2.3.1 Definitie

JGZ-richtlijn Ondergewicht

Ondergewicht

Ondergewicht

Bij een gewicht dat lager is dan gebruikelijk voor jeugdigen van dezelfde lichaamslengte en/of leeftijd wordt gesproken van ondergewicht. In deze richtlijn wordt gesproken van ondergewicht bij een gewicht-naar-leeftijd of een gewicht-naar-lengte < -2 SDS of een BMI-naar-leeftijd corresponderend met een BMI < 17,0 kg/m2​ ​op leeftijd van 18 jaar. Een jeugdige met ondergewicht kan ondervoed zijn, maar dat hoeft niet. Er kan ook sprake zijn van een constitutioneel of familiair laag gewicht. Als de jeugdige zijn/haar gewichtscurve blijft volgen en het gewicht niet afbuigt, is de jeugdige misschien licht voor de leeftijd en/of lichaamslengte maar is er geen reden tot zorg. Stagnatie van de groei of ongewild in korte tijd veel afvallen is een ongunstiger teken.

Ondervoeding 

 

Figuur 1.1

 

De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) definieert ondervoeding als een toestand waarbij een disbalans bestaat tussen voedingsbehoefte en voedselinname, waardoor toenemende tekorten aan energie, eiwit en andere voedingstoffen ontstaan, met meetbaar nadelige effecten op vorm en functie van de weefsels en het lichaam, op groei en ontwikkeling en op de klinische uitkomstmaten van ziekte.

De disbalans die bij ondervoeding bestaat tussen voedingsbehoefte en voedselinname kan vele oorzaken hebben (zie ​subsectie Oorzaken Tabel 2.1​). Kinderartsen en kinderverpleegkundigen onderscheiden ​acute​ en chronische​ ondervoeding. Bij acute ondervoeding wordt vooral gewichtsverlies gezien dat optreedt door een veranderde stofwisseling, een verminderde voedselinname en braken en/of diarree door acute ziekte. Bij acute ondervoeding daalt het gewicht, maar is de lengtegroei (nog) niet achtergebleven. Er is dus sprake van een laag gewicht voor de lengte (in Engelstalige literatuur aangeduid als ​‘wasting’​).

Bij​ c​hronische ondervoeding is niet alleen het gewicht aangedaan, maar blijft ook de lengtegroei achter (in Engelstalige literatuur: ‘stunting​’). Chronische ondervoeding kan optreden bij chronische ziekte of bij langdurige eetproblemen. Behalve de ziekte zelf kan ook de behandeling van de ziekte invloed hebben op de voedingstoestand en op de groei. Zo is één van de mogelijke bijwerkingen van het gebruik van methylfenidaat bij ADHD of autisme het verlies van eetlust en verminderde groei. Zie ook de ​JGZ-richtlijn ‘Lengtegroei’ Deze linkt opent in een nieuw tabblad​.

Bij een kind kan ook sprake zijn van zowel acute áls chronische ondervoeding. Dit wordt ​gemengde ondervoeding​ genoemd.

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback