Richtlijn: Psychosociale problemen (2016)

Verantwoording

Zoekstrategie

De uitgangsvragen waar een systematisch literatuursearch voor is uitgevoerd zijn samengevoegd in drie thema’s: 1. Risico- en beschermende factoren, 2. Vroegsignalering 3. Advisering en effectieve interventies. Per thema staat hieronder beschreven op welke wijze de literatuur is verzameld.

Thema 1: risico en beschermende factoren

Uitgaande van de uitgangsvragen is door de projectgroep met hulp van de informatiespecialist van TNO, een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd betreffende risico- en beschermende factoren voor de ontwikkeling van psychosociale problemen in relevante databases: PubMed en PsychInfo. De volgende zoektermen werden onder andere gebruikt: risk factors, predictor, protective factors, screening, identification, internalizing, externalzing, psychosocial health, - wellbeing. – problems, - dysfunction, affective symptoms, affective problems, behavioral problems, emotional problems.

De literatuursearch richtte zich op de periode 2008 tot 2015 en resulteerde in een lijst met 613 referenties: 377 artikelen binnen PsychInfo en 236 referenties van PubMed. Vervolgens hebben we de abstracts handmatig geselecteerd op relevantie, waarna 126 publicaties overbleven. Er zijn afzonderlijke searches gedaan naar prenatale risico- en beschermende factoren. Deze searches leverden aanvankelijk 257 publicaties op in PsychInfo en Pubmed. Na kritische lezing van deze abstracts bleven hiervan 54 artikelen over.

Studies die betrekking hebben op psychiatrische problematiek zoals ADHD of autisme, post-traumatische stress, drugs- of alcohol problematiek, suïcidaal gedrag, geweld, kindermishandeling, pesten, behandelingen en epilepsie werden buiten beschouwing gelaten. Daarnaast werd aan deze lijst m.b.v. de sneeuwbalmethode artikelen en aangedragen literatuur door werk- en klankbordgroepleden toegevoegd. De geselecteerde artikelen zijn beoordeeld op relevantie voor de uitgangsvraag en op hun methodologische kwaliteit volgens EBRO-methode. Na deze selectie bleven de artikelen over die als onderbouwing bij de verschillende conclusies in de richtlijn staan vermeld. De evidence is samengevat in ‘evidentietabellen’.

Thema 2: vroegsignalering – instrumenten

Uitgaande van de uitgangsvragen is door de projectgroep met hulp van de informatiespecialist van TNO, een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd betreffende gevalideerde vroegsignaleringsinstrumenten in Nederland voor de opsporing van psychosociale problemen bij kinderen in relevante databases: PubMed en PsychInfo. De literatuursearch richtte zich op de periode 2008 tot 2015, en de search was beperkt tot validatie onderzoek van signaleringsinstrumenten voor de opsporing van psychosociale problemen. Het onderzoek diende in Nederland uitgevoerd te zijn en de studie diende gebruik te hebben gemaakt van een community-based steekproef. De volgende zoektermen werden onder andere gebruikt: screening, identification, internalizing, externalIzing, psychosocial health, - wellbeing. – problems, - dysfunction, affective symptoms, affective problems, behavioral problems, emotional problems.

De literatuursearch resulteerde in een lijst met 134 referenties: 80 artikelen binnen PsychInfo en 54 referenties van PubMed. De abstracts zijn handmatig geselecteerd op relevantie, waarna 13 publicaties overbleven. Deze search is aangevuld met de zogenaamde ‘sneeuwbal methode’. Onder andere de resultaten van acht relevante proefschriften afkomstig uit Nederland zijn geanalyseerd (Hielkema, 2015; Kruizinga, 2015; Looij-Jansen, 2010; Mieloo, 2015; Theunissen, 2013; Staal, 2016; Stone, Vogels, 2008). Instrumenten die bruikbaar zijn in de prenatale periode, zijn overgenomen van de JGZ richtlijn kindermishandeling (nog in ontwikkeling). De geselecteerde artikelen zijn beoordeeld op hun methodologische kwaliteit volgens EBRO-methode en als onderbouwing bij de verschillende conclusies in de richtlijn vermeld. De evidence is samengevat in ‘evidentietabellen’.

Thema 3: Advisering en effectieve interventies

Bij de beantwoording van de vraag ‘Wat kunnen JGZ-professionals doen bij psychosociale problemen als interventies ontbreken?’ is gebruik gemaakt van recente overzichtsstudies, zoals de documenten in de Databank‘Wat werkt’, en programmeringsstudies, naastliggende richtlijnen, handreikingen en studies over algemeen werkzame elementen, competenties van professionals en beleidsonderzoek.

