt opent in een nieuw tabblad)
Familiair/constitutioneel
|
Toegenomen energiebehoefte/verhoogd metabolisme Gedrag
Infectie
Trauma
Oncologisch
Hart
Longen
Nieren
Abdomen
Bloed
Endocrinologie
Neurologie
Metabool
Perinataal
|
Inadequate inname Voedingsproblemen
Eetproblemen/-stoornissen
Slik/eetproblemen door somatische factoren
Psychosociaal
|
|
Overmatig verlies/inadequate verwerking Diarree
Braken
|
Vroeg- en/of SGA geboorte
Vroeg geboren kinderen laten in de eerste levensjaren vaker een groeiachterstand zien. Het wat lagere gewicht is meestal geen punt van zorg en wordt veelal in de loop van de eerste levensjaren ingehaald [4]. Met name SGA geboren kinderen hebben een verhoogd risico op het niet inhalen van deze achterstand (JGZ-richtlijn ‘Vroeg en/of Small voor Gestational Age (SGA) geboren kinderen’ Deze linkt opent in een nieuw tabblad).
Voedings- en eetproblemen [25][23]
Bij zuigelingen kunnen problemen bij borstvoeding, verkeerd bereide kunstvoeding, slecht drinken, weinig zuigkracht, langzaam drinken of een vertraagde overgang van melkvoeding op vaste voeding tot ondergewicht en een achterblijvende groei leiden (Edmond 2007).
Bij 25% tot 45% van de gezonde peuters en kleuters komen lichte tot matige voeding- en eetproblemen (bijvoorbeeld weinig eten, selectief eten, afwijzen van onbekende producten) voor. Deze kinderen groeien en functioneren meestal goed. Bij kinderen met een psychomotorische retardatie of kinderen met een chronische ziekte komen voeding- en eetproblemen veel vaker voor (40-80%) en zijn deze ernstiger. Vroeg geborenen kinderen, kinderen of adolescenten met een langdurige ziekenhuisopname, kinderen die op jonge leeftijd ernstig ziek zijn geweest en kinderen die om medische redenen langdurig sondevoeding hebben gehad, hebben door de negatieve ervaringen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een eetprobleem met extreem vermijdingsgedrag [76].
Psychosociale factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan of het in stand houden van eetproblemen. Eetgedrag heeft op elke leeftijd een signaalfunctie: eetgedrag kan een mogelijkheid zijn voor een kind om zijn/haar emoties te uiten, zeker als het kind nog niet beschikt over de cognitieve of verbale mogelijkheden om emoties te uiten. Maar ook bij oudere kinderen en tieners kan het eetgedrag het eerste signaal zijn dat de jeugdige ‘niet goed in zijn/haar vel’ zit. Kinderen met internaliserende (angst, depressie) en externaliserende problemen (druk gedrag en hyperactiviteit) hebben vaker eetproblemen, wat op termijn kan leiden tot ondergewicht [18][21][31]. Uit de literatuur komt verder naar voren dat opvoedingsproblemen [11][13], problemen in de ouder-kind relatie [8], verwaarlozing [9], en mishandeling [12][22] bij kunnen dragen aan het ontstaan van ondergewicht, meestal doordat het kind door middel van eetproblemen de ervaren stress uit. Ook kinderen van wie de ouders psychiatrische problemen hebben, ervaren vaker dan andere kinderen psychosociale problemen en zijn extra gevoelig voor het ontwikkelen van eetproblemen [5][1].
Ook somatische aspecten kunnen aanleiding zijn voor eetproblemen. Zo lijdt volgens tandartsen naar schatting tien procent van de Nederlandse kinderen onder de vijf jaar aan ernstige cariës. Een slechte mondgezondheid kan door pijn, ontstekingen en abcessen serieuze gevolgen hebben voor onder meer het eetpatroon. Ook bij obstipatie kunnen door buikpijn, een verminderde eetlust en ‘discomfort’ eetproblemen ontstaan. Somatische factoren waarbij sprake is van slikproblematiek en/of waarbij de eetlust is verminderd zijn bijvoorbeeld: een strakke tongriem, adenotonsillaire hypertrofie, mond motorische dysfunctie, chronische ernstige dyspnoe, gastro-oesofageale reflux en voedselallergie of -overgevoeligheid.
Kinderen met overgewicht kunnen ondervoed raken terwijl zij veel eten, maar niet genoeg gezonde voedingsstoffen binnenkrijgen. Denk bijvoorbeeld aan het overmatig eten van producten met veel suiker, zout en vet waardoor er tekorten ontstaan aan andere voedingsstoffen. Ook het volgen van een extreem of langdurig dieet kan tot ondervoeding leiden.
Extreem selectief eetgedrag kan voedingsdeficiënties veroorzaken. Extreem selectieve eters weigeren specifieke voeding met een bepaalde smaak, geur of structuur; hun weigergedrag gaat verder dan de angst die veel jonge kinderen vertonen voor onbekende voedingsmiddelen. Kinderen met dit soort problemen kunnen ook op andere sensorische gebieden overgevoelig zijn (geluidsprikkels, vieze handen). Extreem selectief eetgedrag komt relatief vaak voor bij kinderen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) [2].
Bij extreem en dwangmatig gezond eten (ook wel aangeduid als ‘orthorexia’) worden steeds meer soorten voeding uit het menu geschrapt, vooral voedingsmiddelen die relatief veel calorieën, vet of suikers bevatten, ook wel in combinatie met extreem veel sporten. Jeugdigen en volwassenen die geobsedeerd raken door gezonde voedingsmiddelen lopen het risico om deze obsessie door te ontwikkelen naar een eetstoornis, vooral in combinatie met psychologische risicofactoren zoals een negatief zelfbeeld en de sterke wens om slank te zijn [14][29][7]. Orthorexia wordt door kinder- en jeugdpsychiaters en psychologen wel gezien als een voorstadium van anorexia. Hoe vaak orthorexia bij jeugdigen voorkomt is niet bekend.
Eetstoornissen
Anorexia nervosa leidt tot significant ondergewicht en ondervoeding. Anorexia komt met name voor bij meisjes en jonge vrouwen in de leeftijd van 9-19 jaar. De ‘life-time’ prevalentie wordt voor meisjes en vrouwen op 1-4% geschat, voor jongens en mannen op 0,3-0,7%. Tot nu toe is geen enkele opzichzelfstaande etiologische factor geïdentificeerd als dé veroorzaker, maar een belangrijke psychische risicofactor is een negatieve lichaamsbeleving. Specifieke risicogroepen voor het ontwikkelen van een eetstoornis zijn fotomodellen in de modewereld, balletdansers en topsporters [29].
Ziekte
Ziekte is een belangrijke oorzaak voor ondergewicht en ondervoeding. Van den Elzen (2007) maakt grofweg onderscheid in ziekten die leiden tot of gepaard gaan met:
- Onvoldoende inname van energie en eiwit (bijvoorbeeld door ernstige cariës, dyspneu);
- Toegenomen energiebehoefte ( bijvoorbeeld bij recidiverende (KNO) infecties, langdurige koorts, een hartafwijking)
- Verhoogd verlies van voedingstoffen (door braken en/of diarree zoals bijvoorbeeld bij gastro-enteritis, voedselallergie, actieve coeliakie of inflammatoire darmziekten) [32].