Richtlijn: Psychosociale problemen (2016)

Symptomen

Een symptoom van een psychosociaal probleem (bijv. druk gedrag ) is een enkelvoudige of specifieke gedraging die als ongewenst wordt bestempeld, maar die op zichzelf niet kan worden beschouwd als een teken van (ernstig) disfunctioneren. Er is sprake van een psychosociaal probleem wanneer een aantal aan elkaar gerelateerde symptomen voorkomen. Dit kan duiden op een ernstigere situatie dan een enkel symptoom. Er is geen meetlat beschikbaar die aangeeft wanneer er sprake is van een psychosociaal probleem. Wel zijn er goede vroegsignaleringsinstrumenten (bijv. Strengths and Difficulties Questionnaire) beschikbaar die een betrouwbaar en valide onderscheid kunnen maken tussen kinderen met en zonder problemen.

 Bij kinderen van 14 maanden zijn de meest voorkomende symptomen (Zeijl et al., 2005):

  • excessief huilen (Lange periodes aaneen huilen of schreeuwen) (zie multidisciplinaire richtlijn excessief huilen);
  • problemen met eten (weigert te eten, spuugt eten uit, verslikken, overgeven, eten van niet eetbare voorwerpen);
  • problemen met slapen (Moeilijkheden om in slaap te vallen, of ’s nachts wakker worden en dan hulp nodig hebben om in slaap te komen) (zie vanaf begin 2017 JGZ-richtlijn Slapen en slaapgedrag).

Internaliserend en externaliserend probleemgedrag komt bij deze leeftijdsgroep veel minder voor dan bij oudere kinderen.

Bij 2-3 jarigen zijn de meest voorkomende symptomen (Zeijl et al., 2005):

  • problemen in taal en spraak ontwikkeling;
  • problemen in de sociale ontwikkeling (maakt geen oogcontact; Is “van de wereld”. Heeft totaal geen aandacht voor wat er om hem/ haar heen gebeurt);
  • agressief gedrag en woedeaanvallen (slaat, duwt, schopt of bijt ouders en/of andere kinderen; Is ongehoorzaam of opstandig, weigert bijvoorbeeld te doen wat er gevraagd wordt; Is destructief. Breekt dingen of maakt ze expres kapot);
  • problemen met slapen (Weigeren om naar bed te gaan, moeilijkheden om in slaap te vallen, of s ’nachts wakker worden en dan hulp nodig hebben om in slaap te komen) (zie vanaf begin 2017 JGZ-richtlijn Slapen en slaapgedrag).

Bij kinderen van 3 jaar en ouder kunnen de symptomen van psychosociale problemen worden onderverdeeld in de categorieën emotionele, gedragsmatige of sociale problemen (zoals ook beschreven in de definitie). Symptomen van emotionele problemen bij kinderen van 3 jaar en ouder kunnen zijn:

  • angst (bijv. snel bang zijn) (zie JGZ-richtlijn Angst);
  • teruggetrokkenheid (bijv. nogal op zichzelf, neigt ertoe alleen te spelen, zenuwachtig in nieuwe situaties);
  • depressieve gevoelens (bijv. veel zorgen, lijkt over dingen in te zitten, vaak ongelukkig, in de put of in tranen);
  • psychosomatische klachten (bijv. hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid).
  • Symptomen van gedragsproblemen zijn:
  • agressief gedrag (bijv. met andere kinderen vechten, andere kinderen pesten, driftbuien, doorgaans niet gehoorzaam aan volwassenen, maakt ruzie met volwassenen, gemeen doen tegen volwassenen);
  • onrustig gedrag (bijv. wiebelen en friemelen, niet lang stil kunnen zitten, opdrachten niet afmaken, gemakkelijk afgeleid ,niet kunnen concentreren, denkt niet na voordat hij/zij iets doet);
  • delinquent gedrag (bijv. dingen stelen thuis , op school of elders, liegen of bedriegen).

Symptomen van sociale problemen zijn:

  • problemen die het kind heeft in het maken en onderhouden van het contact met anderen (bijv. wordt gepest, kan beter opschieten met volwassenen dan met andere kinderen, houdt geen rekening met gevoelens van anderen) (zie JGZ-richtlijn pesten).

Pagina als PDF