De uitgangsvraag ‘Wat zijn collectieve en individuele preventieve adviezen aan ouders en de omgeving van het kind om de psychosociale ontwikkeling van het kind te stimuleren?’ is beantwoord aan de hand van reviews in de zogenaamde ‘Wat werkt’- Databank (o.a. Wat werkt bij angst- en stemmingsproblemen, Wat werkt bij opvoedingsondersteuning, Wat werkt bij gedragsproblemen en Wat werkt bij pesten) van het Nederlands Jeugdinstituut. JGZ richtlijnen? In deze documenten wordt een overzicht geboden van de laatste stand van zaken in wetenschappelijke literatuur rondom werkzame elementen. De overzichten zijn gebaseerd op systematische reviews en meta-analyses die zijn gevonden via searches in internationale wetenschappelijke databanken (o.a. PsycInfo, ERIC, Cochrane en Campbell Collaboration).

Voor beantwoording van de uitgangsvraag ‘Wat zijn (bewezen effectieve) interventies die de JGZ-professionals kunnen toepassen bij psychosociale problemen?’ is gebruik gemaakt van de beschrijvingen van in Nederland beschikbare interventies ter preventie van psychosociale problemen, die zijn opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies, op sommige punten aangevuld met gegevens uit een recent review. De interventies zijn in tabelvorm weergeven inclusief de onderbouwing van de NJI databank

  • Goed onderbouwd: Een interventie krijgt deze classificatie als deze op z'n minst goed beschreven is en als aannemelijk is gemaakt dat met die interventie het gestelde doel kan worden bereikt.
  • Effectief volgens eerste aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens eerste aanwijzingen als uit onderzoek met zwakke of indicatieve bewijskracht, bijvoorbeeld veranderingsonderzoek, blijkt dat er voldoende effect optreedt bij uitvoering van de interventie, ook al staat nog niet vast dat dit effect (helemaal) door de interventie wordt veroorzaakt.
  • Effectief volgens goede aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens goede aanwijzingen als uit onderzoek met beperkte bewijskracht blijkt dat bepaalde doelen er in de praktijk beter mee worden bereikt dan met andere interventies of met niets doen.
  • Effectief volgens sterke aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens sterke aanwijzingen als uit voldoende onderzoek met sterke of zeer sterke bewijskracht blijkt dat bepaalde doelen er in de praktijk beter mee worden bereikt dan met andere interventies of met niets doen.

Bekijk hier alle evidentietabellen van deze richtlijn

Overwegingen

Taken JGZ

De vraag hoe de JGZ ouders, kinderen en jongeren maximaal kunnen ondersteunen, om gezond en veilig opvoeden en opgroeien mogelijk te maken staat centraal. De JGZ professional volgt de kinderen en kan zo de aanwezige risicofactoren wegen. Daarom wordt in het begin van de richtlijn (zie Taken JGZ) aandacht besteedt aan gezond opgroeien en opvoeden, en voorkomen van risico’s en problemen. Ofwel bevorderen van positieve ontwikkeling.

Thema 1: risico- en beschermende factoren

Een opsomming van risicofactoren, die je in de praktijk kan afvinken is niet wenselijk. Het is belangrijk om te weten of er een evenwicht is tussen risico- en beschermende factoren. Daarbij is het nodig dat het kind in zijn omgeving gezien wordt.

Thema 2: Vroegsignalering

Er dient voorzichtig te worden omgegaan met het interpreteren van scores/ instrumenten die niet met de ouders zijn nabesproken. Het is belangrijk dat de duiding van het instrumenten in combinatie met een klinische observatie en in gesprek met de ouders/jeugdige plaatsvindt.

Thema 3: Advisering en interventies

Eén van de uitgangsvragen is: ‘Wat kunnen JGZ-professionals doen bij psychosociale problemen als interventies ontbreken?’ Als een bepaalde expertise niet aanwezig is bij de JGZ, dan dient de JGZ professional zorg te dragen voor een adequate verwijzing.

Thema 4: samenwerking

Als ouders psychiatrische problemen hebben, dan is het belangrijk om een gesprek te houden over de opvoeding. En van daaruit eventuele moeilijkheden of spanningen bespreekbaar te maken. In de samenwerking met ouders, worden problemen eerst besproken met de ouders, voordat informatie wordt ingewonnen bij andere hulpverleners van de ouder.

Bekijk hier het rapport van de knelpuntenanalyse van deze richtlijn


Pagina als PDF