Adviezen aan jeugdigen met ondergewicht en hun ouders zijn gericht op het bereiken en/of in stand houden van een volwaardige en gebalanceerde inname van voedingsstoffen conform de Schijf van Vijf. De basis voor een gezonde voeding en een gezond voedingspatroon staat omschreven in de JGZ-richtlijn ‘Voeding en eetgedrag’ Deze linkt opent in een nieuw tabblad.
Basisadviezen zijn:
- Hanteren van vaste eet- en drinkmomenten;
- Aandacht voor adequate intake van smeer- en bereidingsvet;
- Adequate intake van zuivel en drinken water/thee;
- Beperken inname van suikerhoudende dranken;
- Tijdige opbouw van vaste voeding na de periode van melkvoeding;
- De aanbevolen hoeveelheid aan inname van voedingsstoffen wordt uit alle vakken van de Schijf van Vijf gehaald (ook voor kinderen met ondergewicht is voeding met veel verzadigd vet en/of suiker ongezond!)
Adviezen 0 – 1 jaar
Bij het introduceren van nieuwe voedingsmiddelen wordt aanbevolen om deze af te wisselen en vaker aan te bieden. Wijs ouders erop dat nieuwe voedingsmiddelen tenminste tien keer of vaker aan het kind moeten worden aangeboden zodat het aan de nieuwe smaak kan wennen. Daarnaast dient er variatie aan voedingsmiddelen te worden geadviseerd. De ouders bepalen wat het kind eet, maar het kind geeft de hoeveelheden aan. De voeding en het eetgedrag moeten passen bij het ontwikkelingsniveau van het kind (knoeien mag!).
Aanbevelingen voorlichting 0 – 1 jaar
De JGZ richtlijn ‘Voeding en Eetgedrag’ geeft aanbevelingen ten aanzien van de voorlichting aan ouders van kinderen in de leeftijd van 0-1 jaar:
- Door het zo jong mogelijk aanleren van gezonde voedingsgewoonten en adequaat eetgedrag wordt de basis gelegd voor een gezond voedingspatroon op latere leeftijd. Het is belangrijk dat ouders en kind in het eerste levensjaar een ontspannen voedingsinteractie opbouwen. Door responsief te reageren op signalen van honger en verzadiging, leert het kind de juiste verbanden te leggen, namelijk dat honger leidt tot het aanbieden van voeding, – en dat verzadiging; stoppen met voeden – samengaat met tevredenheid en ontspanning. Responsief opvoedgedrag ondersteunt het kind om zijn/haar eigen lichaam en voedingsbehoeften te leren kennen. Dit draagt ook bij aan de ontwikkeling van een veilige hechting [81].
- Voorkomen moet worden dat het voeden vergezeld gaat van externe controle of dat er veel druk uitgeoefend wordt bij het eten, bijvoorbeeld door strakke regels te hanteren, voeding op te dringen, of eten te geven voor oneigenlijke doeleinden, zoals troost of compensatie.
- Ouders wordt geadviseerd om te letten op signalen van honger en verzadiging bij hun kind. Signalen van honger bij een baby zijn minder diepe slaap, zoekgedrag, zuigen op de handjes, bewegen met het mondje en uiteindelijk huilen. Bij verzadiging laat een baby meestal de tepel of speen van de fles los. Andere signalen van verzadiging zijn zich strekken, kokhalzen of het hoofd wegdraaien [89]. Vooral bij volledige zuigelingenvoeding is het belangrijk dat ouders weten dat het niet nodig is om altijd de hele fles leeg te laten drinken.
‘Eetplezier en Beweegkriebels’ (http://www.voedingscentrum.nl/eetplezier) is een ouderworkshop over het belang van gezonde voeding en voldoende bewegen. Het kan door kinderopvang, buurthuizen of in de JGZ ingezet worden om ouders te helpen bij het aanleren van een gezonde leefstijl bij hun kinderen. De interventie is goed onderbouwd.
‘Smakelijke Eters’ (http://www.voedingscentrum.nl/webshop) is een workshop voor ouders van kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar om hen te helpen hun kinderen duurzaam gezonde eetgewoonten bij te brengen. De interventie werd door het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL) aangemerkt als ‘goed onderbouwd’.
Verwijzen
Als advisering door de JGZ niet haalbaar en/of niet effectief is, dan is verwijzing naar een (kinder)diëtist voor een dieetadvies op maat of naar een pedagoog/gedragstherapeut voor hulp bij opvoedingsproblemen raadzaam.