5.2 Adviezen ter preventie van gedragsproblemen

JGZ-richtlijn Psychosociale problemen

Psychosociale problemen

Bij het voorkomen en verminderen van gedragsproblemen maken de meeste interventies gebruik van (cognitieve) gedragstherapie ([175]). De adviezen die de JGZ geeft aan ouders en kind kunnen gestoeld worden op deze aanpak. In de aanpak van cognitieve gedragstherapie wordt positieve feedback gegeven op het positieve gedrag van jeugdigen. Ongewenst gedrag wordt zoveel mogelijk genegeerd. Hierdoor neemt het positieve gedrag van jeugdigen vaak toe, en het ongewenste gedrag af. Gedragstherapie wordt vaak in twee vormen ingezet. De ene vorm is oudertraining. De ouders leren vaardigheden om de gedragstherapie thuis toe te passen. Een andere vorm is gedragstherapie in groepsvorm voor jeugdigen met een gedragsprobleem.

Ouders 

Ouders kunnen vaardigheden aanleren om positief gedrag te stimuleren en negatief gedrag te verminderen. Dit staat centraal bij preventieve opvoedingsondersteuning [176] Voor advisering hieromtrent wordt ook verwezen naar de JGZ-richtlijn Opvoedondersteuning Deze linkt opent in een nieuw tabblad [194]. Een vorm van preventieve opvoedondersteuning zijn groepsgerichte ouderprogramma’s, waarin ouders opvoedingsvoorlichting krijgen, opvoedvaardigheden aanleren en informatie uitwisselen met andere ouders. Enkele kenmerken van effectieve ouderprogramma’s zijn (Watson, White, Taplin, & Huntsman, 2005); [173][183][107][179]

  • Ouders leren om het gedrag dat veranderd moet worden te identificeren en te monitoren; 
  • Goed gedrag wordt bekrachtigd en negatief gedrag genegeerd of er worden consequenties aan verbonden; Concrete voorbeelden van vaardigheden om positief gedrag te stimuleren (afkomstig uit interventies als Opvoeden en zo en Triple P) zijn: tijd en aandacht geven, praten met kinderen, complimenten geven, en het goede voorbeeld geven. Concrete voorbeelden van vaardigheden om ongewenst gedrag te kunnen hanteren zijn: basisregels afspreken, heldere instructies geven, en consequent reageren als regels worden overschreden zoals het toepassen van ‘stil zitten’ of ’time-out’ [181]
  • Het zelfvertrouwen van ouders wordt vergroot; ouders worden ondersteund bij het bedenken van manieren om hun eigen problemen op te lossen [169]; (Watson e.a. 2005; Watson & Tully, 2008). 
  • Het sociale netwerk van ouders wordt versterkt (Webster-Stratton, 1997; Walker & Riley 2001). 

Kind 

In interventies voor jeugdigen leren jongeren bijvoorbeeld vaardigheden waardoor zij constructiever om kunnen gaan met hun boosheid. In trainingen die gericht zijn op het verminderen van gedragsproblemen worden vaak irrationele gedachten (‘ik ben waardeloos’, ‘ze moeten altijd mij hebben’) aangepakt. Jongeren leren vanuit een ander perspectief naar dezelfde situatie te kijken en leren dat ze ook op een andere manier kunnen reageren. Daarnaast leren jongeren vaak probleemoplossende en sociale vaardigheden (leren omgaan met conflicten, omgaan met groepsdruk, ‘nee zeggen’) [176].

Heb je vragen?

Neem voor vragen of meer informatie contact met ons op

Contact opnemen

Heb je suggesties voor verbetering van deze JGZ-richtlijn?

Geef jouw feedback